Hoe werkt TheModus Professional - Annoteren + Maatvoering?
INHOUDSOPGAVE
- Introductie TheModus Professional
Introductie TheModus Professional
'TheModus Professional' biedt volledige BIM ondersteuning voor de BIM Modelleurs en de BIM Managers voor alle disciplines in het bouwproces.
'TheModus Professional' biedt een scala aan features welke samen gebruikt worden om krachtige workflows te ondersteunen, zoals bijvoorbeeld prefabriceren.
Met 'TheModus Professional' modelleren BIM modelleurs sneller, wordt de kwaliteit van de resultaten verhoogd en worden processen die gebruik maken van de BIM data geoptimaliseerd.
Met TheModus Professional:
- Kunt u snel uw tekeningen annoteren
- Kunt u snel uw informatie in het project organiseren
- Modelleert u snelle door de productiviteitsondersteuning, waaronder een collectie bewerkfuncties voor de werktuigbouwkundig en elektrotechnisch modelleurs
- Heeft u toegang tot de AutoCAD toepassingen Techline en Nordined;
- Kunt u gebruik maken van specifieke oplossingen van fabrikanten, zoals de beugelroutine Dyka Vacurain van Walraven.
- Maakt u elektra schema's;
- Genereert u project documentatie;
- Beheert u sparingen;
- Genereert u maatvoering;
- Berekent u zwaartepunten;
- Stelt u gebouwen samen op basis van opties;
- Maakt u verlichtingsplannen samen met Dialux;
- Maakt u werktuigbouwkundige berekeningen samen met VABI;
- Maakt u werktuigbouwkundige berekeningen samen met BINK;
Dankzij TheModus Professional:
- Kunnen de modelleurs van alle disciplines sneller en efficiënter werken;
- Krijgt u grip op de gigantische hoeveelheid informatie welke gedurende het modelleren geproduceerd wordt;
- Worden vele tijdrovende en complexe BIM processen geautomatiseerd;
- Worden resultaten gecreëerd op basis van uw eigen bureaustandaarden;
- Optimaliseert u complexe processen;
- Verminderd u verborgen kosten;
- Verminderd u faalkosten;
- Versnelt u processen.
'TheModus Professional' is beschikbaar voor alle disciplines.
Informatie structureren
In BIM draait alles om informatie management. Welke informatie voor wie op welk moment relevant is, dat verschilt continu. Dit is afhankelijk van het actuele proces, van de fase, van de discipline en nog van vele andere factoren. Als gevolg zijn er veel methoden gewenst om de juiste objecten in een BIM model te organiseren om zo de juiste informatie bij elkaar te verzamelen. Zodra objecten zijn georganiseerd kan een modelleur efficiënter werken, betere uittrekstaten aanreiken, en ook andere tooling gebruiken die verdere bewerkingen met de objecten doen.
Daarnaast ondersteunt 'TheModus Informatie Structureren' de voorbereidende werkzaamheden voor het documenteren van projectdelen of elementen met 'TheModus Documentation'.
'TheModus Informatie Structureren' organiseert BIM informatie op 3 manieren:
- Door informatie over te dragen van een hoofdobject naar aanverwante objecten;
- Door objecten te bundelen in groepen;
- Een combinatie van bovenstaande.
De belangrijkste voordelen op een rijtje:
- Betere informatie management in het BIM model
- BIM modellen blijven overzichtelijk
- Geen tijdrovende activiteiten om informatie op orde te krijgen
'TheModus Informatie Structureren' is geschikt voor alle disciplines in het bouwproces van ontwerp tot en met beheer.
De werkstroom voor 'TheModus Informatie Structureren' is als volgt:
- Verzamel de zogenaamde bron objecten. Deze objecten zijn instanties in het Revit model die van tijdelijke of permanente aard zijn. Deze objecten zijn altijd de dragers van de brondata.
- Keuze: Kies om informatie van het bron object over te dragen naar alle aanverwante objecten. De aanverwante objecten kunnen objecten zijn die binnen de 'Bounding Box' van dit bron object zitten. Dit kunnen ook objecten zijn die genest zitten in de bron objecten.
- Keuze: Kies om de objecten te bundelen in een groep. Een groep kan een 'TheModus groep' zijn, een 'Revit groep', een 'Assembly' en/of een 'Selection Set'.
In één procedure kan zowel informatie worden overgedragen, alsmede groepen worden gemaakt.
Voor 'TheModus Informatie Structureren' zijn geen voorbereidende werkzaamheden noodzakelijk. Alles werkt op basis van standaard Autodesk Revit.
Volg onderstaande stappen voor het structureren van informatie:
- Zorg dat het project is opgeslagen
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Indelen ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Informatie overzetten en groeperen objecten ]
- De eerste stap is het verzamelen van de bron objecten. Deze kunt u op een aantal methoden selecteren:
- Bij keuze:
- 'Project' worden alle objecten in het project gebruikt als bron. Alle model componenten die geplaatst zijn in het model worden geselecteerd.
- 'Actieve view' worden alle objecten in de actieve view geselecteerd.
- 'Handmatig selectie' kunt u handmatig de objecten selecteren.
- Klik [ SELECTEREN ] om het formulier te verlaten, objecten te selecteren.
- Klik vervolgens
om weer terug te keren naar het formulier.
of - U kunt ook eerst een selectie maken, en dan [ Informatie overzetten en groeperen objecten ] starten.
- 'Query' kunt u TheModus laten zoeken naar alle bron objecten die voldoen aan het opgegeven zoekcriterium. Dit betreft alle objecten die actief zijn in de view. U kunt de view dus zelfs als extra filter inzetten. Geef vervolgens op:
- De project parameter welke een bepaalde waarde bevat.
- De operator hoe de waarde met het criterium vergeleken moet worden.
- Het criterium.
- Klik [ UITVOEREN ]
De objecten die voldoen aan het criterium worden geselecteerd.
- Het aantal bron objecten wordt weergegeven.
- Open het tabblad '2. Informatie overdragen'
- Bij keuze:
- Vervolgens kunt u kiezen hoe informatie moet worden overgedragen vanuit de bron objecten naar de aanverwante objecten. In dit geval worden eigenschappen van een bron object overgedragen naar gelijkwaardige parameters van de aanverwante objecten. Deze stap is niet verplicht. U kunt deze stap overslaan om alleen groepen te genereren.
Kies op welke manier de kenmerken moeten worden overgedragen. Selecteer:- 'Geen informatie overdragen' als alleen groepen gemaakt moeten worden.
- 'Identificatienummer van primaire object overdragen naar hierin geneste objecten' als u het unieke identificatienummer van het bron object wilt overdragen naar alle objecten die genest zijn in dit object.
- Selecteer de 'instance project parameter' (type text) waaraan het kenmerk moet worden toegevoegd. Deze parameter moet beschikbaar zijn voor alle categorieën.
- U kunt dit nummer uitbreiden met een voorvoegsel en/of achtervoegsel.
Voor deze procedure worden geen groepen gemaakt!
- 'Eigenschappen overdragen van een object naar alle objecten binnen haar volume' als u één of meerdere eigenschappen van een bron object wilt overdragen naar alle aanverwante objecten die geheel of deels binnen het volume van dit bron object vallen.
- Selecteer één of meerdere 'instance project parameters' van het bron object waarbij de waarde wordt overgedragen naar de gelijknamige parameters van de gevonden objecten binnen dit volume.
U moet daarbij bepalen hoe TheModus moet omgaan met objecten die binnen meerdere bron objecten vallen.
Er zijn 2 type analysen van toepassing: - Analyse op basis van de bounding box, een fictieve rechthoekige doos rondom de uitersten van een object.
of - Analyse op basis van de exacte geometrie.
- Activeer [] 'Volume analyse op basis van Revit geometrie' als u de exacte geometrie wilt gebruiken.
Let op!
Deze procedure duurt langer. - Activeer [] 'Elementen gehost op selectie ook meenemen' als er 'Host-based' componenten op de gevonden elementen zitten die ook tot de groep horen.
Als u wapening wilt voorzien van kenmerken dan moet u deze optie ook kiezen! - Activeer [] 'Gebruik actieve view voor bepaling intersectie (i.p.v. 3D view)' als u alleen de componenten in de actieve view wilt gebruiken voor de analyse:
Voor iedere type analyse zijn vervolgens 3 opties beschikbaar. Zie onderstaande tabel voor meer informatie over de berekening. - Kies 'Objecten deels binnen het object overslaan' als geen waarden overdragen moeten worden als een object binnen meerdere bron objecten valt.
- Kies 'Informatie alle objecten deels binnen het object ";" gescheiden toevoegen' als de waarden welke overgedragen moeten worden met een ";" gescheiden moeten worden.
- Kies 'Informatie toevoegen indien volumen overlappen > 50%' om TheModus te laten berekenen. Als het volume meer dan 50% binnen een bron object valt, dan krijgt het de waarde van dit bron object. Indien exact 50% dan wordt geen waarde overgedragen.
- Selecteer één of meerdere 'instance project parameters' van het bron object waarbij de waarde wordt overgedragen naar de gelijknamige parameters van de gevonden objecten binnen dit volume.
- Klik [ GENEREREN ] als u alleen informatie wilt overdragen.
of - Open het tabblad '3. Bundelen ' als u ook groepen wilt maken.
Zie onderstaande figuur met daarin de use cases hoe TheModus de informatie kan structureren.
In de laatste stap wordt ingesteld hoe groepen te genereren, en welke groepen. Het is mogelijk om samen met een TheModus groep ook een Revit selection set te genereren en een Revit Groep of Revit Assembly te maken. U kunt geen Revit Groep en Revit Assembly samen maken. Het is in Revit niet toegestaan om een object in zowel een Groep alsmede een Assembly te plaatsen. Het is niet mogelijk om groepen aan te maken in combinatie met 'Identificatienummer van primaire object overdragen naar hierin geneste objecten' (tabblad '2. Informatie overdragen')- Bepaal bij 'Groepeer per eigenschap' welke parameter waarde bepalend is voor het bundelen van de informatie per groep.
Deze functie is uitgeschakeld in combinatie met 'Eigenschappen overdragen...' (tabblad 2. Informatie overdragen') omdat het bundelen dan reeds bepaald is door de keuze van de hoofdobjecten. - Kies [] 'TheModus groep' maken, als u onder meer de groep gaat gebruiken voor documentatie doeleinden. Kies daarbij:
- 'Elementen groep'
of
'Project groep'
Deze keuze is bepalend in combinatie met 'TheModus Documentation'. Indien u 'Elementen groep' kiest, worden 'Views' gegenereerd op basis van 'Detail views'. Anders worden 'Planviews' toegepast. - Kies het primair object op basis van de 'Categorie' of de 'Familie'. Dit object is bepalend voor de oriëntatie van de groep objecten en de naam van de groep.
- Geef aan of dit object alleen horizontaal mag zijn.
Deze functie wordt uitgeschakeld in combinatie met 'Eigenschappen overdragen...'. Het primair object is reeds bepaald door het bronobject.
- 'Elementen groep'
- Kies:
- [] 'Revit selection set maken' als u ook een selection set wilt maken.
- [] 'Revit groep maken' als u ook een group wilt maken.
- [] 'Revit assembly maken' als u ook een assembly wilt maken.
- [] 'Orientatie assembly oorsprong gelijk maken aan primair element', als u de oorsprong van de assembly automatisch wilt roteren naar de voorzijde van het element.
- Klik [ GENEREREN ] om de procedure te starten.
- Bepaal bij 'Groepeer per eigenschap' welke parameter waarde bepalend is voor het bundelen van de informatie per groep.
Met 'TheModus Informatie Structureren' kunt u TheModus groepen beheren. Behalve beheren van groepen, kunt u hiermee ook TheModus groepen volledig handmatig aanmaken.
Volg onderstaande stappen voor het beheren van de TheModus groepen:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Indelen ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Groepen beheren ]
Kies:- TheModus elementen groep
of - TheModus project groep
- TheModus elementen groep
- Activeer [] Actieve selectie in actieve view van Revit tonen' om de selectie te tonen in de actieve view.
- U krijgt een lijst met alle beschikbare groepen.
Klik:(Nieuwe groep aanmaken) om handmatig een nieuwe groep te maken.
(Elementen toevoegen aan groep) om objecten toe te voegen aan de groep. Bij het toevoegen van objecten kiest TheModus standaard een willekeurig primair object. Controleer dit object.
(Stel het huidig geselecteerd element in als primair element) om het primaire element opnieuw in te stellen.
(Hernoem groep) om een geselecteerde groep te hernoemen.
(Verwijder element uit groep of verwijder groep) om een geselecteerde groep of een object uit de groep te verwijderen.
- In de lijst met objecten van een groep is één object als primair gemarkeerd. Dit object bepaalt onder andere voor TheModus Documentation de projectie richting voor alle views.
- Selecteer een ander object en klik
om dit object als primair in te stellen.
- Selecteer een ander object en klik
N.B.
- De groep wordt opgeslagen in de 'Extensible Storage'. Dit is opslagcapaciteit binnen het Revit project.
- Als in de procedure zowel informatie wordt overgedragen én assemblies moeten worden gemaakt, dan worden de assemblies alleen gemaakt als er ook daadwerkelijk informatie wordt overgedragen.
Beschikbare use cases voor het structureren van de informatie:
Annoteren van objecten
Een goed BIM model bevat veel informatie. Ieder object heeft zijn eigen informatie. Afhankelijk van de fase of discipline moet deze informatie worden weergegeven op tekening.
TheModus kent diverse labels. Met deze labels kan informatie van onderliggende objecten geannoteerd worden.
Annoteren geldt voor alle disciplines. TheModus heeft dan ook veel verschillende labels beschikbaar voor de verschillende disciplines, waarbij de labels verschillende informatie kunnen weergeven.
De voordelen van annoteren met TheModus is dat niet alleen een eenduidige methodiek van annoteren plaatsvind, maar achter veel labels zit extra intelligentie, zodat veel informatie in bulk geannoteerd kan worden.
Algemene labels
Als gebruiker kunt u labels in de Cadac Objecten Bibliotheek zoeken en direct laden in het BIM-model. U kunt rechtstreeks zoeken op basis van zoekcriteria. Eenmaal het gewenste resultaat gevonden, dan voldoet een dubbelklik om de label te laden in uw model.
Volg onderstaande stappen voor zoeken en plaatsen van labels in de bibliotheek:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Algemene labels ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij alleen de labels worden getoond. - Met de zoekfilters aan de linkerzijde kunt u de zoekresultaten verder verfijnen.
Klik:- 2 keer op het gewenste resultaat
of - klik het gewenste resultaat
- klik
(Download)
- klik
- 2 keer op het gewenste resultaat
Het label wordt geladen in uw model. Het label hangt aan de kruisdraad. Als de view het toelaat (geen schedules of sheets) dan kunt u het label meteen plaatsen.
N.B.
- U kunt meer informatie inzien van de labels. Klik op een label of zweef over een label en klik vervolgens
(Toon product details)
De eigenschappen van het object worden getoond. - U kunt de zoekresultaten sorteren. Klik op [ Sorteren op... ] (rechts boven) en kies de gewenste sorteer volgorde.
De objecten worden gesorteerd. - U kunt een tegelweergave of lijst weergave kiezen. Klik op de knop:
(Wijzig resultaat weergave in tegels) om de weergave in tegels (naast elkaar) te krijgen.
(Wijzig resultaat weergave in rijen) om de weergave in rijen (onder elkaar) te krijgen.
- Aan de onderzijde van de pagina kunt u bladeren door alle pagina's. Standaard worden 50 resultaten per pagina weergegeven. U kunt dit aantal verhogen naar 250.
- Verplaats de muis boven de knop
- Verplaats de muis boven de regel 'Page Size';
- Klik op '250'.
De pagina wordt ververst.
- Verplaats de muis boven de knop
- Net zoals op een internet pagina kunt u de schaal van de pagina aanpassen. Klik <CTRL> en scroll met de muis om te vergoten of te verkleinen.
Tags Schemaleiding
Als gebruiker kunt u labels specifiek voor werktuigbouw in de Cadac Objecten Bibliotheek zoeken en direct laden in het BIM-model. U kunt rechtstreeks zoeken op basis van zoekcriteria. Eenmaal het gewenste resultaat gevonden, dan voldoet een dubbelklik om de label te laden in uw model.
Volg onderstaande stappen voor zoeken en plaatsen van labels in de bibliotheek:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tags schemaleiding ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij alleen de labels t.b.v. schemaleidingen worden getoond. - Klik:
- 2 keer op het gewenste resultaat
of - klik het gewenste resultaat
- klik
(Download)
- klik
- 2 keer op het gewenste resultaat
Het label wordt geladen in uw model. Het label hangt aan de kruisdraad. Als de view het toelaat (geen schedules of sheets) dan kunt u het label meteen plaatsen.
N.B.
- U kunt meer informatie inzien van de labels. Klik op een label of zweef over een label en klik vervolgens
(Toon product details)
De eigenschappen van het object worden getoond. - U kunt de zoekresultaten sorteren. Klik op [ Sorteren op... ] (rechts boven) en kies de gewenste sorteer volgorde.
De objecten worden gesorteerd. - U kunt een tegelweergave of lijst weergave kiezen. Klik op de knop:
(Wijzig resultaat weergave in tegels) om de weergave in tegels (naast elkaar) te krijgen.
(Wijzig resultaat weergave in rijen) om de weergave in rijen (onder elkaar) te krijgen.
- Aan de onderzijde van de pagina kunt u bladeren door alle pagina's. Standaard worden 50 resultaten per pagina weergegeven. U kunt dit aantal verhogen naar 250.
- Verplaats de muis boven de knop
- Verplaats de muis boven de regel 'Page Size';
- Klik op '250'.
De pagina wordt ververst.
- Verplaats de muis boven de knop
- Net zoals op een internet pagina kunt u de schaal van de pagina aanpassen. Klik <CTRL> en scroll met de muis om te vergoten of te verkleinen.
Tags W
Als gebruiker kunt u labels specifiek voor werktuigbouw in de Cadac Objecten Bibliotheek zoeken en direct laden in het BIM-model. U kunt rechtstreeks zoeken op basis van zoekcriteria. Eenmaal het gewenste resultaat gevonden, dan voldoet een dubbelklik om de label te laden in uw model.
Volg onderstaande stappen voor zoeken en plaatsen van labels in de bibliotheek:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tags W ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij alleen de labels t.b.v. W-installaties worden getoond.
Met de zoekfilters aan de linker zijde kunt u de zoekresultaten verder verfijnen. - Klik:
- 2 keer op het gewenste resultaat
of - klik het gewenste resultaat
- klik
(Download)
- klik
- 2 keer op het gewenste resultaat
Het label wordt geladen in uw model. Het label hangt aan de kruisdraad. Als de view het toelaat (geen schedules of sheets) dan kunt u het label meteen plaatsen.
N.B.
- U kunt meer informatie inzien van de labels. Klik op een label of zweef over een label en klik vervolgens
(Toon product details)
De eigenschappen van het label worden getoond. - U kunt de zoekresultaten sorteren. Klik op [ Sorteren op... ] (rechts boven) en kies de gewenste sorteer volgorde.
De labels worden gesorteerd. - U kunt een tegelweergave of lijst weergave kiezen. Klik op de knop:
(Wijzig resultaat weergave in tegels) om de weergave in tegels (naast elkaar) te krijgen.
(Wijzig resultaat weergave in rijen) om de weergave in rijen (onder elkaar) te krijgen.
- Aan de onderzijde van de pagina kunt u bladeren door alle pagina's. Standaard worden 50 resultaten per pagina weergegeven. U kunt dit aantal verhogen naar 250.
- Verplaats de muis boven de knop
- Verplaats de muis boven de regel 'Page Size';
- Klik op '250'.
De pagina wordt ververst.
- Verplaats de muis boven de knop
- Net zoals op een internet pagina kunt u de schaal van de pagina aanpassen. Klik <CTRL> en scroll met de muis om te vergoten of te verkleinen.
Tags E
Als gebruiker kunt u labels specifiek voor elektra in de Cadac Objecten Bibliotheek zoeken en direct laden in het BIM-model. U kunt rechtstreeks zoeken op basis van zoekcriteria. Eenmaal het gewenste resultaat gevonden, dan voldoet een dubbelklik om de label te laden in uw model.
Volg onderstaande stappen voor zoeken en plaatsen van labels in de bibliotheek:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tags E ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij alleen de labels t.b.v. E-installaties worden getoond.
Met de zoekfilters aan de linker zijde kunt u de zoekresultaten verder verfijnen. - Klik:
- 2 keer op het gewenste resultaat
of - klik het gewenste resultaat
- klik
(Download)
- klik
Het label wordt geladen in uw model. Het label hangt aan de kruisdraad. Als de view het toelaat (geen schedules of sheets) dan kunt u het label meteen plaatsen.
N.B.
- U kunt meer informatie inzien van de labels. Klik op een label of zweef over een label en klik vervolgens
(Toon product details)
De eigenschappen van het label worden getoond. - U kunt de zoekresultaten sorteren. Klik op [ Sorteren op... ] (rechts boven) en kies de gewenste sorteer volgorde.
De labels worden gesorteerd. - U kunt een tegelweergave of lijst weergave kiezen. Klik op de knop:
(Wijzig resultaat weergave in tegels) om de weergave in tegels (naast elkaar) te krijgen.
(Wijzig resultaat weergave in rijen) om de weergave in rijen (onder elkaar) te krijgen.
- Aan de onderzijde van de pagina kunt u bladeren door alle pagina's. Standaard worden 50 resultaten per pagina weergegeven. U kunt dit aantal verhogen naar 250.
- Verplaats de muis boven de knop
- Verplaats de muis boven de regel 'Page Size';
- Klik op '250'.
De pagina wordt ververst.
- Verplaats de muis boven de knop
- Net zoals op een internet pagina kunt u de schaal van de pagina aanpassen. Klik <CTRL> en scroll met de muis om te vergoten of te verkleinen.
Tags plaatsen
Als gebruiker kunt u labels (of Tags) selecteren en direct laden in het BIM-Model. Hierbij wordt gebruik gemaakt van label/tag-sjablonen. Er kan een selectie en sortering gemaakt worden van de beschikbare tag-sjablonen. Via de aparte optie 'Tag sjablonen onderhouden' kunnen de tag-sjablonen beheerd worden.
Volg onderstaande stappen voor het zoeken en plaatsen van labels/tags in de bibliotheek:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tags plaatsen ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij de beschikbare tag-sjablonen getoond worden
Via de pijltjes in de kolomkop regel van het instellingen scherm kunnen sorteringen en filteringen opgegeven worden. - Selecteer het toe te passen tag-sjabloon
- Selecteer één van de plaatsingsvarianten:
- [ Annoteer selectie ] [ Tag selection ] om de te annoteren objecten handmatig te selecteren:
Het Revit model wordt getoond met de selectiecursor.- Selecteer de te annoteren families in het Revit model
- Klik:
- [ Finish ]om de selectie af te ronden
De geselecteerde families worden voorzien van de annotaties volgens het geselecteerde tag-sjabloon
of [ Cancel ] om de procedure af te breken
- [ Finish ]om de selectie af te ronden
- [ Annoteer views ] [ Tag views ] om objecten in te selecteren views te annoteren
Er wordt een scherm met de beschikbare views getoond. Ook in dit scherm via het pijltje in de kolomkop regel een sortering of filtering opgegeven worden.
Links onder wordt het aantal zichtbare rijen getoond met daarna de optie om eventueel aanwezige filtering of sortering te verwijderen.
Klik:
[ OK ] om de geselecteerde view(s) te annoteren
De families in de view worden voorzien van tags volgens het gekozen tag-sjabloon.
of[ Annuleer ] om het scherm zonder labels te plaatsen te verlaten
- [ Annoteer sheets ] [ Tag sheets ] om objecten op te selecteren sheets te annoteren
Er wordt een scherm met de beschikbare sheets getoond. Ook in dit scherm kan via het pijltje in de kolomkop regel een sortering of filtering opgegeven worden.
Links onder wordt het aantal zichtbare rijen getoond met daarna de optie om eventueel aanwezige filtering of sortering te verwijderen.
Klik:
[ OK ] om de geselecteerde sheet(s) te annoteren
De families in de sheet worden voorzien van tags volgens het gekozen tag-sjabloon.
of[ Annuleer ] om het scherm zonder labels te plaatsen te verlaten
Klik [ Annuleer ] om het scherm te verlaten zonder labels te plaatsen.
- [ Annoteer selectie ] [ Tag selection ] om de te annoteren objecten handmatig te selecteren:
N.B.
- Als een kolom niet breed genoeg is om de gehele tekst zichtbaar te maken kan de kolombreedte aangepast worden door in de kolomkop regel op de overgang tussen twee kolommen te klikken en vervolgens de muis te verslepen. Ook kan de volledige tekst getoond worden via de tooltip.
- Links onder wordt het aantal zichtbare labels getoond met daarnaast de optie om een eventueel aanwezig filter of sortering te verwijderen.
- Zoals hierboven beschreven hebben de schermen voor het selecteren van labels, views en sheets de mogelijkheid om een filtering en/of sortering op een kolom te definiëren. Dit gebeurt door op het pijltje te klikken in de kolomkop regel van de desbetreffende kolom:
- Er verschijnt een popup scherm met de volgende mogelijkheden:
- Sorteer van A tot Z = de regels oplopend sorteren op de kolomwaardes.
- Sorteer van Z tot A = de regels aflopend sorteren op de kolomwaardes.
- Verwijderen sortering = sortering op kolom ongedaan maken.
- Aangepast filter = Definieer een filter op de kolom waardes door een 'operator' en een 'filterwaarde' te selecteren. De interface voor definiëren van het filter wordt getoond door met de muis boven de tekst 'Aangepaste filter' te hooveren. Klik vervolgens op de getoonde tekst 'Voeg een aangepast filter toe'. Er verschijnt een popup scherm waarin geselecteerd kan worden:
- Een 'filteroperator' met de keuzes:
- gelijk
- is niet gelijk aan
- begint met
- beging niet met
- eindigt op
- eindigt niet op
- bevat
- bevat niet.
- Vervolgens kan een 'filterwaarde' opgegeven worden.
- Klik:
- [ OK ] om het aangepaste filter toe te passen
of - [ Annuleer ] om het scherm te verlaten zonder een aangepast filter toe te passen
- [ OK ] om het aangepaste filter toe te passen
- Een 'filteroperator' met de keuzes:
- Verwijder filter = maak eventueel gedefinieerd aangepast filter ongedaan
- Via het invoerveld kan een globale zoekwaarde opgegeven worden
- Via checkboxen kunnen 1 of meerdere kolomwaardes handmatig geselecteerd worden.
Tag sjablonen onderhouden
Als gebruiker kunt u de sjablonen die gebruikt worden bij het plaatsen van labels aanmaken, wijzigen of verwijderen.
Volg onderstaande stappen voor het onderhouden van tag-sjablonen:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tag sjablonen onderhouden ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij de beschikbare labels getoond worden.
Het scherm heeft filter en sorteringsmogelijkheden via het pijltje in de kolomkop regel. - Het scherm heeft de volgende mogelijkheden:
Klik:
- [ Nieuw ] [ New template ] om een nieuw tag-sjabloon toe te voegen
- [ Bewerk ] [ Edit template ] om een geselecteerd tag-sjabloon aan te passen
- [ Verwijder ] [ Remove template ] om een geselecteerd tag-sjabloon, na bevestiging, te verwijderen
- [ Annuleer ] om het scherm te verlatenklik het gewenste resultaat
De functies [ Nieuw ] en [ Bewerk ] tonen hetzelfde scherm met dezelfde functionaliteiten.
Bij de functie [ Nieuw ] is het scherm leeg
Bij de functie [ Bewerk ] is het scherm gevuld met de gegevens van het geselecteerde tag-sjabloon
Het scherm voor het toevoegen en aanpassen van tag-sjablonen heeft de volgende indeling:
- Bovenaan in het 'Sjabloon' kader de informatie van de geselecteerde tag-sjablonen (Naam, Afmeting, Informatie)
- Naam
- Afmeting informatie
- Tag informatie
- Aan de linkerzijde de toe te passen Tag Families:
In dit deel kader wordt gedefinieerd in welke situatie de Tag Family gebruikt wordt.
De Tag Families worden gedefinieerd via een 'Tree' view met 4 niveaus:- De 'Omschrijving' van het Tag sjabloon (zoals opgegeven in het 'Sjabloon' / 'Template' kader).
- Sub groups:
Via een 'Sub group' kunnen meerdere families gecombineerd worden waarop de onderliggende Tag Families van toepassing zijn. - Revit Categorieën:
Via 'Revit Category' kan gedefinieerd worden op welke Revit Category de onderliggende families van toepassing zijn. - Tag Family namen:
De namen van de toe te passen Tag families.
Dit kader heeft een aantal functie knoppen: De werking hiervan is afhankelijk van het actieve niveau in de 'Tree' view.
Het betreft de volgende knoppen: (Links boven in het kader):Hiermee kan een in het Revit model geplaatste Family, waaraan 1 of meerdere Tag Families gekoppeld zijn, geselecteerd worden.
De werkwijze is als volgt:- Selecteer in het linker kader het 'Tree'-niveau waaronder de Tag Family geplaatst moet worden.
- Klik op de knop
Het Revit model wordt getoond met een selectiecursor. - Selecteer 1 of meerdere Revit Families waaraan 1 of meerdere Tag Families gekoppeld zijn.
Klik: - [ Finish ] (in de Revit status regel) om de selectie te bevestigen
of - [ Cancel ] om de selectiefunctie af te breken.
- De geselecteerde Familie wordt toegevoegd aan de lijst in het kader 'Family namen'
- De gekoppelde Tag Families worden toegevoegd onder het niveau dat in het linker kader geselecteerd is. Als de juiste Revit Category niveaus niet aanwezig zijn dan worden deze eerst aangemaakt. De Tag Families worden altijd onder een Revit Category niveau geplaatst
- Shared Nested Families kunnen op deze manier niet geselecteerd worden. Deze moeten handmatig toegevoegd worden.
(1e knop rechts in het kader):
- Bij selectie van de 'Sjabloon omschrijving' wordt via deze knop een nieuwe 'Sub group' toegevoegd
- Bij selectie van een 'Sub group' wordt via deze knop een Revit Category onder deze 'Sub group' toegevoegd.
Deze 'Sub group' heeft de waarde 'INVALID' totdat er later een Revit category wordt toegekend via het 'Tag Categorie' kader. - Bij selectie van een Revit Category wordt via deze knop een Family onder deze Revit Category toegevoegd.
De exacte definitie van de Tag Family kan later bepaald worden via het 'Tag data' kader.
(2e knop, rechts in het kader):Hiermee kan een kopie gemaakt worden van een geselecteerde Tag Family binnen dezelfde 'Sub group'. Dit kan handig zijn als een variant gedefinieerd moet worden van dezelfde Tag Family.
Deze functie werkt niet voor andere niveaus in de 'Tree'(3e knop, rechts in het kader):Hiermee kan een geselecteerd niveau, inclusief alle onderliggende waardes, verwijderd worden.
- Rechts boven, in het kader 'Familie namen', een overzicht van de families waarop de Tag families van toepassing zijn.
Hierbij zijn wildcards (*) toegestaan. - Rechts in het midden, in het kader 'Tag Categorie', wordt de van toepassing zijnde Revit Category van de, in het linker paneel, geselecteerde Tag weergegeven.
- Rechts onder, in het kader 'Tag data', wordt de data van de, in het linker paneel, geselecteerde Tag familie weergegeven.
Deze data definieert hoe de Tag Family in het model geplaatst moet worden.
Nieuw Tag sjabloon aanmaken
Tip:
Kopieer de Family namen en Family Type namen naar een tekst bestand om deze te hergebruiken i.p.v. in te typen.
Nieuw Tag sjabloon aanmaken 'from scratch'
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tag sjablonen onderhouden ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij de beschikbare Tag sjablonen getoond worden. - Klik [ Nieuw ] [ New template ]
- In het kader 'Template' / Sjabloon':
Vul in:- Bij 'Name' de naam van het nieuwe tag-sjabloon
- Bij 'Size information' de afmeting informatie
- Bij 'Tag information' de Tag informatie
Deze informatie wordt getoond in het linker kader
- Selecteer in het linker kader de nieuw aangemaakte regel
- Klik
voor het aanmaken van een 'Sub group'
- Klik [+] voor de sjabloon/template naam om de 'Sub group' zichtbaar te maken.
- Selecteer de aangemaakt 'Sub group'
In het 'Familynames' kader:- Selecteer de eerste (lege) regel
- Vul de naam in van de Families welke voorzien moeten worden van annotaties.
Wildcards (*) zijn toegestaan, er dient minimaal 1 regel opgegeven te worden.
- Selecteer de 'Sub group'
- Klik
voor het aanmaken van een 'Tag Category' group
- Klik [+] voor de 'Sub group' om de 'Tag Category' group zichtbaar te maken
- Selecteer de 'Sub group' "INVALID"
Het kader 'Tag Category' wordt actief:- Selecteer de gewenste Revit Category van de te annoteren Families
- Activeer de optie 'Scale with view' indien de tag verschaald moet worden als de schaal van de view wijzigt.
- Selecteer de gewijzigde 'Revit Category' (OST_<Category>)
- Klik
voor het aanmaken van een nieuwe 'Tag Family naam' groep.
- Klik [+] voor de 'Revit Category'
Het kader 'Tag Data' wordt actief. - De gegevens van de geselecteerde 'Tag Family naam' moeten opgegeven worden:
- Rotatie:
Hiermee kan de hoekrange ingesteld worden van de te annoteren Family waarop de Tag Family van toepassing is. De range wordt ingesteld door twee waarden in graden:- Groter of gelijk aan/Greater equal than.
- Kleiner dan/Less than.
- Familiedefinitie:
- Tag Family name/naam
- Tag Family Type name/naam
- Path/Pad
Via de knopachter deze 3 velden kan een Tag Family geselecteerd worden uit de TheModus bibliotheek.
- Positie:
- X: (afstand in de X-richting van de bron Family)
- Y: (afstand in de Y-richting van de bron Family)
- Z: (afstand in de Z-richting van de bron Family )
- View types:
Klikom uit de lijst met View Types de gewenste View Types te selecteren:
- AreaPlan
- CeilingPlan
- Detail
- DraftingView
- Elevation
- EngineeringPlan
- FloorPlan
- Section
- ThreeD
- Oriëntatie/Orientation. Keuze uit:
- Horizontaal
- Vertikaal
- Volgens de rotatie van de annoteren Family
- Leaderline:
- Aan om een Leaderline te plaatsen
- Uit om geen Leaderline te plaatsen
- Rotation angle (degrees)/Rotatiehoek (graden) voor het instellen van de standaard hoek van de Tag Family
- Rotatie:
- Klik
om de bestaande instellingen te kopiëren en aan te passen voor een andere weergave
- Indien gereed klik:
- [ Save ] / [ Opslaan ] om de opgegeven waarden op te slaan.
Het scherm blijft 'open'. De instellingen kunnen niet meer overschreven worden. Gebruik de functie [ Edit Template ] om verdere wijzigingen door te voeren. - [ Save Close] / [ Opslaan Sluiten ] om de opgegeven waarden op te slaan en het instellingen scherm te verlaten.
- [ Cancel ] / [ Annuleer ] om het instellingen scherm te verlaten zonder de opgegeven waarden te bewaren.
- [ Save ] / [ Opslaan ] om de opgegeven waarden op te slaan.
Nieuw Tag sjabloon aanmaken o.b.v. geplaatste families:
Voor deze functie dient de Family geplaatst en voorzien te zijn van de gewenste Tag(s).
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tag sjablonen onderhouden ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij de beschikbare Tag sjablonen getoond worden. - Klik [ Nieuw ] [ New template ]
- In het kader 'Template' / Sjabloon':
Vul in:- Bij 'Name' de naam van het nieuwe tag-sjabloon
- Bij 'Size information' de afmeting informatie
- Bij 'Tag information' de Tag informatie
Deze informatie wordt getoond in het linker kader
- Selecteer in het linker kader de nieuw aangemaakte regel
- Klik
voor het selecteren van een geplaatste Family
- Gevuld wordt:
- De Familynames (geselecteerde family)
- De Tag Category
- De Tag Data
- Rotatie
- Familiedefinitie
- Positie
- View types
- Oriëntatie/Orientation
- Leaderline
- Rotation angle (degrees) / Rotatiehoek (graden)
- Controleer de ingevulde gegevens.
- Indien gereed klik:
- [ Save ] / [ Opslaan ] om de opgegeven waarden op te slaan.
Het scherm blijft 'open'. De instellingen kunnen niet meer overschreven worden. Gebruik de functie [ Edit Template ] om verdere wijzigingen door te voeren. - [ Save Close] / [ Opslaan Sluiten ] om de opgegeven waarden op te slaan en het instellingen scherm te verlaten.
- [ Cancel ] / [ Annuleer ] om het instellingen scherm te verlaten zonder de opgegeven waarden te bewaren.
- [ Save ] / [ Opslaan ] om de opgegeven waarden op te slaan.
- Klik [ Annuleer ] of [ X ] om het Sjabloonscherm te sluiten.
Bestaand Tag sjabloon aanpassen
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tag sjablonen onderhouden ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij de beschikbare labels getoond worden.
Het scherm heeft filter en sorteringsmogelijkheden via het pijltje in de kolomkop regel. - Selecteer het te wijzigen 'Tag Sjabloon'.
- Klik [ Bewerk ] [ Edit template ]
- Wijzig de gewenste gegevens.
- Klik:
- [ Save ] om het gewijzigde sjabloon op te slaan.
- [ Save Close ] om het gewijzigde sjabloon op te slaan en terug te gaan naar het hoofdscherm.
- [ Cancel ] om de wijzigingen ongedaan te maken en de functie af te breken.
Bestaand Tag sjabloon verwijderen
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en vervolgens [ Tag sjablonen onderhouden ]
Het zoekscherm wordt geopend, waarbij de beschikbare labels getoond worden.
Het scherm heeft filter en sorteringsmogelijkheden via het pijltje in de kolomkop regel. - Selecteer het te verwijderen Tag-sjabloon
- Klik [ Verwijder ] [ Remove template ]
De vraag of het sjabloon definitief verwijderd moet worden komt op. - Klik:
- [ Ja ] om het sjabloon te verwijderen
Het sjabloon wordt verwijderd - [ Nee ] als je de sjabloon wilt behouden.
Het hoofdscherm wordt opnieuw getoond.
- [ Ja ] om het sjabloon te verwijderen
N.B.
- De Tag Family sjabloon instellingen worden opgeslagen in een .json-formaat. Bij de eerdere versies van de Tag functionaliteiten werden deze in een .xml-formaat opgeslagen. Indien er bij het opstarten nog geen .json-bestand aanwezig is maar wel een .xml-bestand, dan wordt het .xml-bestand geconverteerd naar het .json-formaat. Dit zorgt ervoor dat eventueel door de gebruiker gemaakte aanpassingen aan het .xml-bestand ook verwerkt worden in het .json-bestand.
- Als er bij een Tag Family geen locatie is opgegeven, dan moet deze al in het project aanwezig zijn om te kunnen gebruiken.
Maatvoering
Communicatie is één van de belangrijkste aspecten in de bouw. Met name omdat er zo veel partijen betrokken zijn. Slechte communicatie is dan ook één van de grootste veroorzakers van faalkosten. Het correct weergeven van maatlijnen is een belangrijk communicatie middel, en moet derhalve goed zijn. Maatlijnen die ontbreken, maatlijnen die niet correct zijn gerefereerd, of maatlijnen die zelfs handmatig zijn bijgewerkt leiden dan ook direct tot faalkosten.
‘TheModus Dimension’ ondersteunt de modelleur met het verwerken van correcte maatvoering op de bladen. Hiermee wordt de modelleur behoorlijk ontlast van een tijdrovende activiteit. Behalve het tijdsvoordeel is er ook nog een groot voordeel voor de BIM Manager. Hij kan ervan uitgaan dat de tekeningen zo rijk mogelijk en zo correct mogelijk zijn voorzien van correcte maatvoering.
‘TheModus Dimension’ maakt gebruik van sjablonen. Voor iedere verschillend werkproces zijn andere sjablonen gewenst. In de sjablonen worden alle eigenschappen vastgelegd hoe de maatvoering moet plaatsvinden. Meer uitleg over de sjablonen is beschikbaar in de volgende paragrafen.
‘TheModus Dimension’ ondersteunt verschillende werkstromen. De verschillende werkstromen staan in de volgende paragrafen beschreven.
Voorbereiden BIM-model
‘TheModus Dimension’ tekent maatlijnen conform de Autodesk Revit methode. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van ‘Dimensions’. Ter voorbereiding adviseren we de BIM modellen, of nog beter de project templates, te voorzien van ‘Linear Dimension Types’, waarbij een ‘Type’ voorzien is van een ‘Continuous’ ‘Dimension String Type’ en een ‘Type’ voorzien is van een ‘Ordinate’ ‘Dimension String Type’. Deze instellingen kunt u vinden onder de knoppenbalk ‘Annotate’ en dan klikken op ‘Dimension’.
Indien u gebruik gaat maken van ordinaat maatvoering, dan wordt deze altijd voorzien vanaf een nulpunt. TheModus heeft hiervoor componenten direct beschikbaar. Open het TheModus zoekscherm met het zoekcriterium “nulpunt”. U vindt hier enkele componenten.
De maatlijnen worden gerefereerd aan ‘Reference Planes’. Deze werkvlakken zijn beschikbaar in de ‘Revit Families’, en worden door de content bouwer gemaakt. Deze werkvlakken moeten voorzien zijn van een naam, en mogen niet van het type “Not a reference” zijn.
Net zoals ‘TheModus Documentation’ maakt ook ‘TheModus Dimension’ gebruik van de project parameter ‘Sub-Discipline’. Deze parameter is van het type ‘Text' en moet zijn toegevoegd aan de categorie ‘Views’. Deze parameter wordt gebruikt om alle views in de verschillende lijsten te structureren.
Afbakening
Met ‘TheModus Dimension’ kunnen nagenoeg alle ‘custom families’ worden voorzien van maatvoering in een project.
Daarnaast ondersteunen diverse werkstromen de maatvoering van wanden, vloeren, leidingen, connectoren.
Inrichten sjabloon
Voor het maatvoeren van elementen, gebouwdelen of gebouwen zijn enkele instellingen nodig. Deze instellingen worden opgeslagen in een sjabloon.
Voor het inrichten van een sjabloon is beperkte Revit kennis nodig. Met name de inrichting van maatlijnen in Revit is van belang. Er wordt geadviseerd om een BIM-manager de sjablonen in te laten richten. Cadac kan uiteraard ook op basis van consultancy ondersteunen.
Het inrichten van de sjablonen heeft de volgende doelen:
- Te komen tot een maximale tijdsbesparing voor de modelleur;
- Te komen tot een goede proces ondersteuning;
- Te komen tot een maximaal kwaliteitsniveau van maatvoering.
Afhankelijk van de soort maatvoering, zullen meerdere sjablonen noodzakelijk zijn. Een elektra plan zal een totaal ander sjabloon behoeven dan een kozijnstaat.
U kunt sjablonen maken, kopiëren, verwijderen en wijzigen.
Volg onderstaande stappen voor het maken en onderhouden van sjablonen:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Een nieuw sjabloon maken:
- Klik
(Sjabloon aanmaken) om een nieuw sjabloon te maken;
- Geef bij 'Naam' een duidelijke naam op welke het proces beschrijft voor de maatvoering;
- Richt het sjabloon in (zie voor vervolgstappen: Inrichten sjabloon/wijzigen inrichting bestaand sjabloon );
Indien gebruik gemaakt wordt van 'ordinate' maatvoering dient een 'Nulpunt element' opgegeven te worden voordat de sjabloon opgeslagen kan worden. - Klik [ Opslaan ]
Het sjabloon wordt opgeslagen.
- Klik
- Een bestaand sjabloon kopiëren:
- Selecteer het bron sjabloon;
- Klik
(Kopiëren) om een kopie te maken van een bestaand sjabloon;
- Geef bij 'Naam' een duidelijke naam op welke het proces beschrijft voor de maatvoering;
- Richt het sjabloon in (zie voor vervolgstappen: Inrichten sjabloon/wijzigen inrichting bestaand sjabloon );
- Klik [ Opslaan ]
Het sjabloon wordt opgeslagen;
- Een bestaand sjabloon verwijderen:
- Selecteer het sjabloon welke u wilt verwijderen;
- Klik
(Verwijderen)
- Klik:
- [ Ja ] om het sjabloon te verwijderen
Het sjabloon wordt verwijderd. - [ Nee ] om het sjabloon te behouden
- [ Ja ] om het sjabloon te verwijderen
- Een bestaand sjabloon wijzigen:
- Selecteer het sjabloon welke u wilt wijzigen;
- Klik
(Instellen)
- Richt het sjabloon in (zie voor vervolgstappen: Inrichten sjabloon/wijzigen inrichting bestaand sjabloon );
- Klik [ Opslaan ]
Het sjabloon wordt opgeslagen;
Inrichten sjabloon/wijzigen inrichting bestaand sjabloon
Volg onderstaande stappen voor het inrichten van sjablonen:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Maak een nieuw sjabloon en selecteer deze om in te stellen
of - Selecteer een bestaand sjabloon om deze te wijzigen.
- Klik
(Instellen)
- Selecteer bij 'Type maatvoering' de gewenste werkstroom. Zie ‘Werkstromen’ voor meer informatie;
- Selecteer bij 'Maatstijl' het gewenste type maatlijn. De lijst toont alle beschikbare ‘Lineair Dimension Types’ in het actieve BIM-model. Bij sommige werkstromen wordt deze lijst nog eens gefilterd op de waarde ‘Ordinate’ of ‘Continuous’ bij de eigenschap ‘Dimension String Type’.
Dimensions worden ingesteld onder ‘Annotate’ – ‘Dimension’ – ‘Lineair Dimension Types’. - Bij sommige werkstromen kunt u kiezen uit een (primaire) 'Maatstijl' en een 'Secundaire maatstijl' om onderscheid te maken tussen hoofdmaten en overige maten. Selecteer bij 'Secundaire maatstijl' het gewenste type maatlijn.
- Geef bij 'Afstand tot element' de afstand (in millimeters) op tussen het element (de ‘bounding box’ van het element) en de dichtstbijzijnde maatlijn.
- U kunt in het sjabloon een filter vastleggen van de categorieën van elementen. Indien geen categorieën geselecteerd, dan worden alle elementen voorzien van maatvoering. Indien categorieën zijn vastgelegd, dan worden alleen de elementen van de geselecteerde categorieën voorzien van maatvoering.
- Klik
(Selecteer te filteren categorieen) om de lijst met categorieën te openen.
- Vink de gewenste categorieën aan
- Klik [ OK ]
- Klik
- In sommige gevallen is het gewenst om ook ‘shared nested families’ te voorzien van maatvoering. Activeer 'Geneste families toestaan' [] om ook deze families te voorzien van maatvoering;
- Objecten welke deels zichtbaar zijn in de view kunnen overgeslagen worden. Geef de minimale zichtbaarheid van de objecten op in %.
Objecten minder dan ...% zichtbaar worden niet gemaatvoerd. - Voor het maatvoeren van onder andere standleidingen is een speciale functie toegevoegd, zodat ook deze van maten kunnen worden voorzien. Activeer 'Alleen verticale connectoren' [ ]om standleidingen te voorzien van maatvoering. Deze functie is beschikbaar bij voor werkstromen:
- Bij 'Referentie 1' t/m 'Referentie 5' kunt u de referenties opgeven waaraan de maatlijnen worden gekoppeld.
'TheModus Maatvoering' maakt gebruik van de referentievlakken in een familie. Deze referentievlakken moeten voorzien zijn van een naam, en mogen niet van het type “Not a reference” zijn. Bij alle werkstromen kunnen referenties opgeven worden bij 'Referentie 1'.
Bij de werkstroom ‘Maatvoering element lineair’ kunnen ook 'Referentie 2' t/m 'Referentie 5'opgeven worden. Deze werkstroom ondersteund het om maatlijnen van meerdere niveaus in een gewenste volgorde te genereren. Het invoeren van referenties is eenvoudig:- Klik
(Selecteer een family om reference planes uit te lezen)
- Selecteer een object in het BIM-model welke representatief is.
- Klik
Er wordt nu een lijst met beschikbare referentie vlakken in de familie geopend. - Selecteer de gewenste referenties
- Klik [ OK ]
De referenties worden overgenomen.
U kunt referenties ook opgeven in het tekstvak. Meerdere referenties worden middels een ‘;’ gescheiden. Met ‘(*)’ kunt u meerdere referenties opgeven die voldoen aan een bepaald kenmerk. Bijvoorbeeld Center (*).
- Klik
- Indien gewenst kan het gerefereerde element of categorie weergegeven worden bij de maatlijn. De maatlijn kan dan alleen dit element of categorie vertegenwoordigen. Voor de werkstroom ‘Maatvoering bouwkundige samenstellingen’ en de functie 'Groepeer maatlijnen op' ontwikkeld welke de maatlijn specifiek per ‘Family’, ‘FamilyType’ of ‘Category’ kan groeperen en tevens daarbij de naam plaatst.
- Geef bij 'Groepeer maatlijnen op' de gewenste instelling op:
- Geen
- Categorie
- Family
- Family type
- Type commentaar
- Type omschrijving
- Geef bij 'Groepeer maatlijnen op' de gewenste instelling op:
- Voor de werkstroom 'Maatvoering element tot nulpunt' is een nulpunt noodzakelijk. Dit nulpunt moet bepaald worden door de gebruiker. ‘TheModus Dimension’ maakt in deze gebruik van een component, welke in de bibliotheek beschikbaar is.
- Klik
(Selecteer nulpunt family (detail item, generic model)) en selecteer het element welke als nulpunt fungeert. U kunt ook meerdere nulpunten gebruiken. De elementen die bij een bepaald nulpunt horen, moeten dan een gelijke waarde hebben. Dit kan met behulp van een project parameter van het type 'text'. Selecteer bij 'Gelijke parameter waarde' de parameter welke de gelijke waarde heeft.
- Klik
- Klik [ Opslaan ]
Werkstromen
‘TheModus Dimension’ ondersteunt diverse werkstromen. Deze werkstromen zijn niet element afhankelijk, maar proces afhankelijk!
Maatvoering element lineair
De werkstroom ‘Maatvoering elementen lineair’ voorziet ieder afzonderlijk element van maatvoering. Volgens deze werkstroom worden productietekeningen van specifieke elementen voorzien van maatvoering. Deze werkstroom is bedoeld voor het weergeven van de afmetingen van elementen. Een typisch voorbeeld is een kozijnstaat.
Indien gelijkwaardige elementen op eenzelfde ‘View’ staan, dan worden al deze elementen afzonderlijk voorzien van maatvoering.
Typisch bij deze werkstroom is dat er meerdere maatlijnen geplaatst kunnen worden onder elkaar, waarbij iedere maatlijn zijn eigen detail niveau heeft.
Volg onderstaande stappen voor het maatvoeren van een element:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Selecteer een sjabloon welke behoort bij de werkstroom.
De bouwer van de sjablonen zal de sjablonen doorgaans een naam geven welke verwijst naar het proces, en niet naar de specifieke werkstroom; - Maak een selectie van de te maatvoeren elementen, kies:
- 'Actieve view' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon. Alle elementen die voldoen worden voorzien van maatvoering;
- 'Selectie' als u zelf een selectie wilt maken in de actieve view van elementen. Zodra de procedure wordt gestart, wordt u gevraagd de elementen te selecteren.
- Klik
als de selectie volledig is;
- Klik
- 'Lijst van views' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon in alle geselecteerde ‘Views’.
- Klik
(Selecteer views om te maatvoeren) om de views te selecteren.
- Selecteer alle views, klik [ OK ]
- Klik
- U kunt ook de elementen in linked files voorzien van maatvoering. Activeer [] 'Inclusief elementen in linked file (vertragend!)' om linked files mee te nemen.
Let op! De linked files worden apart geanalyseerd, en werkt als gevolg vertragend. - Geef bij 'Bestaande maatvoering'aan wat er moet gebeuren met eerder geplaatste maatvoering door ‘TheModus Dimensions’. Kies:
- '<geen>' als bestaande maatvoering niet moet worden geanalyseerd. Er worden dan nieuwe maatvoering bijgeplaatst.
- 'Verwijder eerder geplaatste maatlijnen van element' als bestaande maatvoering moet worden verwijderd voordat de nieuwe wordt aangebracht.
- 'Element overslaan bij dimensioneringsactie' als bestaande maatvoering moet worden behouden. Het element wordt dan overgeslagen. Er wordt alleen bij nieuwe elementen een maatlijn geplaatst.
- Geef bij 'Positie maatvoering' aan op welke positie ('Boven', 'Onder', 'Links', 'Rechts') t.o.v. het gekozen object de maatvoering geplaatst moet worden.
Alle combinaties zijn mogelijk. - Klik [ STARTEN ]
De maatvoering wordt aangebracht bij de gekozen elementen in de gekozen views.
Maatvoering element ordinaat
De werkstroom ‘Maatvoering element ordinaat’ voorziet ieder afzonderlijk element van maatvoering. Echter ligt de focus niet op de afmetingen van de elementen, maar de positie van de elementen, en wel ten opzichte van een nulpunt. Volgens deze werkstroom worden overzichtstekeningen van elementen voorzien van maatvoering. Een typisch voorbeeld is een installatietekening voor schakelmateriaal.
Volg onderstaande stappen voor het maatvoeren van een element:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Selecteer een sjabloon welke behoort bij de werkstroom.
De bouwer van de sjablonen zal de sjablonen doorgaans een naam geven welke verwijst naar het proces, en niet naar de specifieke werkstroom; - Maak een selectie van de te maatvoeren elementen, kies:
- 'Actieve view' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon. Alle elementen die voldoen worden voorzien van maatvoering;
- 'Selectie' als u zelf een selectie wilt maken in de actieve view van elementen. Zodra de procedure wordt gestart, wordt u gevraagd de elementen te selecteren.
- Klik
als de selectie volledig is;
- Klik
- 'Lijst van views' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon in alle geselecteerde ‘Views’.
- Klik
(Selecteer views om te maatvoeren) om de views te selecteren.
- Selecteer alle views, klik [ OK ]
- Klik
- U kunt ook de elementen in linked files voorzien van maatvoering. Activeer [] 'Inclusief elementen in linked file (vertragend!)' om linked files mee te nemen.
Let op! De linked files worden apart geanalyseerd, en werkt als gevolg vertragend. - Geef bij 'Bestaande maatvoering'aan wat er moet gebeuren met eerder geplaatste maatvoering door ‘TheModus Dimensions’. Kies:
- '<geen>' als bestaande maatvoering niet moet worden geanalyseerd. Er worden dan nieuwe maatvoering bijgeplaatst.
- 'Verwijder eerder geplaatste maatlijnen van element' als bestaande maatvoering moet worden verwijderd voordat de nieuwe wordt aangebracht.
- 'Element overslaan bij dimensioneringsactie' als bestaande maatvoering moet worden behouden. Het element wordt dan overgeslagen. Er wordt alleen bij nieuwe elementen een maatlijn geplaatst.
- Geef bij 'Positie maatvoering' aan op welke positie ('Boven', 'Onder', 'Links', 'Rechts') t.o.v. het gekozen object de maatvoering geplaatst moet worden.
Alle combinaties zijn mogelijk. - Geef bij 'Gelijke Maten' aan of gelijke maten binnen een bepaalde afstand ten opzichte van elkaar dubbel geplaatst mogen worden of niet. Geef daarbij de afstand op. (in meters)
- Klik [ STARTEN ]
De maatvoering wordt aangebracht bij de gekozen elementen in de gekozen views.
Tip:
- Er zijn meerdere methoden om te maatvoeren ten opzichte van meerdere nulpunten:
- Maak gebruik van scope boxen en maak voor iedere scope box een aparte view. De procedure zoekt in iedere view naar een nulpunt voor de maatvoering.
- Geef aan de hand van een parameter op welke elementen bij welk nulpunt horen. Deze parameter moet in het sjabloon zijn gemarkeerd!
Maatvoering element t.o.v. stramien
In deze werkstroom wordt ieder element afzonderlijk voorzien van maatvoering. Echter ligt de focus niet op de afmetingen van de elementen, maar de positie van de elementen, en wel ten opzichte van de stramienen. De elementen worden van maten voorzien ten opzichte van de dichts bij zijnde aslijn. Deze werkstroom wordt veelal gebruikt bij het maken van productietekeningen voor installateurs, waarbij zij verticale objecten zoals standleidingen in kaart moeten brengen.
Volg onderstaande stappen voor het maatvoeren van een element ten opzichte van het stramien:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Selecteer een sjabloon welke behoort bij de werkstroom.
De bouwer van de sjablonen zal de sjablonen doorgaans een naam geven welke verwijst naar het proces, en niet naar de specifieke werkstroom; - Maak een selectie van de te maatvoeren elementen, kies:
- 'Actieve view' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon. Alle elementen die voldoen worden voorzien van maatvoering;
- 'Selectie' als u zelf een selectie wilt maken in de actieve view van elementen. Zodra de procedure wordt gestart, wordt u gevraagd de elementen te selecteren.
- Klik
als de selectie volledig is;
- Klik
- 'Lijst van views' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon in alle geselecteerde ‘Views’.
- Klik
(Selecteer views om te maatvoeren) om de views te selecteren.
- Selecteer alle views, klik [ OK ]
- Klik
- U kunt ook de elementen in linked files voorzien van maatvoering. Activeer [] 'Inclusief elementen in linked file' om linked files mee te nemen.
Let op! De linked files worden apart geanalyseerd, en werkt als gevolg vertragend. - Geef bij 'Bestaande maatvoering'aan wat er moet gebeuren met eerder geplaatste maatvoering door ‘TheModus Dimensions’. Kies:
- '<geen>' als bestaande maatvoering niet moet worden geanalyseerd. Er worden dan nieuwe maatvoering bijgeplaatst.
- 'Verwijder eerder geplaatste maatlijnen van element' als bestaande maatvoering moet worden verwijderd voordat de nieuwe wordt aangebracht.
- 'Element overslaan bij dimensioneringsactie' als bestaande maatvoering moet worden behouden. Het element wordt dan overgeslagen. Er wordt alleen bij nieuwe elementen een maatlijn geplaatst.
- Geef bij 'Gelijke Maten' aan of gelijke maten binnen een bepaalde afstand ten opzichte van elkaar dubbel geplaatst mogen worden of niet. Geef daarbij de afstand op. (in meters)
- Geef bij 'Plaats maten buiten kader selectie' aan, als de maten niet het element mogen doorkruisen.
- Klik [ Starten ]
De maatvoering wordt aangebracht bij de gekozen elementen in de gekozen views.
Tip:
- gebruik bij deze maatvoering bij voorkeur ordinaat maatvoeringen.
Maatvoering bouwkundige samenstellingen
De werkstroom ‘Bouwkundige samenstellingen’ is vooral voor de bouwkundigen en constructeurs. Deze werkstroom maakt het mogelijk om prefab elementen inclusief onderdelen in deze elementen te voorzien van maatvoering. De werkstroom wordt vooral bedoeld voor de productie van (prefab) wanden en vloeren.
Volg onderstaande stappen voor het maatvoeren van prefab:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Selecteer een sjabloon welke behoort bij de werkstroom.
De bouwer van de sjablonen zal de sjablonen doorgaans een naam geven welke verwijst naar het proces, en niet naar de specifieke werkstroom; - Maak een selectie van de te maatvoeren elementen, kies:
- 'Actieve view' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon. Alle elementen die voldoen worden voorzien van maatvoering;
- 'Selectie' als u zelf een selectie wilt maken in de actieve view van elementen. Zodra de procedure wordt gestart, wordt u gevraagd de elementen te selecteren.
- Klik
als de selectie volledig is;
- Klik
- 'Lijst van views' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon in alle geselecteerde ‘Views’.
- Klik
(Selecteer views om te maatvoeren) om de views te selecteren.
- Selecteer alle views, klik [ OK ]
- Klik
- U kunt ook de elementen in linked files voorzien van maatvoering. Activeer [] 'Inclusief elementen in linked file' om linked files mee te nemen.
Let op! De linked files worden apart geanalyseerd, en werkt als gevolg vertragend. - Geef bij 'Bestaande maatvoering'aan wat er moet gebeuren met eerder geplaatste maatvoering door ‘TheModus Dimensions’. Kies:
- '<geen>' als bestaande maatvoering niet moet worden geanalyseerd. Er worden dan nieuwe maatvoering bijgeplaatst.
- 'Verwijder eerder geplaatste maatlijnen van element' als bestaande maatvoering moet worden verwijderd voordat de nieuwe wordt aangebracht.
- 'Element overslaan bij dimensioneringsactie' als bestaande maatvoering moet worden behouden. Het element wordt dan overgeslagen. Er wordt alleen bij nieuwe elementen een maatlijn geplaatst.
- Geef bij 'Positie maatvoering' aan op welke positie ('Boven', 'Onder', 'Links', 'Rechts') t.o.v. het gekozen object de maatvoering geplaatst moet worden.
Alle combinaties zijn mogelijk. - Geef bij 'Korte lijnen' aan of lijnen die op zeer korte afstand ten opzichte van elkaar liggen een maatlijn moeten krijgen, of niet. Geef bij 'Minimale lengte' de gewenste afstand op tussen de lijnen. Lijnen korter dan deze afstand op elkaar krijgen dan geen maatlijn.
- Klik [ Starten ]
De maatvoering wordt aangebracht bij de gekozen elementen in de gekozen views.
Maatvoering leidingsystemen
Deze werkstroom is specifiek voor het maatvoeren van leidingwerk. De focus ligt op de maatvoering van fittingen, appendages, leidingen en kanalen. Deze werkstroom wordt vooral gebruikt voor productietekeningen van (prefab) leidingsystemen.
Volg onderstaande stappen voor het maatvoeren van leidingsystemen:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Selecteer een sjabloon welke behoort bij de werkstroom.
De bouwer van de sjablonen zal de sjablonen doorgaans een naam geven welke verwijst naar het proces, en niet naar de specifieke werkstroom; - Maak een selectie van de te maatvoeren elementen, kies:
- 'Actieve view' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon. Alle elementen die voldoen worden voorzien van maatvoering;
- 'Selectie' als u zelf een selectie wilt maken in de actieve view van elementen. Zodra de procedure wordt gestart, wordt u gevraagd de elementen te selecteren.
- Klik
als de selectie volledig is;
- Klik
- 'Lijst van views' om alle elementen op te sporen welke voldoen aan de criteria zoals ingericht in het sjabloon in alle geselecteerde ‘Views’.
- Klik
(Selecteer views om te maatvoeren) om de views te selecteren.
- Selecteer alle views, klik [ OK ]
- Klik
- U kunt ook de elementen in linked files voorzien van maatvoering. Activeer [] 'Inclusief elementen in linked file' om linked files mee te nemen.
Let op! De linked files worden apart geanalyseerd, en werkt als gevolg vertragend. - Geef bij 'Bestaande maatvoering'aan wat er moet gebeuren met eerder geplaatste maatvoering door ‘TheModus Dimensions’. Kies:
- '<geen>' als bestaande maatvoering niet moet worden geanalyseerd. Er worden dan nieuwe maatvoering bijgeplaatst.
- 'Verwijder eerder geplaatste maatlijnen van element' als bestaande maatvoering moet worden verwijderd voordat de nieuwe wordt aangebracht.
- 'Element overslaan bij dimensioneringsactie' als bestaande maatvoering moet worden behouden. Het element wordt dan overgeslagen. Er wordt alleen bij nieuwe elementen een maatlijn geplaatst.
- Klik [ Starten ]
De maatvoering wordt aangebracht bij de gekozen elementen in de gekozen views.
Onderhoud BIM-model
‘TheModus Dimension’ maakt gebruik van de ‘extensible storage’. Dit is opslagruimte voor data binnen het BIM-model. In deze ‘extensible storage’ wordt geregistreerd welke maatlijnen op welke views worden geplaatst. Dat maakt het mogelijk om de maatlijnen te onderhouden.
Als een gebruiker maatlijnen, welke door ‘TheModus Dimension’ zijn gegenereerd, verwijderd, dan blijft de informatie achter in de ‘extensible storage’. Als de procedure vervolgens opnieuw wordt uitgevoerd, dan herkent ‘TheModus Dimension’ in de ‘extensible storage’ en zal geen maatlijnen tekenen. U kunt daarom de data in de ‘extensible storage’ verwijderen.
Volg onderstaande stappen voor het maatvoeren van leidingsystemen:
- Ga naar de knoppenbalk [ Cadac Revit ]
- Klik op [ Documentatie ] in het paneel [ Productiviteit ] en klik op [ Maatvoering ]
- Maak een selectie van de views, kies:
- 'Actieve view' om de data op te schonen voor de 'actieve view’;
- 'Lijst van views'om de data uit alle 'geselecteerde views’ te verwijderen.
- Klik
(Selecteer views om te maatvoeren) om de views te selecteren.
- Selecteer alle ‘views’, klik [ OK ]
- Klik
- Klik
(Verwijder TheModus dimensionering data voor de actieve view/view lijst).
- Klik:
- [ Ja ] om de data te verwijderen
- [ Nee ] om de data te behouden.
- Sluit de procedure af door te klikken op [ X ] of [ ANNULEER ]
De 'extensible storage' voor de geselecteerde view is opgeschoond.