INHOUDSOPGAVE
- Aanzichten/doorsneden
Aanzichten/doorsneden
Stramien opzetten
Als hulpmiddel bij het tekenen van aanzichten en doorsneden kan een stramien worden geplaatst. Automatische maatvoering van het stramien en plaatsing van peilmaten is mogelijk.
Bij de horizontale lijnen kunnen teksten als 'Peil' en 'MV' worden opgegeven; de lijn behorend bij Peil kan als nummer 0 gegeven worden. De peilmaten worden dan vanaf die lijn vastgesteld.
Maken stramien
- Selecteer knop
[ Aanzichten ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer knop
[ Stramienen ]
- Selecteer 'Stramien aanzicht' in het menu
- Vul gegevens in venster in
- Hoek stramien = helling ‘horizontale’ lijnen
- Doorsteekafstand = afstand tussen buitenste lijn en eindpunt van de haaks daarop staande lijn
- Voeg lijnen toe door een afstand te kiezen of op te geven en vervolgens op knop [ ... Lijnen toevoegen ] te klikken.
Voor horizontale lijnen is de tussenafstand relatief of absoluut (als peilmaat) op te geven - Geef voor de lijn die samenvalt met het peil Nummer = 0 op, door dubbelklikken op het vak onder "Nr"
- Geef tekst op door dubbelklikken op het vak onder "Tekst"
- Geef tekst op voor de bolteksten voor de verticale lijnen door dubbelklikken op het vak onder "Tekst"
- Klik op knop [ OK ]
Stramienlijnen, bollen en -teksten worden getekend. De maatvoering en peilmaten worden, indien opgegeven, geplaatst tussen stramien bollen en buitenste lijn geplaatst.
De stramienlaag wordt 'gelocked'.
Opslaan stramien
Indien eenzelfde stramien meermalen toegepast moet worden kan deze worden opgeslagen. Na ophalen van het stramien kunnen zonodig nog wijzigingen worden aangebracht voordat het stramien wordt geplaatst op tekening.
- Venster 'Stramien aanzicht' actief; gegevens stramien al ingevuld.
- Selecteer knop [ Opslaan ]
- Geef naam op voor het stramien
- Klik op knop [ OK ]
Ophalen stramienplan
Een opgeslagen stramien kan worden opgehaald. Na ophalen hiervan kunnen zonodig nog wijzigingen worden aangebracht voordat het stramien wordt geplaatst op tekening.
- Venster 'Stramien' aanzicht actief.
- Selecteer knop [ Ophalen ]
- Selecteer in het venster het gewenste stramien
- Klik op knop [ OK ]
Wijzigen stramien
- Venster 'Stramien aanzicht' actief, gegevens al ingevuld of opgehaald.
- Dubbelklik op te wijzigen tekst of afstand
- Wijzig de tekst of afstand
- Leg wijziging vast met <Enter> of door klikken in ander veld.
Lijn wissen
- Venster 'Stramien aanzicht' actief, gegevens al ingevuld of opgehaald.
- Klik op de te verwijderen lijn
- Toets <Delete> op het toetsenbord
Afstanden stramien wissen
- Venster Stramien aanzicht actief, gegevens al ingevuld of opgehaald.
- Klik op knop [ Wissen ]
Popup-venster met vraag: huidige afstanden wissen?
- Klik op knop [ Ja ]
de vakken met de horizontale en verticale afstanden worden leeg gemaakt.
Stramienlijn uit de tekening verwijderen
- Selecteer knop
[ Stramien ]
- Selecteer menukeuze 'Stramienen verwijderen' in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer de te verwijderen lijnstukken van het stramien
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster
Tekenen aanzichten
Voor het tekenen van de aanzichten zijn de volgende hulpmiddelen beschikbaar:
- Opstellen stramien met peilmaten
- Tekenen van enkele of dubbele lijnen op een geselecteerde laag voor de contouren van het aanzicht, dakranden etc.
- Samenstellen van kozijnen (deuren, ramen, puien)
- Actief maken van de juiste laag, aan de hand van de omschrijving, voor het vrij tekenen
Deze functie is zowel voor de aanzichten als voor de plattegronden bruikbaar.
Vrij tekenen enkele lijn op geselecteerde laag
- Selecteer knop
[ Aanzichten ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer knop
[ Tekenen op geselecteerde laag ]
- Kies 'Tekenen algemeen' in het vervolgmenu
- Selecteer nu de laag waarop u wilt gaan tekenen
- in de lijst van het dialoogvenster 'Lagen', daarop dubbelklikken of klikken op knop [ Uit Lijst ]
of - door een laag op te vragen uit de tekening:
Klik op knop [ Uit Tekening ] en wijs vervolgens een entiteit (lijn, symbool, tekst) aan met de gewenste laag.
