INHOUDSOPGAVE
- Algemeen
Algemeen
Wat is NOR-Bouwtechniek LT
Met NOR-Bouwtechniek LT kan snel een bestektekening worden opgezet met plattegrond, doorsnede en aanzichten.
Bouwtechniek is bedoeld voor
- Bouwbedrijven
Het snel kunnen opzetten van plattegronden is vooral van belang zolang de architect nog niet alle relevante plattegronden, met daarop alleen de voor de installateur relevante informatie, op floppy kan aanleveren. - Gebouwbeheerders
Om snel plattegronden vanaf papier in te brengen.
Functionaliteit
NOR-Bouwtechniek LT is ontwikkeld op basis van NOR-Onderlegger LT en heeft de volledige functionaliteit van NOR-Onderlegger LT:
- opzetten willekeurig stramienplan;
- plaatsen stramienlabels en hoofdmaatvoering;
- plaatsen kolommen (vierkant, rechthoek, rond, staalprofiel);
- gevels en dragende wanden;
- plaatsen binnenwanden, systeemwanden
- maken van wandaansluitingen en hoekoplossingen;
- plaatsen deuren en ramen
- trappen
- plaatsen sanitaire toestellen
- geven van ruimtenummering en genereren bruto en netto ruimteoppervlak volgens NEN2580
Daarnaast kent deze applicatie de volgende functies
- plaatsen van wanden met arcering
- plaatsen van spouwmuurisolatie
- arcering wanden is afhankelijk van materiaalsoort en tekenschaal
- bewerkingsfuncties voor wanden met arcering, zoals hoekoplossingen
- mogelijkheid tot het definiëren van meerdere bouwfasen met verschillende tekenschalen
- plaatsen van aanzichten van ramen / puien
- maken van kozijnstaten
- Tekenen van onderdelen van de elektrische installatie (woningbouw)
- Arceren ruimten naar bedrijfsorgaan, ruimtesoort en ruimtegebruik
Bewerkingsfuncties van NOR-Bouwtechniek LT zoals het arceren van wanden zijn niet uit te voeren op tekeningen van NOR-Onderlegger LT.
Dit komt doordat binnen NOR-Bouwtechniek LT extra informatie aan de wanden is toegevoegd en doordat extra wandlagen worden gebruikt t.b.v. de arceringsfuncties. Deze ontbreken bij NOR-Onderlegger LT.
Beschrijving scherm, knoppen en rolmenu's
NOR-Bouwtechniek LT wordt ‘bovenop’ het scherm van AutoCAD LT getoond als een zwevende Knoppenbalk. Door inklikken op de bovenste balk kan deze Knoppenbalk worden verplaatst. De icon-knoppen geven Rolmenu's de tekst-knoppen Rolmenu's en dialoogvensters.
De menubalk kent twee verschillende indelingen met in het midden specifieke icon-knoppen en met rechts dezelfde tekst-knoppen. Met de twee linker knoppen kan de gewenste indeling actief gemaakt worden.
- Plattegronden
- Aanzichten en doorsneden
Knoppen voor gedeelte Plattegrond
Knop | Menu / Werking | Knop | Menu / Werking |
![]() | Activeren menu voor plattegronden | ||
![]() | Stramienen Kolommen op stramien Kolommen vrij Stramienen verwijderen | ![]() | Spouwmuur Overige wanden Woningscheidende wand |
![]() | Deuren | ![]() | Ramen |
![]() | Trap Recht Enkel Trap Recht Dubbel Wenteltrap Hoektrap | ![]() | Installatie (Sanitair, Elektra) Meubilair (Zithoeken, Eethoeken, Bedden), Omgeving (Bomen, Struiken) |
![]() | Plaats label Wijzig label Overzicht ruimtelabels Overnemen gegevens Ruimtedefinities (Genereren, Tekenen) Denkbeeldige wand |
Knoppen voor gedeelte Aanzichten en Doorsnede
Knop | Menu / Werking | Knop | Menu / Werking |
![]() | Activeren menu voor aanzichten en doorsneden | ||
![]() | Plaatsen stramienen voor aanzichten en doorsneden Plaatsen peilmaten Verwijderen stramienen | ![]() | Samenstellen en plaatsen kozijnen |
![]() | Op geselecteerde laag: Dubbele lijnen tekenen Tekenen algemeen | ![]() | Optrekken 3D (aanmaken van een aparte 3D-tekening) Beeld (Bekijken tekening in 3D) |
Knoppen op gedeelte Algemeen
Knop | Menu / Werking | Knop | Menu / Werking |
![]() ![]() | Opnieuw plaatsen van laatst gekozen symbool Met rechter muistoets te wisselen tussen | ![]() | Kopieren, incl. wanden Bewerk wanden, trappen, overig Algemene symbolen Stempelkoppeling - Stempel bijwerken - Instellingen Bewerk teksten Kleuren in tekening wijzigen |
![]() | Algemeen Symbolen toevoegen Wijzigen menu | ![]() | Actief maken laag Laag uit zetten Laag van element wijzigen Lagenbeheer Laaginst. Opvragen/Opslaan Laagstructuur naar CAS3 |
![]() | Instellingen maatvoering Plaatsen bematingen | ![]() | Object Snap voor NOR-BLT Beeldovergang Tekening-, Algemene en Pad-instellingen - o.a. materiaalinstellingen - instelling CAS-versie Informatie tekening/applicatie Onderhoeken koppelen |
![]() | Andere LT-applicatie starten bij huidige tekening | ![]() | Handleiding op het scherm |
![]() | Beëindigen |
Algemene werking
NOR-Bouwtechniek LT stuurt AutoCAD LT aan: er wordt als het ware indirect getekend.
De kale AutoCAD-commando’s, via AutoCAD-menu, knoppenbalken of via toetsenbord blijven altijd beschikbaar.
Voorbeelden van commandovensters; bij tekenen wand, bewerken wanden en plaatsen deur:
Knop in commandovenster | Functietoets | Shortcut menu (rechter muistoets) |
Knop [ OK ] | <F11> | OK |
Knop [ Opnieuw ] of [ Volgend ] | <Ctrl><F11> | Opnieuw of Volgend |
Knop [ Stoppen ] | <F12> | Stoppen |
Algemene werking
- Via Knoppenbalk NORDINED LT start U de verschillende tekenfuncties.
- In vervolgmenu’s en vensters vult U gegevens in of kiest U waarden en instellingen
- Wat U moet doen wordt aangegeven in een apart commandovenster.
In de tekening moet u lijnen tekenen (polylijn, rood), wijst U plaatsingspunten aan, of selecteert u lijnen. - De aangegeven handeling kunt U op 3 manieren bevestigen:
- in dat commandovenster klikken op knop [ OK ]
- met functietoets <F11>;
- met de rechter muistoets het shortcutmenu oproepen en daar OK selecteren
Het voor AutoCAD normale afsluiten van een selectie met <Enter> is dus niet nodig.
- Dan wordt getekend. Hierbij worden in het AutoCAD-commandoveld onder in het scherm de uitgevoerde commando’s getoond.
Plaatsvast en maatvast tekenen
- met standaard AutoCAD hulpmiddelen
Knop | Werking | Knop | Werking |
![]() ![]() | Objectsnap Instellen optie | ![]() | ENDpoint Eindpunt lijn |
![]() | INTersection Snijpunt lijnen | ![]() | MIDpoint Midden lijn/boog |
![]() | PERpendicular Haaks op lijn | ![]() | CENter Middelpunt |
![]() | TANgent Rakend aan | ![]() | QUAdrant Kwartier |
![]() | INSertion point Invoegpunt | ![]() | NODe ‘getekend’ punt |
![]() | NEArest Op lijn, cirkel | ![]() | NONe Uitschakelen opties |
![]() | APParent iNTersection | ![]() | EXTension |
![]() | Parallel | ||
![]() | Temporary Tracking point Startpunt/Invoegpunt t.o.v. vast punt verschuiven | ![]() | FROMpoint Vanaf punt (referentiepunt) |
- met Object Snap tracking
De AutoCAD-optie Object SnapTracking werkt handig voor het plaatsen met behulp van een referentiepunt.
Verplaatsen en kopiëren
- Standaard plaatsings- en kopieerfuncties AutoCAD
- <MOVE> - verplaatsen
- <COPY>, Multiple - enkelvoudig en meervoudig kopiëren
- <ARRAY>, Rectang - rooster-kopiëren, rechthoekig
- <ARRAY>, Polar - rooster-kopiëren, rond
Bewerkingsfuncties
- Standaard bewerkingsfuncties AutoCAD
- <ERASE> - verwijderen
- <STRETCH> - uitrekken
- Speciale bewerkingsfuncties NOR-Bouwtechniek LT
- met knop [ Bewerk ]
- Kopiëren (incl. wanden),
voor het kopiëren van gedeelten uit de tekening waarin ook wanden zijn opgenomen. - Bewerk wanden en isolatie
- Hoek-oplossing
- T-splitsing en kruising wanden
- Helen van lijnen (van 2 in elkaars verlengde liggende lijnen 1 lijn maken)
- Bewerken teksten
- Kopiëren (incl. wanden),
- met knop [ Arcering ]
- Opnieuw arceren van wanden
- met knop [ Lagen ]
- elementen op andere laag zetten
- met knop [ Bewerk ]
Wat kan er fout gaan
- Als vroegtijdig een tekenfunctie wordt afgebroken kan in een aantal gevallen de Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT onvindbaar zijn.
- Verklein het AutoCAD-venster met knop [ - ] rechtsboven in het venster tot knop in de Start-balk
- Vergroot AutoCAD weer door op knop [ AutoCAD ] in de Start-balk te klikken.
- AutoCAD commando <UNDO> alleen gebruiken om standaard AutoCAD-commando’s ongedaan te maken.
Bij een NOR-Bouwtechniek LT-commando worden een groot aantal AutoCAD-commando’s opgebouwd: met <UNDO> is dan niet meer te zien tot hoever teruggegaan moet worden. Dat kan tot onverwachte gevolgen leiden.
Gebruik <ERASE> voor het ongedaan maken van NOR-Bouwtechniek LT-commando’s. - Herhaling van commando’s door <ENTER> en rechter muistoets:
laatste AutoCAD-commando (van NOR-Bouwtechniek LT-commando) wordt uitgevoerd en niet het volledige BLT-commando.
Speciale plaatsingsfuncties
Binnen NOR-Bouwtechniek LT zijn voor het plaatsen van kolommen, sanitaire toestellen, elektra-symbolen, inventaris en beplantingen speciale plaatsingsfuncties beschikbaar.
- Langs een wand, onder aangeven van totalen en h.o.h.-afstanden
- Verdelen aantallen in x- en y-richting over een aan te geven gebied
- Centreren aantallen in x- en y-richting met opgegeven h.o.h. afstanden
Deze vensters verschijnen na selectie van een symbool in de iconenvensters bij klikken op knop [ Plaats Speciaal ].
Plaatsen 1 symbool op wand
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Wand'
- Selecteer icon 'Wand, 1x'
- Geef in venster op:
- Rotatie
- Afstand tot wand (in mm op plot)
- Wandmontage symbool te plaatsen (alleen bij armaturen)
- Wand selecteren (door lijn, polylijn of symbool aan te wijzen; geldt niet voor Xref)
- Klik op knop [ OK ]
- Bij optie 'Wand selecteren' niet aangevinkt:
- Teken de basislijn op de wand: Klikpunten 1. en 2.
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Bepaal aan welke zijde van de basislijn en op welke positie het symbool moet komen. Klikpunt 3.
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Het symbool wordt vanuit Klikpunt 3 loodrecht op de basislijn geplaatst op de aangegeven afstand van die basislijn.
- Bij optie 'Wand selecteren' aangevinkt:
- Selecteer de wand (lijn, polyline of symbool – niet van Xref) op de positie waarop het symbool geplaatst moet worden
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Bepaal aan welke zijde van de basislijn en op welke positie het symbool moet komen. Klikpunt 3.
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Het symbool wordt op het punt geplaatst waar de lijn/polylijn geselecteerd op de aangegeven afstand van die basislijn.
- Bij optie 'Wand selecteren' niet aangevinkt:
Plaatsen meerdere symbolen op wand
Bij opgave h.o.h.=0 worden symbolen verdeeld over lengte basislijn (a-2a-2a-..-a)
Bij opgave h.o.h.=0 worden symbolen verdeeld over de wandlengte (a-2a-2a-..-a)
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Wand'
- Selecteer icon 'Wand', 'Rij'
- Geef de plaatsingsgegevens op in het venster:
- Aantal symbolen
- Rotatie
- Afstand tot wand (in mm op plot)
- Wandmontage symbool te plaatsen (alleen bij armaturen)
- Wand selecteren (door lijn, polylijn of symbool aan te wijzen; geldt niet voor Xref)
- Klik op knop [ OK ]
- Teken de basislijn op de wand, in de richting van de te plaatsen symbolen
Klikpunten 1. en 2.- Bij optie 'Wand selecteren' niet aangevinkt:
- Teken de basislijn op de wand: Klikpunten 1. en 2. in richting van de te plaatsen symbolen
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Bepaal aan welke zijde van de basislijn de symbolen moeten komen en geef de positie van het eerste symbool aan: Klikpunt 3.
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Vanuit Klikpunt 3 wordt, loodrecht op de basislijn, het eerste symbool geplaatst op de aangegeven afstand van die basislijn.
- • Bij optie 'Wand selecteren' aangevinkt:
- Selecteer de wand (lijn, polyline symbool – niet van Xref) waarop het symbool geplaatst moet worden: Klikpunt 1.
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Bepaal de positie van het eerste symbool: Klikpunt 2.
- Geef de richting aan en aan welke zijde van de wand de symbolen moeten komen: Klikpunt 3.
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Bij optie 'Wand selecteren' niet aangevinkt:
Verdelen, 1 symbool midden in ruimte
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Wand'
- Selecteer Tabblad 'Verdeel'
- Selecteer icon 'Verdeel', 'Midden'
- Geef in venster de rotatie op
- Klik op knop [ OK ]
- Wijs hoekpunt van ruimte aan (Klikpunt 1.)
- Wijs tegenoverliggend hoekpunt aan (Klikpunt 2.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Verdelen, meerdere symbolen gelijkmatig in ruimte
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Verdeel'
- Selecteer icon 'Verdeel', 'Haaks'
- Geef in venster de plaatsingsgegevens op
- Klik op knop [ OK ]
- Wijs hoekpunt van ruimte aan (Klikpunt 1.)
- Wijs tegenoverliggend hoekpunt aan (Klikpunt 2.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Verdelen, meerdere symbolen gelijkmatig in schuine ruimte
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Verdeel'
- Selecteer icon 'Verdeel', 'Schuin'
- Geef in het venster de plaatsingsgegevens op:
- Aantal symbolen horizontaal en verticaal,
- Rotatie (t.o.v. lijn tussen Klikpunten 1. en 2.)
- Klik op knop [ OK ]
- Wijs hoekpunt van ruimte aan (Klikpunt 1.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Wijs hoekpunt in Richting 1(X) aan (Klikpunt 2.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Wijs hoekpunt in Richting 2(Y) aan (Klikpunt 3.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Centreren, meerdere symbolen in ruimte
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Centreer'
- Selecteer icon 'Centreer', 'Haaks'
- Geef in het venster de plaatsingsgegevens op:
- Aantal symbolen horizontaal en verticaal
- Rotatie
- h.o.h.-afstand horizontaal en verticaal
- Klik op knop [ OK ]
- Wijs hoekpunt van ruimte aan (Klikpunt 1.)
- Wijs tegenoverliggend hoekpunt aan (Klikpunt 2.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Centreren, meerdere symbolen in schuine ruimte
- Kies symbool via knoppenbalk (installatiegroep) en vervolgens in iconenvenster
- Klik op knop [ Plaats Speciaal ]
- Selecteer Tabblad 'Centreer'
- Selecteer icon 'Centreer', 'Schuin'
- Geef op:
- Aantal symbolen horizontaal en verticaal
- Rotatie (t.o.v. lijn tussen Klikpunten 1. en 2.)
- h.o.h.-afstand horizontaal en verticaal
- Klik op knop [ OK ]
- Wijs hoekpunt van ruimte aan (Klikpunt 1.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Wijs hoekpunt in X-richting aan (Klikpunt 2.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
- Wijs hoekpunt in Y-richting aan (Klikpunt 3.)
- Klik op knop [ OK ] in commandovenster, of toets <F11>
Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen.
Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen