• Cadac. Enabling digital starts here.
  • Autodesk Platinum Partner
  • Cadac Loyalty Program: exclusieve voordelen & cashback
  • +31 88 9322 333

Onderlegger -03- Starten / Stoppen - TheModus Professional (Nordined)


Laatst gewijzigd op: 26 oktober 2022

INHOUDSOPGAVE



Starten / Stoppen


Starten tekening


Algemeen

Om een nieuwe tekening te starten moet eerst met de Nordined-Techniek snelkoppeling/menukeuze een (tekening)map worden gekozen. Vervolgens wordt AutoCAD gestart.

Daarna kan de gewenste Nordined-Applicatie worden gekozen.

Daarna moeten tekeninginstellingen worden opgegeven.

Een bestaande tekening kan ook vanuit de Windows-Verkenner worden gestart door dubbelklikken op het tekening-bestand. De tekening wordt dan gestart met de applicatie van waaruit de tekening ook is opgeslagen.


Nieuwe tekening starten

  1. Klik op Windows Start
  2. Selecteer 'Cadac Group'
  3. Selecteer
  4. Klik [ Nieuwe tekening ]
    AutoCAD wordt gestart met een lege tekening;
    Het opstartmenu verschijnt met de applicatie keuzeknoppen.
    Het venster 'Selecteer AutoCAD Tekening' blijft op de achtergrond open staan.
    Via knop  in de Start-balk, of via <Alt>+<Tab> kan het venster weer op de voorgrond worden gezet om een andere tekening te selecteren of een nieuwe tekening aan te maken.
  5. Selecteer [ Onderlegger ] in venster 'Opstart menu
  6. Geef in venster 'Instellingen Kader' de opzet van de tekening op:
    • Plotschaal – voor bepaling kadergrootte en teksthoogte op plot (Verplicht)
    • Teksthoogte (Verplicht)
    • Papierformaat
    • Kaderinstellingen – marges, vouwlijnen
    • Plaatsen kader:
      • Geen
      • Volledig
      • Referentie
      • Block
    • Plaats Stempel (Onderhoek)
      • Geen
      • Stempelkeuze:
        • Afdeling
        • Tekeningcategorie
        • Symboolnaam
  7. Klik [ OK ]
    Tekeninginstellingen worden verwerkt.
    Indien opgegeven, worden kader, stempel, snijlijnen en vouwlijnen geplaatst.


Bestaande tekening starten

  1. Klik op Windows Start
  2. Selecteer 'Cadac Group'
  3. Selecteer
  4. Selecteer in venster 'Selecteer AutoCAD Tekening' de map en de gewenste tekening
  5. Klik op knop [ Openen ]
    De tekening wordt gestart met de applicatie waarmee de tekening is opgeslagen.


Tekening starten via Windows Verkenner

  1. Start Windows Verkenner (Windows Explorer)
  2. Selecteer de schijf en map van de gewenste tekening
  3. Dubbelklik op het gewenste tekening-bestand
    De tekening wordt gestart met de applicatie waarmee de tekening is opgeslagen.


Tekening starten uit lijst met recent bewerkte bestanden

  1. Klik op Windows Start
  2. Dubbelklik op het gewenste tekening-bestand in de lijst 'Recente bestanden'
    De tekening wordt gestart met de applicatie waarmee de tekening is opgeslagen.


Terug naar Inhoudsopgave


Koppelen tekening aan huidige tekening


Algemeen

Als een bestaande bouwkundige CAD-tekening moet worden overgetekend binnen Onderlegger of de Onderlegger tekening is gereed, dan kan die tekening gekoppeld worden aan de nieuw te maken tekening.

Dit koppelen kan op twee manieren gebeuren:

  • Met het standaard AutoCAD commando <XREF>.
  • Met het Handige Hulp commando <XA>.

De gekoppelde tekening (XREF-tekening) zelf kan worden gewijzigd, indien in de Xref-tekening zelf is aangegeven dat dit is toegestaan (Options, Tabblad Open and Save, Allow other users to refedit current drawing).

Lagen van de XREF-tekening kunnen aan/uit gezet worden;

Laagkleuren en lijntypes van de XREF-tekening kunnen gewijzigd worden tijdens de koppeling

De laagwijzigingen worden bij het verlaten van de tekening weer ongedaan gemaakt als variabele visretain=0; als visretain=1 worden de XREF-laaginstellingen wel opgeslagen.

De XREF-koppeling kan op 2 manieren gebeuren:

  1. Attach
    Als de huidige tekening zelf met xref wordt gekoppeld komen ook de aan de huidige tekening gekoppelde xref-tekeningen mee (hele ketting)
  2. Overlay
    Als de huidige tekening zelf met xref wordt gekoppeld komen de aan de huidige tekening gekoppelde xref-tekeningen niet mee


Xref koppeling AutoCAD

  • Nieuwe tekening al actief
  1. Type <XREF>
    of
    Klik (External References Palette) in panel 'Palettes' op Ribbontab 'View'
    De XRef toolpalette wordt geopent
  2. Klik (Attach DWG) in de palette 'External Reference'
  3. Selecteer de te koppelen tekening
  4. Klik [ Open ]
  5. Geef in venster 'Attach External Reference' op:
    • Reference type:
      • Attach
      • Overlay
    • Insertion point (Invoegpunt)
      Meestal X=0, Y=0, Z=0.
      of
      Activeer 'Specify on screen' om het invoegpunt bij het plaatsen op te geven 
    • Scale (Verschalingsfactor)
      Meestal X=1, Y=1, Z=1.
      of
      Activeer 'Specify on screen' om de schaalfactoren bij het plaatsen op te geven 
    • Rotation (Rotatie)
      Meestal 0
      of
      Activeer 'Specify on screen' om de rotatie bij het plaatsen op te geven
    • Path Type (Pad type)
    • No Path
    • Relative path (pad wordt ingekort tot de hoogste gezamelijk map van de hoofdtekening en de Xref)
    • Full Path (pad wordt volledig, incl. schijfletter, opgenomen)
  6. Klik [ OK ]
  7. Indien 'specify on screen' geactiveerd was:
    • Geef het invoegpunt
    • Geef de rotatie
    • Geef de verschalingsfactor

De xref wordt geplaatst op de 'Current'/Actieve laag.


Xref koppeling Handige Hulp

  • Nieuwe tekening al actief
  1. Geef het commando <XA>
    of
    Klik (Xref Attach) in panel 'Xrefs' op Ribbontab 'Handige Hulp'
  2. In het venster 'Maak een keuze:' selecteer de gewenste laag waarop de xref geplaatst moet worden:
    • BL$3B---_Referentie
    • BL$3B---_XREF-Bouw
    • BL$3B---_XREF-Elektra
    • BL$3B---_XREF-WTB
    • BL$3B---_XREF-Renvooi
    • BL$3B---_XREF-Details
    • BL$3B---_XREF-Doorsneden
    • BL$3B---_XREF-
  3. Selecteer de te koppelen tekening
  4. Klik [ Openen ]
  5. Geef de positie in de tekening
    of
    Toets <Enter> voor 0,0

De Xref wordt geplaatst op de gekozen laag. Deze laag is 'gelocked' zodat de Xref niet per ongeluk verwijderd of verplaatst kan worden.


Aanpassen zichtbaarheid lagen

  1. Geef het commando <VISRETAIN>
    Stel in op:
    • 0: Bij het laden van de tekening wordt de Xref getoond zoals deze zelf is ingesteld
    • 1: Bij het laden van de tekening wordt de Xref getoond zoals deze in de hoofdtekening is ingesteld.

    • Deze instelling wordt per tekening opgeslagen.
  2. Wijzig de laaginstellingen.


Terug naar Inhoudsopgave


Overschakelen naar andere applicatie of menu


Algemeen

Binnen Nordined applicaties is via de menubalk of ribbon te schakelen tussen het actieve Nordined applicatie menu, het AutoCAD-menu en andere geïnstalleerde Nordined applicaties.

Bij het werken aan een tekening is het mogelijk een andere Nordined applicatie te activeren. 

Hierbij wordt de inhoud van de Ribbon en menubalk vervangen door de nieuw geactiveerde applicatie.


AutoCAD menu laden binnen Onderlegger

  1. Klik (Standaard AutoCad) in:
    • panel 'Applicatie' op Ribbontab 'Algemeen'
      of
    • menu 'Algemeen'

Voor opnieuw laden van de actuele Nordined-applicatie:

  1. Klik (Herlaad applicatie) in:
    • panel 'Applicatie' op Ribbontab 'Algemeen'
      of
    • menu 'Algemeen'


Wissel Nordined applicatie of naar kaal AutoCAD

  1. Klik (Wissel applicatie) in:
    • panel 'Applicatie' op Ribbontab 'Algemeen'
      of
    • menu 'Algemeen'
  2. Selecteer de gewenste Nordined applicatie of 'Basis AutoCAD' in venster 'Opstart menu'


Terug naar Inhoudsopgave