INHOUDSOPGAVE
- 1. Algemeen
- 2. OWS services
- 3. Themalagen
- 4. Thema's
- 5. Themagroepen
- 6. Domeinen
- 7. Opslaglagen
- 8. Authorisatie
- 9. Systeem
- 10. Web Themakaarten
- 11. NedGlobe Geo Portaal
- 12. Exporteren van data
- 13. Afdrukken
- 14. Browser afhankelijkheden
1. Algemeen
NedGlobe is een door Cadac ontwikkelde applicatie die kaartmateriaal bruikbaar maakt voor de desktop, tablet en touch-table, op basis van OGC services.
Meldingen uit het veld
NedGlobe Mobile maakt het mogelijk om waar dan ook kaartmateriaal in te zien en erop terug te melden. Zo kan er live gecommuniceerd worden tussen gebruikers in het veld en de medewerkers achter het bureau via teksten of foto’s van de daadwerkelijke situatie.
Webkaarten voor burgers
Met NedGlobe Web kunnen op eenvoudige wijze kaarten worden aangemaakt en ontsloten via de website. Hierdoor blijft de beschikbare geodata niet intern, maar wordt deze ook voor burgers inzichtelijk gemaakt.
Net zoals in NedGlobe Mobile is het mogelijk om een webkaart in NedGlobe Web terugmeldingen beschikbaar te maken.
Aansluiting bestaande applicaties
NedGraphics heeft een uitgebreide stijlenset op basis van de NLCS ontwikkeld. Hiermee kunt u de Autocad Civil 3D objecten, zoals alignementen, dwars- en lengteprofielen en (weg)ontwerpmodellen snel en correct presenteren binnen uw tekening.
Aansluiting bestaande applicaties
Middels het NedGlobe Dashboard wordt data uit OGC-services klaargezet voor de gebruikers van Web en Mobile. Op deze manier sluit NedGlobe aan op een eigen oplossing zoals NedMagazijn in combinatie met NedGeoServices. Net zo makkelijk wordt er gebruik gemaakt van reeds bestaande OWS-services. Hierdoor is het makkelijk om eigen en openbare data te combineren. De applicatie heeft dus een generieke opzet, en is breed inzetbaar voor verschillende gebruikersgroepen als groenbeheer, wegen, toezicht en handhaving.
In ontwikkeling
De NedGlobe applicatie is nog in ontwikkeling. Diverse gebruikers reiken ons momenteel nuttige ideeën aan voor de verdere ontwikkeling ervan. Heeft u vragen en/of suggesties dan horen wij die graag.
1.1. Applicatie benaderen
De NedGlobe applicatie bestaat uit verschillende onderdelen:
- NedGlobe Web
- NedGlobe Mobile
- NedGlobe Dashboard
- NedGlobe Portal
NedGlobe Mobile is gericht op gebruikers met tablet in het veld die live terug kunnen melden op het kaartmateriaal op basis van de echte situatie. Hiervoor is een gebruikersvriendelijke interface ontwikkeld die aansluit op het gebruik van de tablet. Via de desktop is deze applicatie ook via de browser te benaderen.
NedGlobe Web is gericht op het gebruiken van geodata om webkaarten aan te maken. Die kunnen gedeeld worden met collega’s of ontsloten worden aan burgers via de website. Via NedGlobe Portal wordt er op een webpagina een duidelijk overzicht gegenereerd.
Het NedGlobe Dashboard is de beheer-omgeving waarin de beschikbare kaartbeelden, terugmeld-lagen en andere functionaliteit wordt ingericht voor zowel de Mobile als de Web applicaties. Deze handleiding heeft als doel het gebruik van het NedGlobe Dashboard inzichtelijk te maken.
Zowel NedGlobe Web, Mobile, Dashboard, als Portal zijn webapplicaties die te benaderen zijn via de browser. De applicaties worden via de volgende URL’s benaderd:
Web: https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/web
Mobile: https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/mobile
Dashboard: https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/dashboard
Portal: https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/portal
De applicaties draaien in de Cloud-omgeving van het Microsoft Azure platform. Hierdoor zijn de applicaties altijd bereikbaar en is er geen lokale installatie van de software nodig. Inloggen verloopt via Microsoft-accounts. Hierbij is er onderscheid in autorisatie voor de drie applicaties:
- NedGlobe Web en Portal: Iedereen mag het kaartmateriaal in NedGlobe Web en Portal benaderen.
- NedGlobe Mobile: Gebruikers moeten inloggen en bekend zijn in een Active Directory van Microsoft Azure.
- NedGlobe Dashboard: Beheerders moeten inloggen, bekend zijn in een Active Directory en aangemerkt zijn als beheerder van het Dashboard.
Het kan dus zo zijn, dat een gebruiker gebruik maakt van NedGlobe Mobile, maar geen toegang heeft tot het NedGlobe Dashboard. Ook is er onderscheid in autorisatie te maken voor de getoonde kaartlagen. Meer hiervoor staat in het hoofdstuk 7.
1.2. Basisscherm
Het hoofdscherm van het NedGlobe Dashboard bestaat uit een menubalk met meerdere configuratie-onderdelen zoals Basis en terugmeldingen. Voor het inrichten van een nieuwe kaart in NedGlobe Web of NedGlobe Mobile wordt de menubalk in principe van links naar rechts doorlopen.
Startscherm NedGlobe Dashboard met de menubalk met configuratie onderdelen
Rechtsboven is te zien als welke gebruiker er is ingelogd in het dashboard, rechts daarvan staat de knop afmelden om de applicatie te verlaten.
De beschikbare configuratie-onderdelen zijn als volgt:
- Basis
- OWS services
- Themalagen
- Thema’s
- Domeinen
- Web themakaarten
- Opslaglagen
- Terugmelding categorieën
- Autorisatie
- Profielen
- Gebruikers
- Systeem
- Controle
- Instellingen
- Koppelingen
- Bitmaps
- Nieuwsberichten
- Release notes
- Statistieken
Doorklikken op een onderdeel toont de verschillende mogelijkheden voor dat onderdeel
Door op een onderdeel te klikken, worden de onderliggende opties zichtbaar.
In de volgende hoofdstukken worden de mogelijkheden van het inrichten van deze onderdelen besproken.
Informatiestroom
Het opgebouwde kaartmateriaal in de NedGlobe applicaties bestaat volledig uit OGC webservices. Dit zijn kaartlagen die o.a. volgens de WMS-, WMTS- of WFS-standaard beschikbaar zijn gesteld. Objecten in de kaart worden dus niet direct uit een shapefile, GML-bestand of database gelezen, maar enkel via OGC-webservices. Hieronder volgt een korte beschrijving over het maken, vinden en gebruiken van deze webservices.
OGC Webservices maken
OGC Webservices is een groep standaarden gemaakt door het OGC (Open GeoSpatial Consortium). Doel hiervan is om geografische data op een eenduidige manier als webservice te kunnen ontsluiten. Dit houdt in dat brondata (uit een lokaal bestand of uit een database) via online berichtenverkeer, beschikbaar wordt gesteld aan de buitenwereld.
Er zijn verschillende applicaties die ondersteunen in het maken van deze webservices. Een bekend voorbeeld hiervan is GeoServer. Omdat het specifieke gebruik hiervan vaak tijdrovend is, heeft NedGraphics een eigen applicatie gebouwd die direct aansluit op de bestaande databronnen.
Via NedGlobe zijn zowel openbare als zelf ontsloten webservices te gebruiken
De bestaande laadacties in NedMagazijn kunnen direct doorgezet worden naar NedGeoServices. Hierdoor wordt bij het ingeroosterd draaien van een laadactie in NedMagazijn de data in de webservice regelmatig vernieuwd. Ook is er in NedGeoServices de functionaliteit voor het ontsluiten van .ecw- en image-mosaïc bestanden. Op deze manier kan eigen data, via NedMagazijn of direct via NedGeoServices ontsloten worden. Belangrijk hierbij is dat de NedGeoServices installatie buiten het afgeschermde netwerk wordt geplaatst zodat de aangeboden data beschikbaar is voor de buitenwereld.
Openbare OGC Webservices vinden
Naast de eigen data, kan ook webservices van derden gebruikt worden bij het opbouwen van het gewenste kaartbeeld. In Nederland wordt veel openbare data al door de overheid ontsloten, denk hierbij aan:
- Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK)
- Dataportaal van de Nederlandse Overheid
- Rijkswaterstaat
http://geoservices.rijkswaterstaat.nl/services-index.html
Externe OGC Web-services gebruiken
Het gebruik van OGC Web-services verloopt volgens de vaste standaard waarbij een basis-URL wordt opgegeven. Naar deze URL kunnen specifieke aanvragen gedaan worden voor zowel de beschikbare lagen als de beschikbaar gestelde data zelf. Wanneer er op de website van PDOK gezocht wordt naar de BAG, dan wordt bijvoorbeeld de volgende pagina gevonden.
Een openbare OGC Web-service gebruiken
Onder service URL staat hier aangegeven: https://geodata.nationaalgeoregister.nl/bag/wms/v1_1?request=getCapabilities&service=WMS
Het is belangrijk om te herkennen dat bij deze URL al de mogelijkheden (getCapabilities) van deze webservice opvraagt. Wanneer deze URL geopend wordt dan volgt een XML-bericht waarin de beschikbaar gestelde kaartlagen worden getoond.
Fragment uit het geleverde XML-bericht voor een getCapabilities request
Binnen NedGlobe Dashboard, is het genoeg om te weten dat de URL die gebruikt wordt altijd op een 3- of 4-letterige afkorting eindigt als WMS, WFS of WMTS. De verdere parameters in de URL zoals “request=getCapabilties” zullen verder door de software afgehandeld worden. In het bovenstaande geval kan dus de volgende URL gebruikt worden: https://geodata.nationaalgeoregister.nl/bag/wms/v1_1. Het verder inrichten van de OWS-services in het NedGlobe Dashboard wordt uitgelegd in hoofdstuk 2.
2. OWS services
Zoals hierboven beschreven is zijn er draaiende OGC webservices nodig in NedGlobe om kaartbeeld te tonen. Wanneer de geschikte webservices zijn gemaakt of gevonden, kunnen deze worden aangegeven onder de knop OWS services.
Het bekijken en het aanmaken van nieuwe ‘OWS services’ is te vinden onder ‘Basis’
2.1. Nieuwe OWS
Om een nieuwe OWS service toe te voegen, wordt er gekozen voor:
Basis → kies optie Nieuw… onder OWS services.
Bij een nieuwe OWS wordt gevraagd om een Naam, URL(s), Authenticatie-type en de optie Geoserver implementatie
Bij Naam wordt aangegeven onder welke naam deze OWS service terug te vinden is.
Onder de URLs volgt de link of links naar de webservice, deze zal voor Geoserver implementaties doorgaans eindigen op ‘/wms’, ‘/wfs’ of ‘/wmts’.
Bij Authenticatie wordt aangegeven of het om een beveiligde webservice gaat. Zo ja, dan wordt gekozen voor ‘http Basic Authentication’ en wordt een gebruikersnaam en wachtwoord opgegeven. Voor niet beveiligde webservices wordt er gekozen voor ‘Publiekelijk toegankelijk’.