Indien de gekozen laag nog niet voorkomt in de lijst zal deze aan de lijst worden toegevoegd
- in de lijst van het dialoogvenster 'Lagen', daarop dubbelklikken of klikken op knop [ Uit Lijst ]
De huidige laag wordt nu gewijzigd. Alles wat u nu tekent wordt op de geselecteerde laag geplaatst.
Bij het beëindigen van het tekenen blijft de geselecteerde laag actief.
Tekenen van doorsnedes
Voor het tekenen van de doorsnedes zijn de volgende hulpmiddelen beschikbaar:
- Opstellen stramien met peilmaten
- Tekenen van dubbele lijnen op een geselecteerde laag voor de constructie.
- Tekenen van wanden, zoals bij de plattegrond
- Het plaatsen van ramen, zoals bij de plattegrond
- Actief maken van de juiste laag, aan de hand van de omschrijving, voor het vrij tekenen
Deze functie is zowel voor de aanzichten als voor de plattegronden bruikbaar.
Vrij tekenen dubbele lijnen op geselecteerde laag
- Selecteer knop
[ Aanzichten ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer knop
[ Tekenen op geselecteerde laag ]
- Kies 'Dubbele lijnen' tekenen in het vervolgmenu
- Selecteer nu de laag waarop u wilt gaan tekenen
- in de lijst van het dialoogvenster Lagen, daarop dubbelklikken of klikken op knop [ Uit Lijst ]
of
door een laag op te vragen uit de tekening:
Klik op knop [ Uit Tekening ] en wijs vervolgens een entiteit (lijn, symbool, tekst) aan met de gewenste laag.
Indien de gekozen laag nog niet voorkomt in de lijst zal deze aan de lijst worden toegevoegdDe geselecteerde laag wordt niet actief gemaakt, maar de dubbele lijn zal uiteindelijk wel op die geselecteerde laag worden geplaatst.
- in de lijst van het dialoogvenster Lagen, daarop dubbelklikken of klikken op knop [ Uit Lijst ]
- Geef in venster 'Dubbele lijnen' op:
- Positie van de basislijn
- Afstand tussen de lijnen
- Klik op knop [ OK ]
- Teken de basislijn(en)
- Klik op knop [ OK ]in het commandovenster
De basislijn wordt omgezet naar dubbele lijnen, op de gekozen laag; de oorspronkelijke laag blijft actief.
- Teken de volgende basislijnen,
of
klik op knop [ Stoppen ] in het commandovenster - Geef in venster 'Dubbele lijnen' andere gegevens op om verder te tekenen,
of
klik op knop [ Annuleren ] om naar venster 'Lagen' terug te gaan - Selecteer in venster 'Lagen' een andere laag,
of
klik op knop [ Annuleren ] om de functie te beëindigen
Plaatsen kozijnen
Met NOR-Bouwtechniek LT is het mogelijk snel aanzichten te tekenen van ramen, deurkozijnen en puien.
Hierbij wordt eerst gekozen voor een indeling, waarna afmetingen van afzonderlijke kozijnvakken en draaiende delen kunnen worden opgegeven.
Indelingen tot en met 6 vakken zijn mogelijk.
Binnen de vakken van het kozijn zijn raamdelen op te geven, zowel draaiend als vast. Voor de draaiende delen en de vaste delen kunnen afzonderlijke stijlbreedtes worden opgegeven.
Het gaat hierbij echter steeds om een globaal aanzicht. Deze kozijnen zijn dan ook niet op detailniveau uitgewerkt.
Kozijninstellingen kunnen worden opgeslagen.
De opgeslagen instellingen kunnen ook opgehaald worden in de dialoogvensters voor het plaatsen van deuren en ramen voor de plattegrond.
Deze functie is ook te gebruiken voor het aanmaken van kozijnstaten. Met de maatvoerings-functies zijn dan tevens de (hoofd)maatvoeringen te plaatsen.
Kozijn bepalen en plaatsen
- Selecteer knop
[ Aanzichten ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Selecteer knop
[ Kozijnen ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Selecteer een kozijnindeling in het iconenmenu 'Kozijnaanzichten'.
- Klik op knop [ Plaats ]
- Geef afmetingen op in dialoogvenster 'Instellingen Kozijnen – Aanzicht'
- Geef de afmetingen op in Vak Afmetingen Kozijn
- De maten van de afzonderlijke vakken worden automatisch berekend: alle vakken even breed en even hoog (indien van toepassing)
- Nu kunnen de afmetingen van de kozijnvakken worden gewijzigd.
- Bepaal de afmetingen van de afzonderlijke vakken van het kozijn in vak 'Kozijnvakken'
- Als 'binnen afmetingen kozijn' is aangevinkt:
- bij wijziging van de afmetingen van één van de kozijnvakken worden de afmetingen van de overige kozijnvakken zo mogelijk automatisch aangepast aan de totale hoogte en breedte van het kozijn.
- De breedtes van kozijnvakken die boven elkaar liggen worden gelijk aan elkaar gehouden (!).
- Als automatisch aanpassen niet mogelijk is, doordat de afmetingen van bepaalde kozijnvakken mogen variëren, wordt de gebruiker gevraagd deze afmetingen op te geven.
De totale hoogte en breedte van het kozijn worden hierbij niet aangepast. - De afmetingen van de kozijnvakken kunnen dus slechts variëren binnen de totale afmetingen van het kozijn.
- • Als 'binnen afmetingen kozijn' nietis aangevinkt:
- Er kan nu één breedte- of hoogtemaat van een kozijnvak worden gewijzigd, waarna de totale hoogte of breedte van het kozijn hieraan wordt aangepast.
Aan deze nieuwe kozijnafmetingen worden, indien van toepassing, de afmetingen van de overige kozijnvakken weer aangepast.
De checkbox 'binnen afmetingen kozijn' is hierna weer gemarkeerd.
- Er kan nu één breedte- of hoogtemaat van een kozijnvak worden gewijzigd, waarna de totale hoogte of breedte van het kozijn hieraan wordt aangepast.
- Als 'binnen afmetingen kozijn' is aangevinkt:
NB: Aanpassingen van de afmetingen worden pas doorgevoerd na het aanklikken van iets anders dan de gewijzigde afmeting !
- Geef de afmetingen op in Vak Afmetingen Kozijn
- Geef in Vak 'Draaiende delen' op welke kozijnvakken draaiende delen bevatten en hoe deze kunnen draaien.
- Geef de dikte (aanzicht raamrand) van het raam op
- Geef op wat het Basispunt van het kozijn moet zijn, dat gebruikt wordt voor plaatsing van het kozijn in de tekening
- de bovenhoek van het kozijn, of
- het midden van het kozijn
- Klik op knop [ Plaatsen ] om het kozijn in de tekening te plaatsen.
- Geef nu in het dialoogvenster 'Kozijnen' aan of het kozijn:
- geplaatst moet worden in een buitenwand of een binnenwand
- een raam, deur of pui betreft.
Dit bepaalt de laag waarop het kozijn getekend wordt.
- Onder welke hoek het kozijn geplaatst moet worden
- door intypen hoek
of - klikken op knop [ << Ingeven ] om de hoek in de tekening op te geven.
- door intypen hoek
- Klik op knop [ OK ] in dit dialoogvenster.
- Plaats het kozijn op de tekening door het basispunt op tekening aan te geven:
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster
Met de knop [ Terug] kan eventueel worden teruggekeerd naar het iconenmenu 'Kozijnaanzichten', 'Aanzicht'.
Opslaan huidige kozijninstellingen
- Selecteer knop
[ Kozijnen ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Selecteer een kozijnindeling in het iconenmenu 'Kozijnaanzichten'.
- Klik op knop [ Plaats ]
- Geef afmetingen op in dialoogvenster 'Instellingen Kozijnen – Aanzicht'.
- Klik in vak 'Huidige Instellingen' op knop [ Bewaren ] (in de listbox staat als naam *NIEUW)
- Geef in het dialoogvenster een naam op voor de nieuwe instelling.
Deze wordt in de lijst van instellingen opgenomen en getoond als het geselecteerde item.
De opgeslagen instellingen kunnen ook opgehaald worden in de dialoogvensters voor het plaatsen van deuren en ramen voor de plattegrond.
Inlezen kozijninstelling van alle mogelijke kozijnindelingen
- Selecteer knop
[ Kozijnen ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Klik op knop [ Bewaarde kozijninstellingen ]
- Selecteer in het keuzevenster de gewenste kozijninstelling
Het venster met de kozijninstelling wordt getoond. Dit kozijn kan nu direct worden geplaatst of afmetingen kunnen voordien worden gewijzigd.
Inlezen kozijninstelling van bepaalde kozijnindeling
- Selecteer knop
[ Kozijnen ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Selecteer een kozijnindeling
- Klik op de keuzeknop in vak 'Huidige instellingen'
- Selecteer in de listbox de gewenste kozijninstelling
Het venster met de kozijninstelling wordt getoond. Dit kozijn kan nu direct worden geplaatst of afmetingen kunnen voordien worden gewijzigd.
Wijzigen opgeslagen kozijninstellingen
- Selecteer knop
[ Kozijnen ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Klik op knop [ Bewaarde kozijninstellingen ]
- Selecteer in het keuzevenster de gewenste kozijninstelling
- Wijzig de afmetingen in dialoogvenster 'Instellingen Kozijnen – Aanzicht'
- Klik in vak 'Huidige Instellingen' op knop [ Bewaren ] (in de listbox staat als naam die van de actieve instelling)
- Geef in het dialoogvenster een naam op voor de nieuwe instelling.
Verwijderen opgeslagen kozijninstellingen
- Selecteer knop
[ Kozijnen ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT.
- Klik op knop [ Bewaarde kozijninstellingen ]
- Selecteer in het keuzevenster de gewenste kozijninstelling
- Klik in vak 'Huidige Instellingen' op knop [ Verwijderen ] (in de listbox staat als naam van de actieve instelling)
3D-Representatie
Het is mogelijk om van de plattegrond wanden, kolommen, deuren en ramen met de applicatie op te trekken en vanuit een verschillende gezichtspunten te bekijken: hierdoor ontstaat een 3D-representatie. Deze representatie wordt in een aparte tekening opgeslagen.
Er is hier geen sprake van "echt" 3D.
Aanmaken representatietekening
- Plattegrond gereed (wanden, kolommen, ramen en deuren)
- Tekening reeds opgeslagen.
- Activeer het aanzichtenmenu via knop
in de NOR-Bouwtechniek knoppenbalk
- Klik op knop
[ 3D representatie ]
- Selecteer 'Optrekken' in het rolmenu
Van de huidige tekening moet een nieuwe tekening worden gemaakt.
Standaard wordt aan de tekeningnaam "_3D" toegevoegd en wordt de tekening in dezelfde directory geplaatst als de huidige tekening.
Als de tekening nog niet eerder is opgeslagen wordt gevraagd deze eerst op te slaan. Selecteer daarna opnieuw Optrekken uit het rolmenu. - Pas eventueel naam en directory aan en klik op knop [ Save ]
De nieuwe tekening (kopie van de oorspronkelijke) wordt zichtbaar.
- Geef in venster 3D representatie de te gebruiken hoogtematen op
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer in de tekening de wanden en kolommen die moeten worden opgetrokken met de <window> of <crossing>-optie.
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer in de tekening de deuren die moeten worden opgetrokken met b.v. optie <window>.
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer in de tekening de ramen die moeten worden opgetrokken met b.v. optie <window>.
- Klik op knop [ OK ]
- Klik op knop [ Sluiten ] in venster 3D-representatie
Zichtbaar maken van de 3d-representatie
- Klik op knop
[ 3D representatie ] in de NOR-Bouwtechniek knoppenbalk
- Selecteer 'Beeld' in het rolmenu
- Selecteer het 'gezicht' op de tekening in venster 'Beeld'
- Geef op of :
- De onzichtbare lijnen werkelijk onzichtbaar gemaakt moeten worden (Hide)
- Vink 'Verbergen' aan
- De opgetrokken wanden moeten worden ingekleurd
- Vink 'Inkleuren' aan
- De onzichtbare lijnen werkelijk onzichtbaar gemaakt moeten worden (Hide)
- Klik op knop [ OK ]
De tekening wordt in 3D getoond
- Klik in het AutoCAD-venster om met het Zoom-commando in te zoomen, of met <REGEN>
De verborgen lijnen/inkleuring worden ongedaan gemaakt.
- Geef op of:
- De onzichtbare lijnen werkelijk onzichtbaar gemaakt moeten worden (Hide)
- Vink 'Verbergen' aan
Bij het plotten moet de optie 'Hide Objects' worden aangevinkt
- Vink 'Verbergen' aan
- De opgetrokken wanden moeten worden ingekleurd
- Vink 'Inkleuren' aan
De inkleuring kan niet geplot worden.
- Vink 'Inkleuren' aan
- De onzichtbare lijnen werkelijk onzichtbaar gemaakt moeten worden (Hide)
- Klik op knop [ OK ]
- Klik op knop [ Annuleren ] om het venster te verlaten
Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen.
Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen