Met het StUF-Geo berichtenverkeer leiden BGT mutaties namelijk geautomatiseerd tot een mutatielevering aan de BOR. En aan de BOR zijde wordt een terugmelding geautomatiseerd als een mutatieverzoek aangemaakt en verstuurd naar de BGT. Zo blijven de beide registraties geautomatiseerd synchroon en wordt gebruik gemaakt van overzichtelijke werklijsten. Met name het mechanisme van terugmeldingen en de afhandeling hiervan heeft een enorme meerwaarde voor beide werkprocessen.
Een ander sterk punt is dat in de mutatieleveringen aan de BOR nu ook “plus” gegevens kunnen worden meegestuurd. Zowel de software van NedBGT als GBI/GeoVisia is hiervoor gecertificeerd. Met deze “plus” gegevens is er altijd een mapping te maken tussen de objecten in de BGT/IMGeo registratie en de (IM)BOR registratie. Begin oktober heeft er tussen NedBGT en GBI/GeoVisia een onderlinge test met deze “plus” gegevens plaatsgevonden. Alle testscenario’s zijn hierbij succesvol uitgevoerd.
Bij steeds meer bronhouders zijn de BOR afdelingen nu aangehaakt op de BGT en ontstaat behoefte aan een geautomatiseerd koppelvlak dat beide kanten op werkt. Bij NedGraphics en Antea/DataQuint zijn we hier klaar voor. Voor de implementatie van dit StUF koppelvlak kunt u zich wenden tot uw NedGraphics accountmanager en/of projectleider.