Het vinkje bij Geoserver implementatie wordt aangevinkt indien de webservice in GeoServer draait en de URL eindigt op ‘/ows’. Dit zorgt ervoor dat de requests goed opgebouwd kunnen worden.
LET OP: Een beveiligde OWS service kan niet in NedGlobe Web worden getoond.
Voorbeeld van een nieuw ingevulde OWS service met http-authenticatie
Na het invullen van de gegevens wordt gekozen voor Opslaan om de gegevens te behouden of voor Annuleren om terug te gaan naar het OWS overzicht zonder iets te wijzigen.
2.2. Overzicht
Een overzicht van de toegevoegde OWS services is te zien onder:
Basis → kies optie OWS services
Hierin wordt een scherm getoond met alle ingestelde OWS services. Er kan gezocht worden naar een OWS service en/of gefilterd worden op het type URL. Alle data die later in NedGlobe Web en NedGlobe Mobile getoond wordt, komt voort uit de hier aangegeven webservices.
Het overzicht van OWS services toont de gegeven naam en de gebruikte URL
TIP: Wanneer een OWS service met de controle job fout gaat wordt er achteraan de regel een rood icoon zoals hiernaastgetoond. De controle job wordt elke nacht automatisch gedraaid en ook op een nieuwe of aangepaste OWS service uitgevoerd. Pas de OWS service aan om de melding te laten verdwijnen.
Doorklikken op een van de OWS services geeft de gegevens die eerder zijn gespecificeerd bij het aanmaken.
Nadat de OWS services hier zijn aangegeven kunnen de hieruit beschikbare lagen gebruikt worden voor het aanmaken van nieuwe themalagen.
3. Themalagen
Nu er een OWS service bekend is, kan er een themalaag aangemaakt worden. Deze themalagen verwijzen naar een laag uit een OWS-service. Later kunnen deze themalagen verwerkt worden in een Thema of een Web themakaart.
Het bekijken en het aanmaken van nieuwe ‘Themalagen’ is te vinden onder ‘Basis’
3.1. Nieuwe themalaag
Om de verschillende opties door te nemen worden hieronder twee voorbeelden van themalagen besproken:
- Het gebruiken van een WMTS als ondergrond-laag.
- Het gebruiken van een WFS met een WMS als Grafische laag.
3.1.1. WMTS themalaag (ondergrondlaag)
Om een nieuwe themalaag toe te voegen wordt gekozen voor:
Basis → kies optie Nieuw… onder Themalagen.
Zo wordt aangegeven dat er een nieuwe data-laag uit een OWS-service beschikbaar gesteld moet worden in NedGlobe. Hiervoor kiezen we eerst de OWS-service.
Stap 1: Kies de OWS service waar de beschikbare laag vandaan wordt gehaald:
Kies eerst de te gebruiken OWS-service
Na het kiezen van de OWS service, kan de gewenste laag worden geselecteerd. Deze worden per ingevulde URL type aangeboden.
Stap 2: Kies de WMTS laag uit de OWS service:
Kies vervolgens de te gebruiken laag
Er wordt standaard een titel ingevuld op basis van de naam van de laag met daarachter het type URL. De titel is naar wens aanpasbaar. Vervolgens kunnen specifieke instellingen voor deze laag ingesteld worden zoals matrix-set en afbeeldingstype.
Stap 3: Kies de te gebruiken Matrixset:
Hiermee wordt aangegeven volgens welk coördinatensysteem de tegels worden opgehaald. De naamgeving kan per OWS service verschillen, maar doorgaans is EPSG:28992 aanwezig, wat staat voor het nieuwe Rijksdriehoeks-stelsel. Daarbij wordt in dit geval de toevoeging :16 gebruikt voor de aparte Matrixset die ervoor zorgt dat de BGT-laag pas vanaf schaalniveau ~1:5.000 te zien is.
Stap 4: Kies het te gebruiken Afbeeldingstype, hiermee wordt bepaald wat voor type afbeelding door webservice wordt geleverd:
Kies het te gebruiken afbeeldingstype
Stap 5: Kies een Omschrijving, Kaartgegevens en Trefwoorden.
Optioneel kan een omschrijving meegegeven worden, zodat voor alle beheerders in het NedGlobe Dashboard duidelijk is wat er in deze laag getoond wordt. Kaartgegevens worden alleen getoond in NedGlobe Mobile en Web onder ‘Kaartgegevens’ en bij het afdrukken. Trefwoorden kunnen ook optioneel meegegeven worden, zodat deze themalaag gemakkelijk is terug te vinden binnen het Dashboard, maar ook in NedGlobe Mobile, Web en Portal.
Links: De hyperlink Kaartgegevens wordt getoond wanneer tenminste één zichtbare laag (thema- en/of opslaglaag) een ingevulde bronvermelding heeft. Rechts: De pop-up met daarin de bronvermelding(en)
Stap 6: Vul de metadata in (optioneel).
Dat is een url naar een website die informatie bevat over de themalaag. Via de link ‘Zoeken naar metadata’ kan die url opgezocht worden.
De website met informatie over de themalaag kan opgezocht worden via ‘Zoeken naar metadata’
Stap 7: Kies ervoor om een Ondergrond laag te maken.
WMS- en WMTS-lagen zijn zowel in een thema als in een ondergrondlaag te gebruiken.
Kies voor Ja om een ondergrond laag te maken
Wanneer er wordt gekozen voor een ondergrondlaag, kan er een Icoon worden geselecteerd waarmee deze ondergrondlaag als knop beschikbaar wordt in het kaartbeeld.
Stap 8: Kies een eigen icoon uit (optioneel) door te bladeren en een eigen afbeelding te selecteren. Dit icoon bepaald hoe NedGlobe Mobile en NedGlobe Web de knop voor deze ondergrondlaag tonen. Bij normale themalagen is deze optie er dus niet.
Blader naar een eigen afbeelding om deze als icoon voor de ondergrond laag te selecteren
Door op Meer info te klikken krijgt u meer informatie over de voorwaarden waaraan een icoon aan moet voldoen zoals hieronder afgebeeld is.
De volledig ingerichte themalaag ziet er als volgt uit:
Het volledig ingevulde scherm voor een nieuwe WMTS themalaag, ingesteld als ondergrondlaag
Kies voor ‘Opslaan’ om de Themalaag te bewaren, of voor ‘Annuleren’ om terug te keren naar het Themalagen overzicht. De WMTS-laag is nu na het uitdelen van autorisatie klaar om getoond te worden. Voor het inrichten van een WMS-laag kunnen dezelfde stappen worden uitgevoerd.
3.1.2. WFS Themalaag (+ grafische laag)
Ook bij een WFS-laag wordt eerst een OWS-service en data-laag opgevraagd. Hierbij wordt wel een WFS-laag uitgekozen.
Stap 1: Kies de OWS service waar de beschikbare laag vandaan wordt gehaald.
Stap 2: Kies onder Laag de te gebruiken WFS uit de OWS service.
Kies vervolgens de te gebruiken WFS-laag
LET OP: Bij de keuze van een Laag, is het nodig om WFS te kiezen om later detailinformatie op te kunnen halen. Het tonen van een WFS laag is echter een zware operatie. Daarom kan hier gekozen worden voor een Grafische laag, waarbij van dezelfde laag de WMS-variant gekozen wordt. Hierdoor wordt de detailinformatie uit de WFS getoond terwijl de raster-weergave gebaseerd is op de bijbehorende WMS. Wordt er niet gekozen voor een grafische laag, maar zijn deze wel beschikbaar dan wordt er bij het opslaan van de themalaag een melding gegeven.
Melding bij het niet gebruiken van een aanwezige grafische laag
Stap 3: Selecteer de bijbehorende WMS als Grafische Laag.
De Grafische laag komt in de meeste gevallen overeen met de gekozen laag. Eventueel kan een andere laag gekozen worden wanneer een andere Grafische laag nodig is.
De WMS laag ‘Gemeenten’ wordt als Grafische laag gebruikt voor deze Themalaag
Het afronden van de themalaag gaat op dezelfde wijze zoals de hiervoor besproken laag.
Stap 4: Kies een Titel en optioneel een Omschrijving, Puntselectie attribuut, Kaartgegevens en Trefwoorden.
Op basis van het attribuut dat gekozen is bij de puntselectie worden objecten die binnen dezelfde themalaag dezelfde waarde hebben ook geselecteerd.
Het resultaat van de volledig ingevulde themalaag ziet er als volgt uit:
Het volledig ingevulde scherm voor een nieuwe WFS themalaag
Stap 5: Vul de metadata in (optioneel).
Dat is een url naar een website die informatie bevat over de themalaag. Via de link ‘Zoeken naar metadata’ kan die url opgezocht worden.
3.2. Overzicht themalagen
Om de beschikbare themalagen in te zien wordt gekozen voor:
Basis → kies optie Themalagen.
Hierbij wordt alle beschikbare themalagen getoond en worden ondergrondlagen apart aangegeven. Het is mogelijk om op alle kolommen te rangschikken door op de dikgedrukte teksten te klikken.
Overzicht van de beschikbare themalagen (afgekapt)
Om te zoeken op specifieke themalagen kan linksboven in, het zoek-veld gebruikt worden. Wanneer hier bijvoorbeeld ‘cbs’ als zoekterm wordt gebruikt, worden alleen de Themalagen met in de naam ‘cbs’ getoond.
Overzicht van de themalagen met ‘cbs’ als zoekterm
Het is ook mogelijk om te filteren op themalagen van een specifieke OWS naam en/of OWS type. De filters zijn te combineren met de zoekfunctie of alleen te gebruiken.
Overzicht van de themalagen met OWS naam ‘BRT achtergrond’ als filter
TIP: Themalagen die gebruik maken van een OWS service die met de controle job fout gaan wordt er achteraan de regel een rode driehoekgetoond. Door de OWS service aan te passen zal de melding verdwijnen. De melding wordt ook getoond wanneer een laag in de OWS is aangepast. Klik op de themalaag om een andere laag te kiezen om de melding te laten verdwijnen.
3.2.1. Relaties tussen Themalagen
Nadat een WFS Themalaag is opgeslagen komt de mogelijkheid deze Themalaag aan andere WFS Themalagen te koppelen.
Open Themalaag via het overzicht. Onderaan het formulier is een nieuwe optie bijgekomen. Druk op Relatie toevoegen om een nieuwe relatie aan te maken. Kies een themalaag waar de relatie naartoe gaat. Vervolgens is er de mogelijkheid om een relatienaam te kiezen die in NedGlobe Mobile en Web zichtbaar is en wordt het type relatie opgegeven.
Op basis van een attribuut worden overeenkomende attributen met elkaar gekoppeld. Bij een ruimtelijke relatie worden de coördinaten van het object gebruikt themalagen met elkaar te koppelen. Dit kan een uitkomst zijn wanneer de themalagen geen overeenkomende attributen hebben.
Bij meer dan één relatie wordt in plaats van de naam van de relatie een icoon getoond waarna de keuze van de relaties gemaakt moet worden.
Links de tekst bij aanwezigheid van één relatie, rechts het icoon met de keuzes bij meer dan één relatie
4. Thema's
Thema’s zijn verzamelingen van Themalagen die in het kaartbeeld van NedGlobe Web en NedGlobe Mobile kunnen worden opgevraagd. Elk thema krijgt een naam, een omschrijving en een of meerdere themalagen toebedeeld.
Het bekijken en het aanmaken van nieuwe ‘Thema’s’ is te vinden onder ‘Basis’
4.1. Nieuw thema
Een nieuw thema is aanmaken verloopt via:
Basis → kies optie Nieuw… onder Thema’s.
Op de volgende bladzijde zal als voorbeeld een thema met enkel de themalaag van de bestuurlijke gemeentegrenzen worden ingericht.
Allereerst wordt een Naam, (optioneel) een Omschrijving en (optioneel) een themagroep van het nieuwe thema aangeven.
Vervolgens wordt gekozen voor “+ Themalaag toevoegen”, om eerder aangemaakt themalagen (zoals “Bestuurlijke Grenzen WFS”) toe te voegen.
LET OP: Wanneer het vinkje van Zoekeigenschap wordt aangezet zal niet direct op de Attribuut gezocht kunnen worden in NedGlobe Web & Mobile. In een waarschuwing wordt meer informatie getoond wat dit inhoudt.
Aangeven van Naam en Omschrijving van een nieuw Thema
Vervolgens wordt de gewenste themalaag gekozen uit de drop-down lijst en klik op de knop Toevoegen.
In de drop-down lijst is de themalaag te kiezen, die kan vervolgens toegevoegd worden aan het thema
Na het toevoegen van een themalaag aan een thema, wordt deze in een grijze balk weergegeven onder Themalagen:
Voorbeeld van een gekozen themalaag binnen een thema
Klik hier op de >-knop om de themalaag uit te klappen. In het uitgeklapte deel staan een aantal algemene eigenschappen van de themalaag en een drietal tabbladen: Informatieweergave, Stijlen en Filterattributen.
De eigenschappen van een WFS-themalaag. (afgekapt)
4.1.1. Algemene eigenschappen
De algemeen in te stellen eigenschappen zijn:
- Initieel zichtbaar → Hier kan aangegeven worden of de laag aangevinkt (en dus zichtbaar) moet zijn bij het starten van een NedGlobe web themakaart waar deze laag in voor komt
- Exporteren → De optie Exporteren is voor deze laag beschikbaar
- Afdrukken → De optie Afdrukken is voor deze laag beschikbaar
- Geometriesoort → Een soort geometrie (punt, lijn en/of vlak) instellen is verplicht
- Volgorde in legenda → De volgorde in de legenda
- Rotatie attribuut → Een dataveld met de rotatie van puntelementen in graden (alleen beschikbaar als geometriesoort ‘punt’ aangevinkt is)
4.1.2. Themalaag Informatieweergave
Voor een WFS themalaag (zoals aangemaakt in paragraaf 3.1.2) kan in NedGlobe Web en NedGlobe Mobile informatie van objecten opgevraagd worden. Onder het tabblad Informatieweergave is in te richten, of en waar deze informatie getoond dient te worden. De beschikbare attributen in de WFS, staat per regel onder elkaar. Onder Attribuut wordt hierbij de naam van het attribuut in de WFS getoond.
Zelf in te stellen zijn:
- Label → Getoonde naam van dit Attribuut
- Tabelweergave → Attribuut wordt wel/niet in de tabelweergave getoond
- Detailweergave → Attribuut wordt wel/niet gebruikt in het detailweergave
- Eén venster weergave → Attribuut wordt wel/niet gebruikt in Eén venster weergave
- Initieel zichtbaar → Bij opstarten NedGlobe Mobile/Web staat Themalaag aan
- Geometriesoort → Tonen iconen in de legenda voor NedGlobe Mobile/Web (zie paragraaf 4.1.2)
- Exporteren → Attribuut is beschikbaar voor exporteren (zie hoofdstuk 11)
- Afdrukken → Attribuut wordt beschikbaar voor afdrukken (zie hoofdstuk 12)
- Volgorde in legenda → Volgorde in de legenda voor NedGlobe Mobile/Web (zie paragraaf 4.1.2)
- Zoekeigenschap → Attribuut wordt wel/niet ingesteld als zoekeigenschap
- Hyperlink → Geeft mogelijkheid om hyperlink van Attribuut te tonen
De detailweergave wordt alleen in NedGlobe Mobile gebruikt. De één venster weergave wordt altijd voor NedGlobe Web gebruikt wanneer tabelweergave niet aanstaat én voor NedGlobe Mobile indien sprake is van een klein scherm zoals een mobiele telefoon. In dat laatste geval wordt geen tabelweergave en detailweergave gebruikt. Op kleine schermen wordt de één venster weergave beeldvullend getoond.
In onderstaande voorbeeld wordt de Attribuut “gemeentecode” in NedGlobe Web & Mobile getoond als “Gemeentecode”. De Attribuut “gemeentenaam” wordt getoond als “Gemeentenaam”.
Wanneer ‘Bevat hyperlink’ aangevinkt wordt, worden de overige hyperlink instellingen getoond. De tekst in ‘Hyperlink tekst’ toont de tekst die in NedGlobe Mobile/Web getoond wordt en waarop geklikt kan worden. Deze tekst is verplicht wanneer de hyperlink geen image bevat. De ‘Hyperlink expressie’ bevat de locatie (URL) van een document, image of een externe webpagina. Deze kan leeg worden gelaten als de waarde van het attribuut zelf deze locatie (URL) bevat. Bij het ontbreken van de (volledige) URL zal er #ATTRIBUUT# (vaste tekst zonder attribuutnaam te substitueren) moeten worden om de attribuutwaarde te kunnen gebruiken. Voorbeelden zijn:
Bij volledige URL in attribuutwaarde → #ATTRIBUUT# of leeg
Bij vaste URL zonder attribuutwaarde → https://www.nedgraphics.nl
Bij onvolledige URL in attribuutwaarde → https://www.nedgraphics.nl/#ATTRIBUUT#
LET OP: Wanneer het vinkje van Zoekeigenschap wordt aangezet zal niet direct op de Attribuut gezocht kunnen worden in NedGlobe Web & Mobile. In een waarschuwing wordt meer informatie getoond wat dit inhoudt.
Melding bij het aanzetten van een Zoekeigenschap.
Bij doorklikken op een object volgt de Tabelweergave, waarbij alleen de Gemeentenaam getoond wordt. Wanneer over wordt gegaan op detail-weergave, wordt ook de Gemeentecode getoond. Verder kan er gezocht worden op de gemeentenaam om het juist object uit de Bestuurlijke Grenzen WFS te selecteren. Zie paragraaf 6.3 voor het resultaat in NedGlobe Mobile.
LET OP: De tabbladen informatieweergave en filterattributen zijn alleen te gebruiken bij WFS lagen. Bij WMTS en WMS lagen is losse attribuut-informatie niet op te vragen. Bij deze lagen wordt het tabblad informatieweergave als volgt getoond:
Het inrichten van informatieweergave is niet mogelijk voor een WMS- of WMTS-themalaag
4.1.3. Legenda instellingen
Omdat niet elke laag uit punten, lijnen en vlakken bestaat is het niet wenselijk om wel alle geometriesoorten in de legenda te tonen. Door de checkbox van de desbetreffende geometriesoort aan te zetten wordt het in de legenda getoond. Dit betekent echter niet dat bij het uitzetten of uitlaten van een geometriesoort dat de geometrie niet getoond wordt. Deze instelling filtert niet.
Standaard worden de themalagen in de legenda van NedGlobe Web op alfabetische volgorde getoond. De volgorde kan geforceerd gewijzigd worden door onder Volgorde in de legenda een hogere waarde dan 0 in te vullen. Hierbij worden de lagen met het cijfer 1 bovenaan getoond, gevolgd door het cijfer 2, cijfer 3 en uiteindelijk cijfer 0. Wanneer er meerdere lagen hetzelfde cijfer hebben meegekregen wordt binnen deze lagen weer de alfabetische volgorde aangehouden.
LET OP: De volgorde van de legenda heeft geen invloed op de tekenvolgorde van de Themalagen binnenin het Thema. Deze wordt nog altijd bepaald door de volgorde zoals in het Thema is opgegeven.
4.1.4. Themalaag Stijlen
Onder stijlen kan de weergave van een themalaag ingesteld worden. Hierbij kan gedacht worden aan schaalbereik en de weergave van geometrie, iconen en tekst.
Elke themalaag heeft een vooringesteld stijl (uitsnede) en is naar wens aan te passen
Bovenaan valt het Schaalbereik in te stellen, hierbij wordt onder min en max het minimum en maximum schaalbereik ingesteld. Door hier te kiezen voor bijvoorbeeld min: 93.75 en max: 192.000 wordt een schaalbereik van 1:93,75 (ver ingezoomd) tot 1:192.000 (ver uitgezoomd) opgegeven.
Daaronder volgt de stijl voor drie categorieën, Standaard, Selectie en Detail.
De Standaard stijl wordt gebruikt bij het initieel weergeven van het kaartbeeld. Alleen in het geval van een WFS-laag, zonder Grafische Laag, moet de Standaard stijl gebruikt worden.
Onder de standaard stijl kan voor een eenvoudige-, of een geavanceerde stijl gekozen worden.
Bij een eenvoudige stijl zijn standaard eigenschappen als kleur en lijndikte in te stellen, die vervolgens toegepast worden op alle objecten in het thema. Een uitzondering daarop is als er voor puntobjecten een icoonbestand ingesteld wordt.
Bij een geavanceerde stijl kan gepresenteerd worden op een attribuut. Dat wordt verder uitgewerkt in paragraaf 4.1.5.
Bij WMS- en WMTS-lagen is er al een Grafische laag stijl weergave bekend.
LET OP:De Standaard stijl is vaak niet nodig en het gebruik kan resulteren in het ‘overrulen’ van een bestaande stijl. In bepaalde situaties kan dit wenselijk zijn. Deze manier van gebruik resulteert in een langzame laag omdat de weergave van alle WFS-objecten los berekend wordt.
De Selectie stijl wordt toegepast op de geselecteerde objecten uit een laag. Wanneer bijvoorbeeld 10 objecten uit een laag geselecteerd zijn, kunnen deze gehighlight worden weergegeven ten op zichtte van de niet geselecteerde objecten.
Bij het doorlopen van een selectie, wordt per los object de detailweergave getoond. Hierbij kan ervoor gezorgd worden dat het losse object anders getoond wordt dan de andere objecten in de selectie.
De Detail stijl wordt alleen toegepast op één los object uit een selectie, waarvan op dat moment de detailweergave open staat.
In het geval van punt-objecten kan gekozen worden om deze weer te geven als Icoon, door naar een Afbeelding te bladeren.
Onder Tekstattribuut kan gekozen worden om een attribuut-waarde van het object te tonen. Hierbij moet het te tonen tekstattribuut worden geselecteerd, alsmede de kleur van de tekst, het font en de grootte.
Op de volgende pagina is een voorbeeld van een ingerichte stijl zichtbaar voor de themalaag met de Gemeente Grenzen. Standaard wordt gebruik gemaakt van de normale weergave, hierbij wordt verwijzen naar de Grafische Laag waar de WMS is ingesteld.
Van de geselecteerde gemeenten wordt het vlak oranje ingekleurd en zwart omlijnd. Daarbij wordt de gemeentenaam in zwart getoond. De gemeente in detailselectie wordt getoond in lichtblauw, hierbij wordt de gemeentenaam groter en in donkerblauw getoond.
Een voorbeeld van een aangemaakte stijl waarbij alleen de selectie- en detail- weergave zijn aangepast
TIP: Bij het instellen van de kleuren kan ook de doorzichtigheid ingesteld worden middels het onderste balkje of middels het laatste getal in het kleurveld. Het laatste getal van de vier heeft een waarde tussen 0(volledig doorzichtig) en 1 (niet doorzichtig).
Een voorbeeld van een instelling van een kleur met een doorzichtigheid van 62%
4.1.5. Geavanceerde Stijlen
Wanneer bij een aangemaakte themalaag geen stijl meegeleverd of gekozen is komt de optie geavanceerde stijl bij WFS Themalagen beschikbaar. Ontbreekt de geavanceerde stijl optie dan kan achteraf gewijzigd worden door in het overzicht van Themalagen een Themalaag aan te klikken en “Grafische laag” op “Selecteer” te zetten.
De voorwaarde is wel dat de WFS maximaal 1000 objecten in een kaartgebied heeft om de performance niet af te laten nemen. Het gebruik van een maximale schaal is aanbevolen.
Een ingerichte geavanceerde stijl
De geavanceerde stijl wordt alleen gebruikt bij de standaard stijl en is alleen in te stellen op basis van domeinen die gebaseerd zijn op een Attribuut binnenin de Themalaag. Het is hierbij niet nodig om alle waarden binnen het attribuut in het domein te hebben staan. Kies bij afwezigheid van deze waarden voor “Toon item voor overige waarden (niet in het domein)”. In bovenstaand voorbeeld is “Overig” veranderd in “Meerdere functie”. Bij selecties en detailweergave is er geen geavanceerde stijl aanwezig.
4.1.6. Filterattributen
Om gerichter te zoeken binnen een thema in NedGlobe Mobile en Web kan er gebruik gemaakt worden van een attributenfilter. Er kan per attribuut een of meerdere filters ingesteld worden door filterattribuut toe te voegen.
Voor elk filter dat toegepast moet kunnen worden wordt een nieuw filterattribuut toegevoegd
Bij elk gekozen attribuut wordt een Operator en een type Invoer gekozen. Bij Invoer kan er gekozen worden voor een Domein of een Tekstveld. Het is hierbij mogelijk een reeds aangemaakte Domein te selecteren of een nieuwe aan te maken. Om een beginwaarde in NedGlobe Mobile en Web in te stellen dient er een Waarde meegegeven te worden. Dit is niet verplicht. Tevens is het mogelijk een filter vanaf het begin gelijk actief te zetten door Standaard geselecteerd aan te zetten. Wanneer er een beginwaarde opgegeven is kan er door de functie Zichtbaar gekozen worden of de mogelijkheid van het instellen van waarden mogelijk is in NedGlobe Mobile en Web. Op deze manier is het mogelijk om een vooraf ingestelde filter enkel aan en uit te zetten.
Het instellen van een Filterattribuut
Wanneer er voor een Domein gekozen wordt kan er uit drie mogelijkheden gekozen worden om de gebruiker te laten filteren op de domeinwaarden in het filter tabblad in NedGlobe Mobile/Web:
- Dropdownlijst → Alle domeinwaarden worden in een lijst getoond
- Suggestielijst → Tijdens het typen worden suggesties in een lijst getoond
- Alle waarden tonen → Alle waarden worden getoond met een vinkje ervoor
Keuzelijst bij het selecteren van een Domein
In NedGlobe Mobile en Web zijn de filters onder de legendaknop in een apart tabblad terug te vinden. De aanpassingen van de filters worden doorgevoerd nadat er op Toepassen wordt gedrukt. Het filter werkt samen met de zoekfunctie waardoor er gerichter gezocht kan worden. Beide worden, mits binnen hetzelfde thema valt, gedeactiveerd door de knop “Filter ongedaan maken” onder Thema’s.
Overzicht van het tabblad Filter in NedGlobe Mobile op een iPad
4.1.7. Resultaat in NedGlobe Mobile
Na het aanzetten van het thema Gemeente Grenzen, is te zien dat de default stijl van deze laag een zwarte lijn is zonder vlakvulling.
Na het tekenen van een selectie-polygoon, zijn drie gemeenten geselecteerd en rood gehighlight en worden de namen van de gemeenten getoond. Dit komt door de Selectie-stijl. Rechtsonder volgt de tabelweergave waarin alleen de gemeentenaam wordt getoond.
NedGlobe Mobile: De tabelweergave is open en bijbehorende Selectie stijl is toegepast voor drie objecten op een iPad
Nadat er in de tabelweergave één object is aangeklikt, volgt hiervoor de detailweergave in het linker menu. Hierbij wordt niet alleen de ‘Gemeentenaam’ maar ook de ‘Gemeentecode’ aangegeven, zoals ingesteld in de Informatie weergave.
Het object in detailweergave wordt nu getoond als doorschijnend geel vlak.
NedGlobe Mobile: detailweergave is open en Detail stijl is toegepast op een van de drie geselecteerde objecten op een iPad
4.2. Overzicht themalagen
Om de beschikbare themalagen in te zien wordt gekozen voor:
Basis → kies optie Thema’s
Hierbij wordt alle beschikbare themalagen getoond en worden ondergrondlagen apart aangegeven. Het is mogelijk om op alle kolommen te rangschikken door op de naam van de kolom te klikken.
Overzicht van de beschikbare thema’s (afgekapt)
Om te zoeken op specifieke thema kan linksboven in, het zoek-veld gebruikt worden. Wanneer hier bijvoorbeeld ‘wegen’ als zoekterm wordt gebruikt, worden alleen de Thema’s met in de naam ‘wegen’ getoond.
Overzicht van de themalagen met ‘wegen’ als zoekterm
Het is ook mogelijk om te filteren op themalagen van een specifieke themalaag naam. Het filter is te combineren met de zoekfunctie of alleen te gebruiken.
Overzicht van de thema’s met Themalaag ‘PDOK BAG’ als filter
5. Themagroepen
Themagroepen zijn verzamelingen van Thema’s.
Het bekijken en het aanmaken van nieuwe ‘Themagroepen’ is te vinden onder ‘Basis’
Bij het aanmaken van een themagroep hoeft enkel de naam van de themagroep ingevuld te worden.
Het invulveld voor de naam van de themagroep
6. Domeinen
Onder domeinen kunnen combinaties van sleutels en waardes worden opgeslagen. Dit zorgt ervoor dat bij een terugmelding slechts bepaalde waarden beschikbaar zijn. Dit werkt sneller en kan typfouten in vaste waarden voorkomen. In paragraaf 6.1.3 staat beschreven hoe een domein gebruikt wordt om bepaalde objecten niet te tonen.
Het bekijken en het aanmaken van nieuwe ‘Domeinen’ is te vinden onder ‘Basis’
6.1. Nieuw domein
Een nieuw domein kan aangemaakt worden onder:
Basis → kies optie Nieuw… onder Domeinen.
Hierbij worden een Domeinnaam, Sleutels en Waardes opgegeven.
Op de volgende pagina staat een voorbeeld afgebeeld waarbij de waardes In behandeling, Nieuw en Afgehandeld zijn toegevoegd met de sleutels I, N & A.
Een voorbeeld van een ingericht domein voor Status
Het is tevens mogelijk om Domeinwaarden te vullen op basis van een WFS-attribuut door ‘Automatisch vullen’ aan te vinken. Na het vullen is het mogelijk waarden te verwijderen en/of toe te voegen.
De invoervelden die ontstaan bij het aanzetten van ‘Automatisch vullen’
6.2.Overzicht domeinen
Alle ingerichte domeinen kunnen opgezocht en ingezien worden via:
Basis → kies optie Domeinen
Onder overzicht van Domeinen wordt een lijst met de aangemaakte Domeinen getoond
Na het doorklikken op een Domein, is deze weer te wijzigen in een scherm zoals in hoofdstuk 5.1 is omschreven.
7. Opslaglagen
Terugmeldingen en metingen kunnen gedaan worden met speciaal hiervoor aangemaakte opslaglagen. Hierdoor kan een gebruiker van NedGlobe Mobile in het veld terugmeldingen of metingen doen op het kaartmateriaal op basis van de echte situatie. Deze komen live door en worden, afhankelijk van de inrichting, direct zichtbaar in NedBrowser.
Ook kunnen terugmeldingen en metingen zichtbaar gemaakt worden in NedGlobe Web. De terugmeldingen die in NedGlobe web gedaan zijn kunnen in NedGlobe Mobile weergegeven en bewerkt worden.
De opties in het menu onder Opslaglagen zijn ‘Nieuw…’ en ‘Overzicht’
7.1. Nieuwe opslaglaag
Een nieuwe terugmeld-laag kan aangemaakt worden bij:
Opslaglagen → kies optie Nieuw…
Bij het aanmaken van een opslaglaag moet eerst een Naam worden aangeven, hiermee is de laag binnen het NedGlobe Dashboard terug te vinden. De Alias is de naam zoals deze getoond wordt binnen NedGlobe Mobile & NedGlobe Web. Trefwoorden kunnen gebruikt worden om deze opslaglaag terug te vinden. Daarna wordt het opslagtype terugmelding of meting gekozen.
Een opslaglaag wordt gedaan door de geometrie van de locatie te tekenen en hier bepaalde informatie aan toe te voegen. Onder Geometriesoort wordt aangegeven wat een terugmelder in deze laag mag tekenen: een Punt, Lijn, Vlak of een combinatie van deze drie keuzes. Wanneer de opslaglaag Openbaar gemaakt wordt kan er enkel voor Punt gekozen worden bij het opslagtype terugmelding. Het Exporteren wordt in hoofdstuk 11 nader toegelicht en Afdrukken in hoofdstuk 12.
Per opslaglaag worden Naam, Alias, Trefwoorden, opslagtype en Geometriesoort opgegegeven
Onder het venster Opmaak worden vervolgens de Invoervelden en de Stijlen bepaald. Optioneel kan een Where Clause opgenomen worden. Deze stappen worden in de volgende paragrafen beschreven.
7.1.1. Opslaglaag invoervelden
De informatie van een opslaglaag wordt opgebouwd aan de hand van invoervelden. Een invoerveld is een attribuut met een bepaald datatype, welke gebruikt kan worden in een terugmelding of meting. Om een nieuw Invoerveld toe te voegen wordt geklikt op “+ Invoerveld toevoegen”.
Standaard zijn de invoervelden “Aanmaker”, “Aanmaakdatum“, “Gewijzigd door“, “Wijziging datum“, “Verwijderd door”, “Verwijder datum”, “Lengte”, “Oppervlakte”, “X-coördinaat” en “Y-coördinaat” al aangemaakt binnen een terugmelding en meting.
Wordt er een terugmelding ingericht voor een webthemakaart, dan worden de invoervelden “Meldingsnummer”, “Aansluit-nummer” en “Adres” automatisch aangemaakt. Bij meting worden deze invoervelden niet toegevoegd.
De standaard invoervelden die aanwezig zijn bij het aanmaken van opslaglaag;
links voor een standaard terugmelding, of meting, rechts voor een webthemakaart laag
Naast de standaard invoervelden kunnen eigen invoervelden ingevoegd worden.
Per invoerveld kunnen de volgende opties ingevuld worden:
Naam = Naam van dit invoerveld binnen NedGlobe Dashboard
Alias = Naam van dit invoerveld binnen NedGlobe Mobile / Web
Type = Type data van dit invoerveld
Verplicht = Invoerveld is wel/niet verplicht in te vullen
Categorieën = Keuzelijst met te kiezen categorieën voor terugmeldingen
Toelichting in invoerveld = Tekst dat in een leeg invoerveld getoond word in NedGlobe Mobile / Web
Zichtbaar bij aanmaken = Invoerveld is wel/niet zichtbaar bij aanmaken terugmelding in NedGlobe Web
Tabel weergave = Wel/niet tonen van dit invoerveld in de tabelweergave
Detail weergave = Wel/niet tonen van dit invoerveld in de detailweergave
Eén venster weergave = Wel/niet tonen van dit invoerveld in één venster Weergave
Exporteren = Wel/niet exporteren van invoerveld (zie hoofstuk 11)
Afdrukken = Wel/niet afdrukken van invoerveld (zie hoofdstuk 12)
Zoekeigenschap = Wel/niet kunnen zoeken op dit invoerveld
Domein = Mogelijke waarden voor type Alfanumeriek
Standaard waarde = Standaard waarde voor het invoerveld
Aantal regels = Aantal regels teksveld bij type Alfanumeriek
Max. lengte = Max. lengte regel bij type Alfanumeriek of Numeriek
Hiervan zijn sommige velden enkel bij bepaalde types beschikbaar. Het Aantal regels is bijvoorbeeld enkel bij type Alfanumeriek beschikbaar wanneer er geen domein gekozen is.
De detailweergave wordt alleen in NedGlobe Mobile gebruikt. De één venster weergave wordt altijd voor NedGlobe Web gebruikt wanneer tabelweergave niet aanstaat én voor NedGlobe Mobile indien sprake is van een klein scherm zoals een mobiele telefoon. In dat laatste geval wordt geen tabelweergave en detailweergave gebruikt. Op kleine schermen wordt de één venster weergave beeldvullend getoond.
Het type bepaald wat voor data in dit invoerveld meegegeven kan worden in deze terug melding, de beschikbare types zijn:
- Alfanumeriek
- Categorie
- Datum
- Foto
- Numeriek
- Status
LET OP: Foto’s worden in NedGlobe Web na doorvoeren van een web melding niet meer getoond in verband met de AVG. Wel zijn de foto’s via NedGlobe Mobile te bevragen en aan te passen.
Hieronder staat een voorbeeld afgebeeld van een invoerveld van type Status, een type invoerveld dat alleen beschikbaar is bij web terugmeldingen. Er is bij Naam en Alias “Status” ingevuld, maar hoeft niet overeen te komen met het type invoerveld. Bij doorklikken op een terugmelding of meting in deze laag, wordt dit invoerveld zowel in de tabel- als detail-weergave getoond. Verder wordt er gebruik gemaakt van een Domein, namelijk “Status”. Dit staat verder beschreven in hoofdstuk 5 Domeinen.
Voorbeeld van een invoerveld voor Status, waarbij gebruik wordt gemaakt van een domein
Op bovenstaande wijze kunnen invoervelden van de verschillende typen toegevoegd en ingericht worden.
7.1.2. Opslaglaag Stijlen
Voor het tonen van de opslaglagen in het Kaartbeeld van NedGlobe Mobile/Web, wordt een stijl gespecificeerd. Dit gaat op dezelfde manier zoals stijlen binnen thema’s aangemaakt worden (zie paragraaf 4.1.2) met uitzondering dat er onder opslaglagen ook in geavanceerde stijl op cluster en/of invoerveld een stijl aangemaakt kan worden. Klik op Stijlen om de stijl wijzigen.
Een voorbeeld van een ingerichte stijl ziet er als volgt uit:
Afbeelding van de standaard ingerichte stijl voor een opslaglaag
Er zijn hier twee verschillen ten opzichte van het stijlen van een themalaag:
- Het tonen van een tekstattribuut is niet beschikbaar, het gaat enkel om de geometrie.
- Er is de keuze tussen eenvoudige stijl (gelijk aan Thema’s) en geavanceerde stijl waarbij het mogelijk is om een stijl te kiezen voor elke waarde van één invoerveld met een domein en/of clusters een andere stijl bij webterugmeldingen toe te kennen.
Omdat in deze terugmelding-laag bij “Geometriesoort” voor “Punt”, “Lijn” en “Vlak” is gekozen, is er in de stijl rekening gehouden met punten, lijnen en vlakken. Standaard worden de terugmelding-vlakken in blauw met een zwarte lijn getoond, lijnen worden in blauw getoond zonder zwart contour, punten worden in dezelfde kleur getoond als vlakken maar dan als stip.
Een voorbeeld van een vlak, lijn en grens op basis de instellingen van de in het voorbeeld gegeven stijl
Wanneer er in Mobile of Web uitgezoomd is boven de maximum schaal, worden web meldingen geclusterd. Wordt er op een cluster geklikt, dan wordt er op het cluster ingezoomd en worden er geen meldingen geselecteerd. Indien een cluster uit één web melding (of een melding met meerdere aansluitmeldingen) bestaat wordt er direct op de melding ingezoomd. In alle andere gevallen gaat het stapsgewijs in twee zoomniveaus. Op cluster niveau is niet mogelijk om te selecteren door middel van polygoon- en cirkelselectie.
Een clustering van web meldingen
7.1.3. Opslaglaag Where Clause
Onder de Where Clause kan aangegeven worden in welke gevallen een bepaalde terugmelding niet meer te zien moet zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een Invoerveld met Status, waarbij terugmeldingen met de status Afgehandeld niet meer getoond worden. Een andere optie is om de meldingen te nummeren op prioriteit. In dat geval kan gekozen worden om meldingen met een lage prioriteit, in deze laag niet te tonen. Dit gaat middels een Invoerveld, Operator en Waarde.
Als er voor een invoerveld gekozen is met een datum waarde, dan kan er naast een specifieke datum ook de waarde <SYSDATE> gebruikt worden waardoor altijd de dag van vandaag aangehouden wordt. Door er een getal achter te zetten kan een precieze datum ten opzichte van vandaag gekozen worden zoals bijvoorbeeld <SYSDATE-7> voor week geleden of <SYSDATE+2> voor overmorgen.
Voorbeeld van Where Clause waarbij het Invoerveld Status wordt gebruikt om terugmeldingen met Status “Afgehandeld” niet te tonen
Het kan handig zijn om de Where Clause te gebruiken in combinatie met een domein. Hierbij worden vooraf ingestelde waarden uit een drop-down menu gekozen. Dit werkt sneller in het veld en maakt het onmogelijk om typfouten te maken. Zie voor het aanmaken van domeinen hoofdstuk 5.
De Where Clause van Web terugmeldingen geeft de mogelijkheid om naast het filteren ook terugmeldingen te verwijderen. Alle terugmeldingen die voldoen aan voorwaarden om verwijderd te worden, worden via een sceduled task elke nacht automatisch uit de database verwijderd.
Voorbeeld van een te verwijderen Where Clause
7.2. Overzicht opslaglagen
Een overzicht van alle aangemaakte opslaglagen is te vinden onder:
Opslaglagen → kies optie Overzicht
Hier volgt een lijst met alle opslaglagen, met een te gebruiken zoekveld indien de lijst erg lang is. Door klikken op een opslaglaag maakt het mogelijk om deze aan te passen. Het aanpassen gebeurd op dezelfde manier als het aanmaken van een nieuwe opslaglaag. Tevens kan er gefilterd worden op meldingen en metingen.
Het opslaglagen overzicht is te gebruiken om opslaglagen te zoeken en vervolgens aan te passen
7.3. Resultaat in NedGlobe Mobile
Na het doorlopen van de bovenstaande stappen, is een Webterugmeldlaag gemaakt waarin een Categorie, Status, Omschrijving, Naam en Email kunnen worden aangegeven. De velden van Naam en Email zijn leeg doordat de aanmelder deze niet heeft ingevuld. Hieronder staat een voorbeeld van een gedane terugmelding.
NedGlobe Mobile: Het inzien van een aangemaakte terugmelding op een iPad
Omdat de terugmelding in detail-selectie actief staat, is het object intensiever groen gekleurd. Hierbij komt het detail-menu links naar voren. Daarin is te zien dat het gaat om een terugmelding met de status Afgehandeld.
7.4. NedBrowser configuratie
Behalve in NedGlobe Mobile, is het ook mogelijk om terugmeldingen in te zien binnen NedBrowser. Alle aangemaakte terugmeldingen komen terecht in een beveiligde GeoServer-instantie waarvan elke organisatie aparte inlog-gegevens heeft. Na de configuratie hiervan binnen NedBrowser kunnen terugmeldingen als een normale laag getoond en gebruikt worden. Hieronder wordt beschreven hoe deze configuratie verloopt.
7.4.1. Inrichten terugmeldlaag
Binnen NedBrowser wordt een nieuwe WMS-laag gebruikt om terugmeldingen te kunnen tonen. Daaraan worden vervolgens de WFS-gegevens gekoppeld zodat de details van de melding opgevraagd kunnen worden. Hieronder staat een voorbeeld voor de inrichting van deze WMS-laag.
Ingerichte WMS-URL die verwijst naar de GeoServer instantie met de terugmelding-lagen
Voor deze inrichting is de volgende URL nodig om de GeoServer instantie te benaderen:
https://nedglobe-feedback.nedgraphicscs.nl/geoserver/ows
Omdat het hier gaat om een SSL-verbinding (beginnend met https), is het nodig om het bijbehorende certificaat in te lezen in de NedBrowserKeyTrustStore.
Het wordt toegevoegd door naar bovenstaand adres te gaan in Firefox of Chrome, op het slotje links voor de adresbalk te klikken en via “Meer informatie” het bestand te downloaden. Sla het bestand op onder de naam nedgraphicsnl.crt en plaats deze in de SSL-map van NedBrowser (standaard map is C:\NedGraphics\NedBrowser\Productie\SSL) op de applicatieserver.
Open een opdrachtprompt op de applicatieserver en navigeer naar de bin-map van JAVA Home (b.v. C:\Program Files\Java\jdk1.8.0_91\bin) waarin “keytool.exe” staat en voer het volgende commando in één regel uit (let op bij het kopiëren van teksten):
Herhaal bovenstaande stappen voor elke omgeving (BAG, Test, productie) en herstart daarna de NedBrowser Tomcat services.
Wat betreft authenticatie wordt de inlog-informatie opgegeven die is aangemaakt bij de organisatie in het NedGlobe Dashboard. Na het invoeren van de inlog-informatie kan worden gekozen voor “Ophalen WMS gegevens”. Vervolgens kunnen op de gebruikelijke manier WMS-lagen worden opgehaald, hierboven is dit gedaan voor de laag “feedback_riolering”, daarbij is te zien dat deze onder organisatie 4 valt.
Na het toevoegen van de WMS-laag, moet de WFS connectie gemaakt worden, kies hiervoor eerst “Bepaald WFS versie” en vervolgens “Maak WFS connectie”.
Dan kan worden gekozen voor “Inlezen datamodel”, waarbij de WFS-gegevens voor alle lagen kunnen worden opgehaald. Kies dan voor “Edit” bij de WMS-laag en koppel deze aan het bijbehorende WFS Object. In onderstaande afbeelding is te zien dat de WMS laag “feedback_riolering” is gekoppeld aan het bijbehorende WFS-object.
Ingerichte WMS-URL die verwijst naar de GeoServer instantie met de terugmelding-lagen
Hierna kan deze laag op de gebruikelijke manier verwerkt worden in nieuwe producten. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld de terugmeldingen op de riolering, in hetzelfde product terecht komen als de riolering objecten.
8. Authorisatie
Onder autorisatie kan worden aangegeven wat een gebruiker allemaal mag zien en gebruiken. Dit gebeurt door profielen in te stellen, en deze aan een gebruiker te koppelen. Profielen kunnen worden ingesteld voor ondergrond-lagen, en voor thema- & terugmeld-lagen. Per gebruiker kunnen vervolgens de gewenste profielen geselecteerd worden.
Onder Autorisatie zijn ‘Profielen’ en ‘Gebruikers’ ondergebracht
8.1. Nieuw ondergrondlaag-profiel
Een nieuw ondergrondlaag-profiel toevoegen gaat via:
Autorisatie → Profielen → kies optie Nieuwe ondergrondlaag
In dit scherm kunnen de naam en de geselecteerde ondergrondlagen ingevuld worden.
Bij de profielnaam wordt gecontroleerd of deze naam niet al bestaat.
In het overzicht Beschikbare ondergrondlagen staan alle themalagen die als ondergrondlaag zijn ingesteld. Door een geselecteerde ondergrondlaag met de enkele horizontale pijl naar Geselecteerde ondergrondlagen te verplaatsen, wordt deze beschikbaar via dit profiel.
Met de dubbele horizontale pijl worden alle ondergrondlagen verplaatsen.
Onder Geselecteerde ondergrondlagen kunnen de verticale pijlen gebruikt worden om de volgorde van de ondergrondlagen aan te geven.
In dit voorbeeld wordt een ondergrondlaag-profiel aangemaakt met de naam “Standaard” waarbij de BRT en PDOK-luchtfoto beschikbaar worden gesteld
8.2. Nieuw thema en opslag-profiel
Een nieuw thema- en terugmelding-profiel toevoegen gaat via:
Autorisatie → Profielen → kies optie Nieuw thema en opslaglaag profiel
In dit scherm kunnen de beschikbare thema’s en terugmelding-lagen ingesteld worden voor een nieuw profiel. Ook hier wordt gecontroleerd of de Profiel-naam niet al bestaat.
Het profiel kan eventueel ingesteld worden als een standaard profiel. Daarmee kan het direct toegekend worden aan nieuwe gebruikers (zie paragraaf 8.5).
Daaronder kunnen de thema’s voor dit profiel gekozen worden door thema’s vanuit Beschikbare thema’s te verplaatsen naar Geselecteerde thema’s, d.m.v. de horizontale pijltjes. De verticale pijltjes kunnen gebruikt worden om de thema volgorde aan te passen en wordt in NedGlobe Mobile op dezelfde volgorde getoond. De volgorde van de legenda in NedGlobe Mobile wordt bepaald door de volgorde van activering van de thema’s door de eindgebruiker.
Voor metingen en terugmelding lagen kan gekozen worden of deze alleen Zichtbaar zijn of dat de gebruiker deze ook mag Bijwerken. Wanneer een laag bijgewerkt mag worden, dan is deze ook standaard zichtbaar.
In dit voorbeeld wordt een thema en terugmelding-profiel aangemaakt met de naam “BAG profiel” waarbij de één thema is geselecteerd, een meting en terugmelding laag
LET OP: Webmetingen worden niet getoond onder meting rechten omdat webmetingen altijd persoonlijk zijn. Wanneer het tabblad in van de webbrowser ververst of afgesloten wordt zijn de gedane webmetingen niet meer zichtbaar. NedGlobe herkent het openen van een nieuw tabblad of verversen van de pagina als nieuwe sessie.
Gedane webmetingen worden binnen 48 uur automatisch uit de database verwijderd.
8.3. Nieuw API profiel
Een nieuw API profiel toevoegen gaat via:
Autorisatie → Profielen → kies optie Nieuw API profiel
LET OP: Hiervoor is een aparte licentie vereist.
Bij het aanmaken van een nieuw API profiel is het mogelijk om deze als een standaard profiel mee te geven aan nieuwe gebruikers. Bij bestaande gebruikers zal het profiel achteraf toegekend moeten worden.
Het veld waarin de naam van het API profiel wordt opgegeven en de mogelijkheid om het als standaard profiel op te geven
Onder het aanmaken staan de beschikbare API’s waaruit gekozen kan worden.
Lijst met beschikbare API’s waarvan één geautoriseerd is
8.4. Overzicht profielen
Een overzicht van de bestaande profielen is in te zien door te klikken op:
Autorisatie → Profielen → kies optie Overzicht
Er zijn twee lijsten aanwezig; de eerste bevat de ondergrond-profielen, de tweede bevat de thema- en terugmelding-profielen. Door op een van de profielen te klikken, wordt doorverwezen naar de bijbehorende detail pagina’s. Deze werken zoals hierboven staat beschreven.
Het zoekvenster kan gebruikt worden om de lijst te filteren. De gebruikte zoekterm wordt als filter toegepast op beide lijsten.
Overzicht van de bestaande ondergrond –profielen en thema- en terugmelding-profielen
8.5. Nieuwe gebruiker
Een nieuwe gebruiker toevoegen gaat via:
Autorisatie → Gebruikers → kies optie Nieuw…
Hierna volgt een scherm waarbij de gebruikersnaam ingevuld moet worden. Dit vraagt om een valide e-mailadres dat bekend is gemaakt in de Azure Active Directory van NedGlobe wanneer het om een beheerder gaat. Gebruikers zonder beheerdersrechten mogen ook via een eigen Azure AD opgenomen zijn.
TIP: Alle gebruikers uit een eigen Azure AD kunnen in één keer toegevoegd worden. Daarbij is het wel aan te raden om van tevoren een goed basisprofiel op te stellen (zie paragraaf 8.4). Een NedGlobe consultant kan daarbij assisteren.
LET OP: Onbekende niet geregistreerde gebruikers van een bepaald domein kunnen nu automatisch toegevoegd worden bij de eerste keer inloggen. Om dit te laten werken is registratie van het domein door Cadac nodig. Neem hiervoor contact met de Cadac helpdesk op.
Vervolgens kan één ondergrondlaag-profiel worden gekozen en meerdere thema- en terugmelding profielen. De gekozen profielen bevatten de beschikbare lagen die de gebruiker in NedGlobe Mobile kan opvragen.
Voorbeeld van een nieuw toe te voegen gebruiker
In dit voorbeeld heeft de gebruiker [email protected] toegang tot de het ondergrondlaag profiel “Basis” en het thema en terugmelding-profielen “BAG” en “BOR”.
8.6. Overzicht gebruikers
Onder Gebruikers overzicht is een lijst met de gebruikers binnen de organisatie in de NedGlobe inrichting. Hier kunnen bestaande gebruikers opgezocht worden, om vervolgens hun rechten bij te werken. Na het klikken op een gebruiker volgt hetzelfde scherm als bij een Nieuwe gebruiker, maar dan met opgeslagen autorisatie gegevens.
Overzicht van gebruikers kan doorzocht worden door een deel van de naam in het zoekveld te typen
Wanneer er een groot aantal gebruikers aanwezig is, kan het handig zijn om te zoeken op een gebruikersnaam. Dit wordt gedaan door een naam op te geven in het zoek-veld.
9. Systeem
De controle en een aantal systeeminstellingen zijn aan te passen onder Systeem.
De opties in het menu onder Systeem zijn ‘Controle…’, ‘Bitmaps’, ‘Instellingen’, ‘Koppelingen’, ‘Nieuwsberichten’, ‘Release notes’ en ‘Statistieken’
9.1. Controle
Het kan zijn dat een gebruikte webservice uit de lucht gaat, of vanaf een bepaald tijdstip andere lagen en attributen aanbiedt. Bij de controle wordt nagelopen of alle OWS services, themalagen en attributen die gebruikt worden in de inrichting van het NedGlobe Dashboard, op dat moment beschikbaar zijn. De controle is te vinden onder:
Systeem → kies optie Controle
Voordat de controle gestart is, is de status van de webservices onbekend.
Gebruik de knop Controleer om de beschikbaarheid van de webservices te controleren
Klik op Controleer om de controle te starten. Tijdens de controle kan er gebruik gemaakt worden van alle andere functionaliteiten van NedGlobe. Wanneer de controle voltooid is, volgt het resultaat in het Rapport.
Mocht het zo zijn dat de eigen OWS-service bepaalde lagen of attributen mist, dan kunnen deze opnieuw ingericht worden in de webservice. Alternatief is dat de bijbehorende themalagen in NedGlobe Dashboard worden aangepast. Wanneer webservices van derden wijzigen of niet beschikbaar zijn, dan is hier niet direct iets aan te doen, behalve hierover naar te informeren bij de betreffende organisatie.
9.2. Instellingen
Onder instellingen staan de gegevens van één organisatie. Doorgaans zullen deze tijdens de installatie al goed zijn ingesteld.
De volgende instellingen zijn hier te wijzigen:
- Logo → Logo dat gebruikt wordt in NedGlobe Mobile
- Favicon → Logo dat gebruikt wordt in NedGlobe Mobile
- Email → Email-adres instellingen
- Maximum aantal → Maximum aantal resultaten filter resultaten
- Polygoon of rechthoek → De polygoon met de omtrek van de gemeente
- Gebruikersnaam → Gebruikersnaam voor GeoServer instantie t.b.v. opslaglagen
- Wachtwoord → Wachtwoord voor GeoServer instantie t.b.v. opslaglagen
- PDOK Locatieserver → Gemeenten (gescheiden door ;) waarin adressen gezocht worden
- Na het wijzigen van de instellingen moet op Opslaan geklikt worden om de wijzigingen te onthouden.
Onderstaand een voorbeeld van de ingevuld instellingen:
Een voorbeeld van ingevulde instellingen waarbij locaties binnen Vianen, Emmen, Koggenland, Schagen en Stein gezocht worden
9.3. API instellingen
Onder Systeem → API Instellingen zijn de beschikbare API’s te wijzigen. Afhankelijk van wat voor type API het is zijn er bepaalde instellingen beschikbaar.
Na het openen wordt er een zoekbalk en eventuele beschikbare API’s getoond.
Lijst met beschikbare API’s waarvan één geautoriseerd is
LET OP: Zijn er geen API’s aanwezig neem dan contact op met support. Voor deze module is een aparte licentie vereist en de aanwezige API’s zijn afhankelijk van de afgenomen connecties.
Door op één van de aanwezige regels te klikken wordt de API instellingen van deze connectie geopend.
Voorbeeld van API instellingen
9.4. Koppelingen
Het (de)activeren van Beeldmaterialen of overige koppelingen voor NedGlobe Mobile kan onder Koppelingen en zijn aanpasbaar. Toevoegen van nieuwe koppelingen kan aangevraagd worden.
Voor de huidige koppelingen geldt dat alleen voor Kavel10 een gebruikersnaam en wachtwoord ingevuld hoeft te worden dat u van Kavel10 heeft gekregen. Deze is geldig voor alle eindgebruikers.
Voor de koppeling naar het Cyclomedia Streetsmart portaal geldt dat de eindgebruikers zelf hun gebruikersnaam moeten invullen. Indien uw Active Directory is gekoppeld met die van Cyclomedia via b.v. ADFS dan hoeft er geen wachtwoord ingevuld te worden. Neem voor het koppelen van uw Active Directory met die van Cyclomedia contact op met Cyclomedia.
Voor alle andere koppelingen is geen gebruikersnaam en wachtwoord nodig.
Een bitmap is alleen van toepassing voor Beeldmateriaal koppelingen. Deze wordt gebruikt in de meerkeuzelijst in het Mobile context menu indien er meerdere Beeldmateriaal koppelingen zijn.
Het is niet verplicht om een bitmap op te geven. Indien geen bitmap wordt geselecteerd dan wordt een standaard plaatje voor de koppeling getoond. Het aanmaken van bitmaps wordt in hoofdstuk 8.2 uitgelegd.
Overzicht van koppelingen
LET OP: Koppelingen van beeldmaterialen zijn alleen beschikbaar wanneer de bijbehorende licentie is afgenomen.
Koppelingen zijn alleen van toepassing voor Mobile en worden getoond in het context menu als op een adres is gezocht of als een "long press" wordt gedaan of rechtermuisknop geklikt. Een "long press" op een device met een muis gaat middels de linkermuisknop lang indrukken en op een touchscreen device middels lang drukken op het scherm.
9.5. Bitmaps
Het toevoegen en verwijderen van logo’s en favicons gebeurt onder Bitmaps. De logo’s en favicons worden gebruikt onder instellingen van de organisatie, bij het gebruik van web themakaarten en bij koppelingen (hoofdstuk 8.4). Wanneer er geen bitmaps ingesteld staan wordt het logo en favicon van NedGlobe gebruikt. De onder instellingen geselecteerde logo en favicon wordt gebruikt voor NedGlobe Mobile en alle web themakaarten tenzij er bij een webthemakaart een ander logo en/of favicon geselecteerd is. Het logo voor de koppelingen worden alleen getoond wanneer er meer dan één koppeling beschikbaar is.
9.5.1. Nieuwe bitmap
Om een nieuwe bitmap toe te voegen, wordt er gekozen voor:
Systeem → kies optie Nieuw… onder Bitmaps.
Onder type wordt er gekozen tussen button, logo, favicon en noordpijl. Buttons worden gebruikt voor koppelingen (hoofdstuk 8.4), logo’s voor NedGlobe Mobile en Web inclusief afdrukken, favicons voor NedGlobe Mobile en Web, en de noordpijl voor afdrukken (hoofdstuk 12).
Het aanmaken van een nieuwe bitmap
9.5.2. Overzicht bitmaps
Om de beschikbare themalagen in te zien wordt gekozen voor:
Systeem → kies optie Bitmaps.
Alle aangemaakte bitmaps worden onder elkaar getoond. Door op een regel te klikken kan de bitmap verwijderd worden. Is de logo of favicon in gebruik door de organisatie of een web themakaart, dan kan deze niet verwijderd worden.
Overzicht van de aanwezige bitmaps
9.6. Release notes
Een samenvatting van toegevoegde features en opgeloste bugs binnen NedGlobe is terug te vinden onder het kopje Release notes.
Wanneer wordt doorgeklikt op het release notes tabblad, dan volgt het overzicht met alle versies van NedGlobe tot nu toe. Omdat NedGlobe een Cloudapplicatie is, draait hier altijd de laatste versie.
Door een van de versies aan te klikken, worden de bijbehorende release notes geopend.
Een overzicht van de tot nu toe uitgebrachte NedGlobe-versies. (Afgekapt)
Door in het zoekveld een term op te geven, is het mogelijk om alleen release-notes te tonen waarin deze zoekterm voor komt.
Gebruik de zoek-optie om release-notes op zoektermen te filteren. Het filter wordt onthouden als highlight wanneer een regel wordt aangeklikt. (Afgekapt)
In de bovenstaande versies zijn er bijvoorbeeld aanpassingen gedaan met betrekking tot het filteren.
Doorklikken op de regel opent deze release notes, waarbij de zoekterm in een highlight wordt getoond.
Het scherm voor de release notes van versie 2.2.0 met de zoekterm in highlight
In het scherm met de release-note details is de samenvatting van de verwerkte bugs en wensen te vinden. Bovenaan het scherm staat weergegeven om welke versie het gaat, en wanneer deze versie is uitgegeven. Daarnaast staat rechts aangegeven door wie deze release-note voor het laatst is aangepast, en wanneer.
9.7. Statistieken
Onder Statistieken wordt er per gebruiker en de totale ‘Gebruikstijd’ per maand inzichtelijk gemaakt. Tevens wordt het aantal keren dat een ‘Thema’ en ‘Web themakaart’ per gebruiker en in totaal per maand gebruikt is bijgehouden.
Bij ‘Thema’ wordt bij elke keer aanzetten van het ‘Thema’ het gebruik geregistreerd. Voor ‘Web themakaart’ zorgt elke keer dat de ‘Web themakaart’ geopend of ververst wordt. De ‘Gebruikstijd’ wordt gemeten middels bepaalde registratiemomenten: opstarten, thema/terugmelding aanzetten, selectie doen, terugmelding aanmaken/wijzigen. Indien tussen de registratiemomenten minder dan 5 minuten zit dan wordt het opgeteld bij de totale gebruikstijd.
De eerste stap is het kiezen tussen ‘Thema’, ‘Gebruikstijd’ en ‘Web themakaart’.
Het scherm met de keuzemogelijkheden om statistieken te tonen
Na de keuze wordt er gevraagd bij ‘Thema’ op welk thema de statistische informatie getoond moet worden. Daarna kan er per ‘Gebruiker’ het gebruik bekeken worden. Bij ‘Gebruikstijd’ is het totaal of per gebruiker per maand te bekijken en voor ‘Web themakaart’ is het aantal keren bekeken per ‘Web themakaart’ op te vragen. De resultaten kunnen worden ververst en geëxporteerd worden naar een door met tabs gescheiden bestand.
Voorbeeld van statistische gegevens van een ‘Thema’ en de locatie van de ververs- en exportknop
LET OP: Bij het kiezen van een ‘Thema’ en ‘Web themakaart’ is een extra keuze verplicht om informatie te kunnen tonen.
10. Web Themakaarten
Web themakaarten worden ingericht in het NedGlobe Dashboard, om deze vervolgens te gebruiken met NedGlobe Web. Een ingericht thema kan samen met ondergrondlagen gebruikt worden om een vaste kaart te maken. Een URL naar deze webkaart kan vervolgens met collega’s worden gedeeld, of gebruikt worden om op een website te tonen.
De opties in het menu onder Web themakaarten zijn ‘Nieuw…’ en ‘Overzicht’
10.1. Nieuwe web themakaart
Het aanmaken van een nieuwe web themakaart gaat via:
Web themakaart → kies optie Nieuw…
- Er wordt gekozen voor een thema waarop de Web themakaart gebaseerd wordt. Voor elke web themakaart worden de volgende parameters aangegeven:
- Naam en alias van de web themakaart binnen het NedGlobe Dashboard.
- Omschrijving van de Web themakaart (wordt getoond in NedGlobe Portal).
- In het zoekfilter op gemeentenamen kan een puntkomma gescheiden lijst van gemeenten (de volledige naam) opgegeven worden waarop gefilterd wordt.
- Keuze tussen een themakaart of meldingenkaart.
- Thema welke te zien is in de web themakaart.
- Wanneer gekozen voor een themakaart is een metingenlaag optioneel.
- Keuze om een apart logo en favicon voor deze web themakaart te gebruiken.
- Aanmaken of kiezen van een Portaal Groep.
- Optie voor het wel/niet tonen van de legenda en of deze standaard geopend is.
- Optie voor het wel/niet tonen van het zoekveld.
- Optie voor het wel/niet tonen van het filter menu.
- Optie voor het wel/niet tonen van de zoom knoppen.
- Optie voor het wel/niet tonen van de GPS tracker knop.
- Optie voor het wel/niet tonen van de fullscreen knop.
- Optie voor het wel/niet tonen van de afdrukken knop (zie hoofdstuk 12).
- Selectie van de beschikbare Ondergrondlagen in de web themakaart.
LET OP: Bij het kiezen van een ‘Thema’ met een beveiligde ‘themalaag’ wordt er een melding gegeven. Wordt daarop gekozen voor “Opslaan” dan wordt de beveiligde themalaag beschikbaar zonder inloggen!
De knoppen in NedGlobe web voor het zoekveld, zoomen, GPS tracker, achtergrondkaart en fullscreen
De menuknop wordt beschikbaar wanneer er meer dan één van de volgende opties aanwezig is:
- Filter menu
- Legenda menu
- Metingen
Wanneer er slechts één aanwezig dan wordt de menuknop inclusief het bijbehorende symbool vervangen door de optie die gekozen is.
Het menu uitgeklapt met de opties ‘Legenda’ en ‘Filters’ aanwezig
Zodra er een keuze gemaakt is wordt de functie gestart. In het geval van bovenstaande voorbeeld wordt het legenda- of filtermenu over het menu getoond.
Het legenda- en filtermenu klapt uit nadat er vanuit het menu een keuze is gemaakt
Voorbeeld van een ingerichte Web themakaart. (Afgekapt)
Bij het kiezen van een Meldingenkaart komen er twee opties bij. Afhankelijk van de keuze wordt het mogelijk om op bestaande meldingen te klikken en hetzelfde te melden/informatie toe te voegen of een andere melding op dezelfde locatie te doen.
Links de opties bij het aanmaken van een meldingenkaart, rechts de knoppen in NedGlobe web
Ook is het startpunt bij het benaderen van de Web themakaart in te stellen. Door in de kaart te navigeren en op ‘Stel in als kaartuitsnede’ te klikken wordt het huidige aanzicht als nieuw startpunt opgeslagen. ‘Terug naar begin kaartuitsnede’ gaat naar het laatst opgeslagen startpunt. Met ‘Terug naar organisatie overzicht’ wordt er genavigeerd naar het polygoon zoals onder de instellingen (zie paragraaf 8.2) ingesteld.
