Onderlegger -06- Deuren - TheModus Professional (Nordined)
INHOUDSOPGAVE
- Deuren
Deuren
Deuren algemeen
Algemeen
Met de opties uit menu 'Deuren' kunnen deuren worden geplaatst en eventueel worden voorzien van symbolen voor zelfsluiting, brandvertraging, geluidwering en panieksluiting.
Twee uitvoering van het deursymbool zijn mogelijk:
- Deurtype 1: recht, 15° geopend
- Deurtype 2: kwartcirkel
Het programma onthoudt de laatst gekozen uitvoering.
Het is mogelijk type en afmetingen van deur op te slaan, en als z.g. standaard deuren te kunnen plaatsen.
Voor deuren en ramen is het mogelijk een negge-maat op te geven.
Aangegeven kan worden of wanden t.p.v. deuren altijd moeten worden onderbroken.
Met de toetscombinatie <RD> (Repeat Deur) wordt direct getekend met de laatste instelling, zonder dat eerst het dialoogvenster op komt.
Menu 'Deuren'
Deuren worden inclusief de kozijnen getekend. In het venster kan uit verschillende kozijnbreedtes en deurmaten gekozen worden. Afwijkende maten kunnen handmatig worden ingetoetst.
Aangegeven kan worden of het binnen dan wel buitendeuren betreft.
Deuren kunnen getekend worden met de deur 15° geopend, of 90° geopend.
Bij dubbele deuren kan aangegeven worden of de deuren gelijke, dan wel ongelijke afmetingen hebben.
Symbolen kunnen aan deuren worden toegevoegd.
Menu 'Bewerk'
- voor oproepen dialoogvenster
- Zelfsluitend
- Brandwerend (enkel)
- Brandwerend (dubbel)
- Zelfsluitend en brandwerend
- Deur attributen
Met deze opties worden tekensymbolen voor zelfsluiting en brandvertraging op de hartlijn van geselecteerde deuren aangebracht en kunnen gegevens over brandwering, geluidwering, zwaarte van de deur, spleet en panieksluiting worden opgegeven en gewijzigd.
Plaatsen van enkele deuren
Algemeen
De volgende enkele deuren kunnen worden getekend:
- Draaideur
- Klapdeur
- Schuifdeur
- Roldeur
- Draaideur
Zowel buiten- als binnendeuren kunnen worden geplaatst.
De breedte van de kozijnstijl en van de deur kunnen gekozen of ingetypt worden.
Of deuren enkellijning danwel dubbellijnig worden getekend hangt af van de default-instellingen.
Voor deuren kan een negge worden opgegeven; deze geldt vanaf de aangewezen wandzijde.
Bij het plaatsen moet het plaatsingspunt van de deur (scharnierpunt, aanslagpunt of midden deur) aangegeven worden.
Na aangeven van het plaatsingspunt op de wand moet aangegeven worden in welke richting de rest van de deur op de wand moet komen, en naar welke kant de deur opent.
De deuren kunnen alleen op wanden getekend worden.
Met de toetscombinatie <RD> (Repeat Deur) wordt direct getekend met de laatste instelling, zonder dat eerst het dialoogvenster op komt.
Zie ook:
Wandinstellingen aanpassen:
Enkele deur plaatsen
- Wand reeds getekend
- Ortho = uit
- Klik:
Deur...
Klapdeur...
Schuifdeur...
Roldeur...
Draaideur...
Standaard deur...
- in panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
of - in menu 'Deuren'
- in panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
- Geef in het dialoogvenster de deur- en plaatsingsgegevens op:
Bij 'Standaard deur' niet van toepassing- Soort Deur (binnendeur/buitendeur)
- Afmetingen deur
- Afmetingen kozijn
- Plaats in de wand (hart/rand/negge)
- Positie van het basispunt (Links/Rechts/Midden)
- Tekenwijze (90°/15°)
- Eventueel nadere gegevens opgeven met knop [ Beveiliging ] (Zelfsluitend/Panieksluiting/Spleet onder deur/Weergave dagmaat/Brandvertragend/Geluidwerend/Loden deur)
- Deurtype opslaan?
- Klik [ Bewaar ]
- Geef naam in venster 'Bewaar deur'
- Klik [ OK ]
- Deur plaatsen op een vaste afstand van het gekozen plaatsingspunt (Scharnier/Aanslag)?
Zo ja:- Type <O> of selecteer 'Offset'
- Geef offset-afstand op (Default=0)
- Komt Scharnier-, Aanslag-, of Offset-punt, precies op snijpunt van twee wanden:
Zo ja:- Selecteer Wand
- Wijs dan de gewenste wand aan
- Wijs plaatsingspunt op wand aan: (Klikpunt 1)
- Ref. referentiepunt
- Mid2Pnt. (punt midden tussen twee aan te geven punten)
- Objectsnap (END, MID, INT)
- Geef richting van deur op de wand aan: (Klikpunt 2)
- Geef de draairichting, of schuifrichting en -zijde van de deur aan: (Klikpunt 3)
- Bij keuze 'Deur met Zijlicht':
Geef aan aan welke zijde het zijlicht moet komen.
Deurnis forceren t.b.v. ruimtedefinitie
Als een deur in een dikke wand geplaatst wordt volgt de ruimtedefinitie niet de deurnis.
Als de deurnis groter is dan 0,5m² mag deze oppervlak niet worden verwaarloosd volgens de NEN2580.
- Breek de wand t.p.v. de deur:
Klik(Breek wand) in:
- panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
of - menu 'Bewerk'
- panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
- Plaats een dunne wand in de opengebroken wand t.p.v. het deurkozijn.
Deurafmeting grafisch bepalen
- Bepalen deurafmetingen d.m.v. muis (bv. i.v.m. 'overtrekken' bestaande tekening/PDF)
- Geef geen maat op bij 'Deurbreedte'
- Klik [ OK ]
- Geef richting en breedte (incl. stijl)
- Geef stijlbreedte
- Geef draairichting
- Bij keuze 'Deur met zijlicht':
Geef aan aan welke zijde het zijlicht moet komen.
Wat kan er fout gaan
- Deur wordt foutief geplaatst
- Verwijder de deur met <UNDO>
- Plaats de deur opnieuw
- zet vóór het aanwijzen van de draairichting <F8> / <ORTHO> uit.
- Melding 'bad argument type'
- Ruimtedefinities al gegenereerd en ruimtedefinitiela(a)g(en) staan aan.
Hierdoor wordt de ruimtelijn aangewezen en niet de gewenste wand.- Zet de ruimtedefinitielagen uit:
Klik(Ruimtedefinitie uit/aan) in:
- panel 'Weergave' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
of - menu 'Bewerk'
- panel 'Weergave' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
- Plaats deur opnieuw
- Zet de ruimtedefinitielagen uit:
- Ruimtedefinities al gegenereerd en ruimtedefinitiela(a)g(en) staan aan.
Plaatsen van dubbele deuren
Algemeen
De volgende dubbele deuren kunnen worden getekend:
- Draaideuren: met gelijke en ongelijke deuren
- Klapdeuren: met gelijke en ongelijke deuren
- Schuifdeuren: met gelijke deuren
De breedte van de kozijnstijl en van de deur(en) kunnen gekozen of ingetypt worden.
Na aangeven van het plaatsingspunt op de wand moet aangegeven worden in welke richting de rest van de deur is, en naar welke kant de deur opent.
De deuren kunnen alleen op wanden getekend worden en niet zomaar vrij in de ruimte.
Zie ook:
Deurinstellingen aanpassen:
Deur 1 is linksdraaiend
Deur 2 is rechtsdraaiend
Dubbele deur plaatsen
- Wand reeds getekend
- Ortho is uit
- Klik:
Dubbele deur...
Dubbele klapdeur...
Dubbele schuifdeur...
Standaard deur...
- in panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
of - in menu 'Deuren'
- in panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
- Geef in het dialoogvenster de deur- en plaatsingsgegevens op
Bij Standaard deur niet van toepassing- Soort deur (Binnendeur/Buitendeur)
- Breedte 1e deur
- Breedte 2e deur
- Afmetingen stijl
- Positie in de wand (Hart/Rand/Negge)
- Positie van het basispunt (Midden/Scharnier)
- Tekenwijze (90°/15°)
- Eventueel nadere gegevens opgeven met knop [ Beveiliging ] (Zelfsluitend/Panieksluiting/Spleet onder deur/Weergave dagmaat/Brandvertragend/Geluidwerend/Loden deur)
- Wilt U deurtype opslaan?
Zo ja:- Klik [ Bewaar ]
- Geef naam in venster 'Bewaar deur'
- Klik [ OK ]
- Wilt u de deur plaatsen op een vaste afstand van het gekozen plaatsingspunt (Scharnier)?
Zo ja:- Type <O> of selecteer 'Offset'
- Geef offset-afstand op (Default=0)
- Komt Scharnierpunt precies op snijpunt van twee wanden:
Zo ja:- Selecteer Wand
- Wijs dan de gewenste wand aan
- Wijs plaatsingspunt op wand aan: (Klikpunt 1)
- Ref.
Referentiepunt, plaatsingspunt verder bepalen met relatieve coördinaten (@x,y) - Mid2Pnt.: Punt midden tussen twee aan te wijzen punten
- Objectsnap (INT, MID, END)
- Ref.
- Bij deuren geplaatst met optie 'Scharnierpunt':
Geef richting rest van de deuren op de wand aan
(Klikpunt niet aangegeven in illustratie - Geef draai- of schuifrichting aan: (Klikpunt 2)
Bewerken deurgegevens
Algemeen
Geplaatste deuren kunnen achteraf worden voorzien van symbolen voor zelfsluiting en brandvertraging. Deze worden op de hartlijn van geselecteerde deuren aangebracht.
Voor het verbreden van een deur, of het verplaatsen van een deur moeten de AutoCAD-commando's <STRETCH> en/of <MOVE> worden gebruikt.
In gevels kan het commando <MOVE> niet worden gebruikt; bij buitendeuren wordt de wand (t.p.v. de spouwlijnen) onderbroken; voor het verplaatsen van deuren zal dan het commando <STRETCH> gebruikt moeten worden.
Het verwijderen van deuren gebeurt met het commando <ERASE>.
Bij het bepalen van de deurtype en -afmetingen kan in het venster met knop [ Beveiliging ] aangegeven worden welke gegevens bij het plaatsen al zichtbaar gemaakt moeten worden.
Met de functie 'Deuren...' in menu 'Bewerk' kunnen de gegevens achteraf zichtbaar gemaakt worden.
Plaatsen en bewerken symbolen bij deur
- Deur getekend
- Klik
(Deuren...) in:
- Panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
of - menu 'Bewerk'
- Panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
- Geef in venster 'Beveiliging deur' de gewenste gegevens op
- Klik [ OK ]
- Wijs hartlijn van de deur aan: (Klikpunt 1.)
Verwijderen speciale deurgegevens
- Deur getekend
- Klik
(Deuren...) in:
- panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
of - menu 'Bewerk'
- panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
- Zet in venster 'Beveiliging deur' ongewenste gegevens uit
- Klik op knop [ OK ]
- Wijs hartlijn van de deur aan: (Klikpunt 1.)
- Verwijder de nog zichtbare attributen met <ERASE>
Standaard deuren opslaan en inlezen
Algemeen
Als een bepaalde type deur met een bepaalde maat regelmatig moet worden getekend kan deze deur als Standaard deur worden opgeslagen. Bij het plaatsen van de deur is het dan voldoende de betreffende standaard deur op te vragen. Afmetingen en type hoeven dan niet meer worden opgegeven.
De plaatsingsopties worden niet vastgelegd.
De gegevens worden opgeslagen in bestand:
C:\Users\<Gebruiker\Appdata\Roaming\Cadac Group\Techniek 10.x\Ol\U\Ol.ini
Zie ook:
Opslaan Standaard deur
- Selecteer in panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
of
menu 'Deuren' de gewenste soort deur: - Geef in het dialoogvenster de gegevens op
- Klik [ Bewaar ]
- Geef in venster 'Bewaar deur' de naam voor de standaard deur.
- Klik [ OK ]
Ophalen Standaard deur
- Klik
(Standaard deur) in:
- panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
of - menu 'Deuren'
- panel 'Deuren' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
- Selecteer gewenste deur in venster 'Selecteer deur'
- Klik [ OK ]
- Plaats de deur.