Voorbeeld van een kaartuitsnede van een meldingenkaart
10.2. Overzicht web themakaarten
Het overzicht van de aangemaakte Web themakaarten is te zien onder.
Web themakaart → kies optie Overzicht
Overzicht van de web themakaarten
In het overzicht kan op basis van verschillende filters door de kaarten gezocht worden.
Doorklikken op een web themakaart maakt het mogelijk om de instellingen voor deze web themakaart te wijzigen. Voor elke web themakaart staat hier een URL die naar de volledige weergave van deze themakaart verwijst.
URL’s naar de verschillende webthemakaarten.
10.3. Web themakaart verwerken in website
Met de bovenstaande URL’s kan de aangemaakte webkaart fullscreen geopend worden. Dit kan bijvoorbeeld onder een knop in de website verwerkt worden.
In sommige gevallen is het echter gewenst om de kaart binnen een bestaande webpagina te verwerken. Dit kan in een HTML-pagina d.m.v. iFrames op de onderstaande wijze gedaan worden.
Voorbeeld voor het verwerken van de URL in een iFrame
TIP: Vergeet “allowfullscreen” niet op te nemen, anders werkt de fullscreen-knop rechts boven in de kaart niet.
Dit iFrame kan op de gewenste plek binnen de HTML-pagina geplakt worden. Onderstaand een voorbeeld van de HTML-code en het resultaat in de browser.
Voorbeeld voor het verwerken van de URL in een iFrame
Op deze manier kunnen de gemaakte themakaart gemakkelijk binnen een webpagina verwerkt worden. Onderstaande het resultaat van dit voorbeeld.
Het in de webpagina verwerkte kaartbeeld
11. NedGlobe Geo Portaal
Het NedGlobe Geo portaal is een webpagina met een overzicht van alle web themakaarten binnen een organisatie.
Overzicht van een NedGlobe Geo portaal
Door het klikken op de naam of het icoon van een web themakaart wordt de web themakaart direct gestart in een nieuw venster. Met "Meer informatie" wordt rechts een extra omschrijving getoond.
Via het invulveld links bovenin kan worden gezocht worden binnen de web themakaarten. Er wordt gezocht op naam en/of omschrijving. Tijdens het typen wordt meteen gefilterd.
Tevens kunnen de web themakaarten gesorteerd worden op populariteit of titel.
11.1. Configuratie in Dashboard
Voor de weergave van de web themakaarten in het Geo portaal zijn de volgende instellingen nodig in het dashboard:
11.1.1. Web themakaart
Overzicht van de instellingen van een Web themakaart (afgekapt)
Naam
Dit is de naam die getoond wordt in het portaal. Wanneer in het Geo portaal wordt gezocht, wordt in deze naam gezocht.
Omschrijving
Dit is de omschrijving die rechts in beeld getoond wordt wanneer in het portaal op "Meer informatie" wordt geklikt. Wanneer in het Geo portaal wordt gezocht, wordt in deze omschrijving gezocht.
Logo en favicon
In paragraaf 8.2 wordt uitgelegd hoe logo’s en favicons worden toegepast.
Thema
De data in de Web themakaart wordt bepaald door het gekozen thema. Aanpassingen in het thema worden ook doorgevoerd in de Web themakaart.
Portaal Groep
Door een groep te kiezen of aan te maken kan er een filter toegepast worden op de Web themakaarten. Alleen de Web themakaarten die onder deze groep vallen worden dan nog enkel getoond.
Icoon
Dit is het icoon dat getoond wordt in het portaal.
11.1.2. Licentie
Voor het gebruik van het Geo portaal is een "Portal" licentie vereist.
11.2. Basis URL
Het opstarten van het Geo portaal gaat door middel van een URL. Deze URL bestaat uit een basis URL en daarachter een aantal configureerbare parameters.
De basis-URL van het portaal is: https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/portal
Daarna kunnen de parameters achter deze URL worden toegevoegd. Deze parameters worden uitgelegd in de volgende paragraaf.
11.2.1. Parameter overzicht
De URL heeft de volgende parameters:
organization
De naam van de organisatie wordt getoond zoals gedefinieerd in het Dashboard onder Systeem → Instellingen → Naam.
mode
Modus van het Geo portaal. Deze parameter kan de volgende waarden hebben:
- P Toon het Geo Portaal, standaardwaarde.
- T Toon alleen de Top rows (populairste themakaarten). Populariteit van de web themakaart wordt bepaald door het aantal keren dat de web themakaart is geopend in de huidige en vorige maand. Dit is terug te vinden in het dashboard bij de statistieken (Systeem → Statistieken → Web themakaart). In deze modus wordt het Geo portaal zonder zoekveld en zonder sorteerveld getoond. Er is geen knop "Meer informatie" onder het icoon. Alleen iconen met titels worden getoond.
count
Deze parameter is alleen van toepassing bij mode=T.
Geeft het aantal web themakaarten aan dat getoond moet worden.
Indien niet ingevuld dan worden alle web themakaarten getoond.
sort
Deze parameter is alleen van toepassing bij mode=P.
Mogelijke waarden zijn:
- P Sorteer op populariteit, standaardwaarde.
- T Sorteer op titel.
group
Door in het NedGlobe Dashboard bij een Web themakaart een groep aan te maken of te kiezen kan er op ‘group’ gefilterd worden in de URL. Bij het gebruik van meerdere groepen dienen deze met een komma zonder spatie van elkaar gescheiden te worden.
11.3. URL Voorbeelden
https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/portal?organization=NedGraphics%20Handleiding&mode=P&sort=T
Bij deze URL worden in het Geo portaal alle web themakaarten van organisatie NedGraphics Handleiding getoond, gesorteerd op titel.
https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/portal?organization=NedGraphics%20Handleiding&mode=T&count=3
Bij deze URL worden in het Geo portaal de 3 populairste web themakaarten van organisatie NedGraphics Handleiding getoond.
https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/portal?organization=NedGraphics%20Handleiding &group=Algemeen
Bij deze URL worden in het Geo portaal alle web themakaarten uit de groep ‘Algemeen’ van organisatie NedGraphics Handleiding getoond.
https://nedglobe.nedgraphicscs.nl/portal?organization=NedGraphics%20Handleiding &group=BAG,Meldingkaarten
Bij deze URL worden in het Geo portaal alle web themakaarten uit de groep ‘wijk’ en ‘kadaster’ van organisatie NedGraphics Handleiding getoond.
LET OP: Gebruik de parameters ‘organization’, ‘mode’, ‘count’, ‘sort’ en ‘group’ met kleine letters in de URL.
12. Exporteren van data
In Nedglobe Mobile en Web is het mogelijk om in de tabelweergave data te exporteren naar Excel- en CSV-formaat. Om gebruik te kunnen maken van de export dient er in de thema’s en opslaglagen de gewenste kolommen aangegeven te worden.
LET OP: Attributen die wel zichtbaar zijn in de tabelweergave in NedGlobe Mobile en Web maar in het dashboard met exporteren uitgezet zijn worden niet geëxporteerd. Voor attributen die niet zichtbaar zijn in de tabelweergave maar in het dashboard wel aangegeven zijn om te exporteren worden wel geëxporteerd.
12.1. Gebruik in thema’s
Zodra er een themalaag onder thema’s worden toegevoegd wordt standaard het exporteren aangezet en staan alle velden op exporteren. Naar wens kunnen attributen in de export of exporteren in het geheel worden weggelaten.
Een voorbeeld waarin exporteren aanstaat en alle velden op exporteren staan
12.2. Gebruik in opslaglagen
Voor terugmeldingen en metingen in NedGlobe Mobile en terugmeldingen voor NedGlobe Web kan exporteren aangezet worden zodat in NedGlobe Mobile de exportknoppen beschikbaar komen in de tabelweergave. Naar wens kunnen attributen in de export of exporteren in het geheel worden weggelaten.
Voorbeeld van een Webterugmelding opslaglaag waarbij exporteren aan staat
12.3. Gebruik in NedGlobe Mobile
Themalagen en opslaglagen waarvan het exporteren actief staat worden twee iconen getoond. Door de regels aan te vinken en op één van de iconen te klikken wordt er gelijk gestart met het downloaden van het Excel-, CSV-, GeoJSON-, GML-, of SHAPE-bestand. De laatste vier opties zijn onder het downloadicoon te vinden.
Voorbeeld van een WFS waarvan het exporteren is geactiveerd
13. Afdrukken
Wanneer in Thema’s en Opslaglagen is aangegeven dat deze afgedrukt mogen worden, worden deze mits actief in NedGlobe Mobile en Web, afgedrukt. Informatie van Webterugmeldingen kan niet via NedGlobe Web worden afgedrukt in verband met privacy gegevens. Standaard zijn de formaten A3 en A4 in zowel staand als liggend beschikbaar.
LET OP: In de huidige versie is nog niet mogelijk om zelf wijzigingen in het template aan te brengen of andere papierformaten toe te voegen. Een consultant kan de wijzigingen en/of toevoegingen inrichten.
Het logo en noordpijl zijn zelf te bepalen. Het logo wordt overgenomen door het ingestelde logo in de organisatie instellingen in hoofdstuk 8.3. De noordpijl wordt bepaald door een icoon met type noordpijl. Het toevoegen van iconen is te vinden in hoofdstuk 8.2. Bij de aanwezigheid van meer dan één noordpijl wordt de eerst aangemaakte gebruikt. Wanneer er geen logo of noordpijl aangemaakt is wordt de standaard van NedGlobe gebruikt.
14. Browser afhankelijkheden
Tijdens de ontwikkeling van NedGlobe Dasboard, Mobile en Web zijn aantal punten naar voren gekomen die door de gebruikte webbrowser veroorzaakt worden. Deze punten zijn niet bij elke browser hetzelfde en kunnen ook per device verschillen. In alle gevallen is het vanuit de ontwikkeling van de software niet mogelijk de punten op te lossen zolang er geen wijzigingen voor de betreffende webbrowsers worden doorgevoerd.
In-/uitzoomen op iPad in volledig scherm sluit het volledig scherm
Wanneer er in volledig scherm op een mobile device gewerkt wordt kan er enkel in- en uitgezoomd worden met de knoppen in plaats met de vingers. Dit wordt veroorzaakt door de functionaliteiten van de webbrowser app.
Knop volledig scherm werkt niet in Chrome en Firefox op iPad
Door beperkingen in de Chrome en Firefox apps is het niet mogelijk NedGlobe Mobile en Web in volledig scherm te gebruiken op een iPad. Webbrowser Safari ondersteunt deze functie wel.
Verticale scrollbar wordt niet getoond op tablets en andere mobile devices
Wanneer het zoompercentage niet gelijk is aan 100% wordt de scrollbar van de tabelweergave in NedGlobe Mobile niet getoond.
Webmetingen in de webthemakaart zijn verdwenen
NedGlobe herkent het openen van een nieuw tabblad of verversen van de pagina als nieuwe sessie. Daarnaast worden gedane webmetingen binnen 48 uur automatisch uit de database verwijderd.
Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen.
Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen