INHOUDSOPGAVE
- Bewerken leiding/kanaal/goot en aansluitingen
- Genereer bocht
- Genereer bocht: Afvoerleiding met verticale leiding
- Genereer T aansluiting (leiding op doorgaande leiding)
- Genereer T aansluiting (Afvoeren onder afschot/opschot)
- Genereer T aansluiting: Afvoeren niet onder afschot/opschot
- Genereer Sprong
- Wijzig leidingtype
- Wijzig leidingsysteem
- Wijzig afmeting
- Wijzig tracé (incl. hulpstukken)
- Wijzig appendage
- Wijzig hulpstuk
- Wijzig peilmaat
- Kopieren
- Verplaatsen
- Draaien
- Helen van leidingdelen
- Breken van een leiding
- Stretch leiding
- Stretch gebied
- Samenvoegen Hulpstuk en Kanaal (Alleen Rechthoekig)
- Verwijderen kanaalprofiel (Alleen Rechthoekig)
- Toekennen kanaalisolatie
- Doorsnede en aanzicht maken
- Materialen toekennen / verwijderen
- Enkellijnig omzetten naar Techline
Bewerken leiding/kanaal/goot en aansluitingen
Op getekende leidingen, kanalen en goten kunnen verschillende bewerkingen worden uitgevoerd:
- Genereer bocht tussen twee leidinguiteinden. Als de leidingen niet in hetzelfde vlak liggen worden verschillende verbindingsvarianten aangeboden
- Een leiding kan worden aangesloten op een doorgaande leiding. Als de leidingen niet in hetzelfde vlak liggen worden verschillende verbindingsvarianten aangeboden
- Sprong genereren tussen twee evenwijdige leidingen
(niet voor rechthoekig lucht) - Wijzigen van Leidingtype, Leidingsysteem, Tracé
- Wijzigen Afmetingen en Peilmaat
- Wijzigen Appendages en Hulpstukken (met aansluitende delen)
- Kopiëren, Verplaatsen en Draaien van onderdelen
- Helen en Breken van leidingen
- Stretchen van leidingen en secties
In het vervolg worden alleen leidingen genoemd, echter hetzelfde geldt voor Kanalen en Goten.
Indien de bewerking niet voor een bepaald type leiding/kanaal/goot geschikt is wordt dit vermeldt.
Genereer bocht
Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Genereer bocht'
- Selecteer de twee leidingen
- Toets <Enter>
- Standaard hulpstuk
- Toets <Enter>
of
S voor StandaardDe aansluiting wordt gemaakt met het standaard hulpstuk. Als er geen standaard hulpstuk is geformuleerd wordt het venster 'Hulpstukken' geopend om een hulpstuk te selecteren. Als er meer varianten mogelijk zijn wordt de eerste verbindingsvariant getoond met een groene verbindingslijn met mogelijke hoeken.
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
of
toets A en <Enter> om de optie te accepterenDe bocht wordt gemaakt volgens het gekozen tracé.
- Toets <Enter>
- Hulpstuk uit Hulpstukdialoog
- Toets h gevolgd door <Enter> om het hulpstukdialoog op te roepen,
- Selecteer het gewenste hulpstuk in het dialoogvenster
- Klik op knop [Plaatsen]
De bocht wordt gemaakt volgens het gekozen tracé.
- Standaard hulpstuk
Het bochtstuk wordt geplaatst, de leidingen worden indien nodig aangepast (ingekort of verlengd).
Genereer bocht: Afvoerleiding met verticale leiding
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Genereer bocht'
- Selecteer de twee leidingen
- Toets <Enter>
- Toets ST voor STandleiding
- Toets <Enter>
of
S voor StandaardAls er meer varianten mogelijk zijn wordt de eerste verbindingsvariant getoond met een groene verbindingslijn met mogelijke hoeken.
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
of
toets A en <Enter>om de optie te AccepterenDe gegenereerde bocht voldoet aan de Norm; 2x45° met buis.
Genereer T aansluiting (leiding op doorgaande leiding)
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Genereer T aansluiting'
- Selecteer de twee leidingen
- Toets <Enter>
- Aftakking (voornamelijk bij ronde kanalen)
- Toets A gevolgd door <Enter>om het hulpstukdialoog op te roepen
Het dialoog staat reeds ingesteld op Aftakking
- Selecteer de gewenste aftakking
De aansluiting wordt gemaakt met de gekozen aftakking
- Toets A gevolgd door <Enter>om het hulpstukdialoog op te roepen
- Standaard hulpstuk
- Toets <Enter> of Svoor Standaard
De aansluiting wordt gemaakt met het standaard hulpstuk.
- Toets <Enter> of Svoor Standaard
- Hulpstuk uit Hulpstukdialoog
- Toets H gevolgd door <Enter> om het hulpstukdialoog op te roepen,
- Selecteer het gewenste Type hulpstuk
- Selecteer het gewenste hulpstuk
- Klik op knop [ Plaatsen ]
De aansluiting wordt gemaakt met het gekozen hulpstuk.
- Rechthoekige aftakking (alleen bij RH kanalen)
- Toets RE gevolgd door <Enter>om de aansluiting middels een rechthoekige aftakking (bijv. zadelstuk) te creëren
Indien het gaat over een rechthoekig kanaal
- Toets RE gevolgd door <Enter>om de aansluiting middels een rechthoekige aftakking (bijv. zadelstuk) te creëren
- Ronde aftakking (alleen bij combinatie RH en Ronde kanalen)
- Toets RO gevolgd door <Enter>om aansluiting middels een ronde aftakking (bijv. zadelstuk) te creëren
Als er meer varianten mogelijk zijn wordt de eerste verbindingsvariant getoond met een groene verbindingslijn met mogelijke hoeken.
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
of
toets A en <Enter>om de optie te accepterenDe aansluiting wordt gemaakt volgens het gekozen tracé.
- Toets RO gevolgd door <Enter>om aansluiting middels een ronde aftakking (bijv. zadelstuk) te creëren
- Aftakking (voornamelijk bij ronde kanalen)
Genereer T aansluiting (Afvoeren onder afschot/opschot)
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Genereer T aansluiting'
- Selecteer de twee afvoerleidingen
- Toets <Enter>
- Standaard hulpstuk
- Toets <Enter>
of
S voor Standaard
- Toets <Enter>
- Hulpstuk uit Hulpstukdialoog
- Toets H gevolgd door <Enter> om het hulpstukdialoog op te roepen,
- Selecteer het gewenste Type hulpstuk
- Selecteer het gewenste hulpstuk
- Klik op knop [ Plaatsen ]
- Standaard hulpstuk
- Als van de aansluitende leiding;
- de peilmaat tussen de onder- en bovenkant van de hoofdleiding ligt, zal de aansluitende leiding zo verlegd worden dat een excentrische aansluiting volgens de norm ontstaat.
Hulpstukken en buizen aan de andere zijde van de aansluitende buis kunnen meeverplaatst worden. Het programma vraagt daarom.- Selecteer de extra te verleggen onderdelen (inclusief de aansluitende leiding
Het T-stuk wordt met de juiste stromingsrichting in de hoofdbuis geplaatst; de aansluitende buis en overige geselecteerde elementen worden verlegd naar de bovenzijde van de hoofdbuis (T-stuk)
- Selecteer de extra te verleggen onderdelen (inclusief de aansluitende leiding
- de peilmaat buiten de onder- en bovenkant van de hoofdleiding ligt zullen mogelijke verbindingsvarianten worden getoond. Met de <Enter>-toets kan door de mogelijkheden gebladerd worden. Bij acceptatie van een variant wordt, indien gewenst, de aansluitende leiding zo verlegd worden dat een excentrische aansluiting volgens de norm ontstaat. Hulpstukken en buizen aan de andere zijde van de aansluitende buis kunnen meeverplaatst worden. Het programma vraagt daarom.
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
of
toets A en <Enter> om de optie te accepteren - Selecteer de extra te verleggen onderdelen (inclusief de aansluitende leiding) indien gevraagd door het programma
Het T-stuk wordt met de juiste stromingsrichting in de hoofdbuis geplaatst; de aansluitende buis met hulpstukken en overige geselecteerde elementen worden verlegd naar de bovenzijde van de hoofdbuis (T-stuk).
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
- de peilmaat tussen de onder- en bovenkant van de hoofdleiding ligt, zal de aansluitende leiding zo verlegd worden dat een excentrische aansluiting volgens de norm ontstaat.
Genereer T aansluiting: Afvoeren niet onder afschot/opschot
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Genereer T aansluiting'
- Selecteer de twee leidingen
- Toets <Enter>
- Standaard hulpstuk
- Toets <Enter>
of
S voor Standaard - Geef de gewenste aftak/stromingsrichting op.
- Toets <Enter>
- Hulpstuk uit Hulpstukdialoog
- Toets H gevolgd door <Enter> om het hulpstukdialoog op te roepen,
- Selecteer het gewenste Type hulpstuk
- Selecteer het gewenste hulpstuk
Klik op knop [ Plaatsen ] - Geef de gewenste aftak/stromingsrichting
- Standaard hulpstuk
- Als van de aansluitende leiding;
- de peilmaat tussen de onder en bovenkant van de hoofdleiding ligt zal de aansluitende leiding zo verlegd worden dat een excentrische aansluiting volgens de norm ontstaat.
Hulpstukken en buizen aan de andere zijde van de aansluitende buis kunnen meeverplaatst worden. Het programma vraagt daarom.- Selecteer de extra te verleggen onderdelen (inclusief de aansluitende leiding
Het T-stuk wordt met de juiste stromingsrichting in de hoofdbuis geplaatst; de aansluitende buis en overige geselecteerde elementen worden verlegd naar de bovenzijde van de hoofdbuis (T-stuk)
- Selecteer de extra te verleggen onderdelen (inclusief de aansluitende leiding
- de peilmaat buiten de onder- en bovenkant van de hoofdleiding ligt zullen mogelijke verbindingsvarianten worden getoond.
Met de <Enter>-toets kan door de mogelijkheden gebladerd worden. Bij acceptatie van een variant wordt, indien gewenst, de aansluitende leiding zo verlegd worden dat een excentrische aansluiting volgens de norm ontstaat. Hulpstukken en buizen aan de andere zijde van de aansluitende buis kunnen meeverplaatst worden. Het programma vraagt daarom.- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
of
toets A en <Enter> om de optie te accepteren - Selecteer de extra te verleggen onderdelen (inclusief de aansluitende leiding) indien gevraagd door het programma
Het T-stuk wordt met de juiste stromingsrichting in de hoofdbuis geplaatst; de aansluitende buis met hulpstukken en overige geselecteerde elementen worden verlegd naar de bovenzijde van de hoofdbuis (T-stuk).
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
- de peilmaat tussen de onder en bovenkant van de hoofdleiding ligt zal de aansluitende leiding zo verlegd worden dat een excentrische aansluiting volgens de norm ontstaat.
Genereer Sprong
- De te verbinden leidingen moeten parallel/evenwijdig lopen.
Rechthoekige kanalen mogen niet EN in peilmaat EN in horizontale richting verspringen.
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Genereer sprong'
- Selecteer de twee leidingen
- Toets <Enter>
Als er meer varianten mogelijk zijn wordt de eerste verbindingsvariant getoond met een groene verbindingslijn met mogelijke hoeken.
- Toets <Enter> om de volgende variant te zien
of
toets A en <Enter>om de optie te AccepterenEr volgt een vraag bij RH-kanalen met afwijkende peilmaten of horizontale afstand: Wilt u de lengte aanpassen aan het maximum?
- Klik op knop [ Ja ] om de maten aan te passen tot de maximum maten. Zonodig zullen de buizen worden ingekort of verlengd
- Klik op knop [ Nee ] om een sprongstuk te maken, waarbij de buis/kanaallengten niet worden aangepast.
Er volgt een vraag bij RH-kanalen met afwijkende peilmaten of horizontale afstand: Wilt u de hoek aanpassen aan het maximum? (LUKA – 35°)
- Klik op knop [ Ja ] om de maten aan te passen tot de maximum maten. Zonodig zullen de buizen worden ingekort of verlengd
- Klik op knop [ Nee ] om een sprongstuk te maken, waarbij de buis/kanaallengten niet worden aangepast.
Het sprongstuk wordt geplaatst. Als de kanalen niet evenwijdig zijn (met gelijke peilmaat) kan geen sprongstuk worden geplaatst. Met de functie Genereer bocht kan de verbinding wel gemaakt worden, afhankelijk van de technische mogelijkheden
Wijzig leidingtype
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzigen leidingtype'
- Selecteer de te wijzigen leidingen en hulpstukken
Selecteer in venster 'Selecteer leidingsysteem' een ander Leidingtype - Selecteer de te wijzigen leiding/hulpstuk (één enkel deel)
Selecteer in venster 'Selecteer leidingsysteem' een ander Leidingtype en eventueel een ander Leiding Systeem
- Selecteer de te wijzigen leidingen en hulpstukken
- Klik op knop [ Selecteren ]
De geselecteerde leidingen en hulpstukken worden op een andere AutoCAD-laag overgebracht, en daarmee is het leidingtype gewijzigd. Er worden geen andere hulpstukken geplaatst.
Wijzig leidingsysteem
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzigen leidingsysteem'
- Selecteer het eerste onderdeel
Er wordt een selectievoorstel gedaan.- Kies A en <Enter> voor Accepteren van de huidige selectie
- Kies O en <Enter> voor Opnieuw om een nieuwe selectie te maken
- Kies T en <Enter> voor Toevoegen om onderdelen aan de selectie toe te voegen
- Kies V en <Enter> voor Verwijderen om onderdelen uit de selectie te verwijderen
- Kies A en <Enter> voor Accepteren van de huidige selectie
- Selecteer in venster 'Leidingsystemen':
- 'Welk' Leidingsysteem geconverteerd moet worden
- 'Naar' welk Leidingsysteem geconverteerd moet worden
- 'welke' afmeting geconverteerd moet worden
- 'Naar' welke afmeting geconverteerd moet worden
- Klik op knop [ OK ]
De geselecteerde leidingen en hulpstukken worden gewijzigd. Deze functie werkt niet voor rechthoekige lucht kanalen.
Wijzig afmeting
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzig afmeting'
- Selecteer de leiding(en) en hulpstuk(ken)
- Geef de nieuwe afmeting(en) op
Alleen de geselecteerde leiding(en) krijgen de nieuwe afmeting(en); eventueel geselecteerde hulpstukken blijven ongewijzigd.
Wijzig tracé (incl. hulpstukken)
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzig tracé'
- Selecteer het eerste onderdeel
Er wordt een selectievoorstel gedaan.
- Kies A en <Enter> voor Accepteren van de huidige selectie
- Kies O en <Enter> voor Opnieuw om een nieuwe selectie te maken
- Kies T en <Enter> voor Toevoegen om onderdelen aan de selectie toe te voegen
- Kies V en <Enter> voor Verwijderen om onderdelen uit de selectie te verwijderen
- Kies A en <Enter> voor Accepteren van de huidige selectie
- Geef de nieuwe afmeting(en) op
De geselecteerde leidingen en hulpstukken krijgen de nieuwe afmeting; De aansluitingen worden bijgewerkt.
Wijzig appendage
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzig appendage tracé'
- Selecteer de appendage
Er wordt een selectievoorstel gedaan.
- Kies A en <Enter> voor Accepteren van de huidige selectie
- Kies O en <Enter> voor Opnieuw om een nieuwe selectie te maken
- Kies T en <Enter> voor Toevoegen om onderdelen aan de selectie toe te voegen
- Kies V en <Enter> voor Verwijderen om onderdelen uit de selectie te verwijderen
- Kies A en <Enter>voor Accepteren van de huidige selectie
Het venster 'Appendages' wordt getoond. De huidige appendage is rood gekleurd.
- Selecteer de gewenste appendage
- Kies [ Selecteren ] om deze te ‘gebruiken’
De geselecteerde appendage wordt aangepast. Aansluitende leidingen en hulpstukken worden aangepast.
Wijzig hulpstuk
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzig hulpstuk'
- Selecteer het hulpstuk
Er wordt een selectievoorstel gedaan.
- Kies A en <Enter> voor Accepteren van de huidige selectie
- Kies O en <Enter> voor Opnieuw om een nieuwe selectie te maken
- Kies T en <Enter> voor Toevoegen om onderdelen aan de selectie toe te voegen
- Kies V en <Enter> voor Verwijderen om onderdelen uit de selectie te verwijderen
- Kies A en <Enter>voor Accepteren van de huidige selectie
Het venster 'Hulpstukken' wordt getoond. Het huidige hulpstuk is rood gekleurd.
- Selecteer het gewenste hulpstuk
- Kies [ Invoegen ] of [ Plaatsen ] om deze te ‘gebruiken’
Het geselecteerde hulpstuk wordt aangepast. Aansluitende leidingen en hulpstukken worden aangepast.
Wijzig peilmaat
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Wijzig peilmaat'
- Selecteer de aan te passen leidingen/hulpstukken/appendages
- Geef op wat de nieuwe peilmaat moet worden,
of
geef op hoe de peilmaat gewijzigd moet worden- Kies A en <Enter> voor Als, om een onderdeel te selecteren met de juiste peilmaat
- Kies H en <Enter> voor Hoger, om een afstand op te geven
- Kies L en <Enter> voor Lager, om een afstand op te geven
- Kies O en <Enter> voor Onder, om de peilmaat t.o.v. de onderkant van een te selecteren element.
Eventueel met opgave tussenruimte - Kies B en <Enter> voor Boven, om de peilmaat t.o.v. de bovenkant van een te selecteren element.
Eventueel met opgave tussenruimte - Kies D en <Enter> voor onDerkant, om de peilmaat t.o.v. de onderzijde op te geven
- Kies V en <Enter> voor boVenkant, om de peilmaat t.o.v. de bovenzijde op te geven
Kopieren
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Kopieren'
- Selecteer de te kopiëren leidingen/hulpstukken/appendages
- Selecteer het aansluitpunt
De onderdelen komen aan de kruisdraden te hangen.
of- Kies M en <Enter> voor Meermaalskopieren, om de selectie meerdere keren te kunnen kopiëren
- Selecteer een aansluitpunt
De onderdelen worden georiënteerd aan de connectorrichting.
of- Kies A en <Enter> voor Aansluitpunt, om een aansluitpunt te selecteren
- Kies I en <Enter> voor Invoegpunt, om het invoegpunt te wijzigen
- Specificeer een rotatiehoek
Over deze rotatiehoek kan de selectie één of meer keren geroteerd worden (om de connector-as). De selectie wordt vervolgens over deze hoek geroteerd
- Toets een of meer keren <Enter> om de selectie verder te roteren met de opgegeven rotatiehoek
- Toets <Esc> om het commando af te sluiten
Verplaatsen
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Verplaatsen'
- Selecteer de te verplaatsen leidingen/hulpstukken/appendages
- Selecteer het aansluitpunt
De onderdelen komen aan de kruisdraden te hangen.
- Selecteer een aansluitpunt
De onderdelen worden georiënteerd aan de connectorrichting.
of- Kies A en <Enter> voor Aansluitpunt, om een aansluitpunt te selecteren
- Kies I en <Enter> voor Invoegpunt, om het invoegpunt te wijzigen
- Specificeer een rotatiehoek
Over deze rotatiehoek kan de selectie één of meer keren geroteerd worden (om de connector-as). De selectie wordt vervolgens over deze hoek geroteerd
- Toets één of meer keren <Enter> om de selectie verder te roteren met de opgegeven rotatiehoek
- Toets <Esc> om het commando af te sluiten
Draaien
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Draaien'
- Selecteer de te draaien leidingen/hulpstukken/appendages
- Selecteer het aansluitpunt
- Specificeer een rotatiehoek
Over deze rotatiehoek kan de selectie één of meer keren geroteerd worden (om de connector-as). De selectie wordt vervolgens over deze hoek geroteerd
- Toets één of meer keren <Enter> om de selectie verder te roteren met de opgegeven rotatiehoek
- Toets <Esc> om het commando af te sluiten
Helen van leidingdelen
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Heel leiding'
- Selecteer de twee leidingen die geheeld moeten worden
De twee leidingen worden tot 1 leiding gemaakt; De twee oorspronkelijke leidingen hoeven elkaar niet te raken, maar moeten wel in elkaars verlengde liggen.
Breken van een leiding
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Breek leiding'
- Geef het punt aan waar de leiding moet worden gebroken
of
opgave afstand vanaf een verbinding:- Toets A gevolgd door <Enter>
- Selecteer een verbinding of uiteinde
- Geef de afstand op
De leiding wordt gesplitst op het aangegeven punt.
Stretch leiding
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Stretch buis'
- Selecteer een uiteinde van leiding (de zijde die verlengd/ingekort moet worden)
- Versleep het uiteinde
of
geef een waarde op
De leiding wordt verlengd/verkort. Nb. Kies voor het aansluiten van buis op buis de functie Genereer bocht of genereer T-aansluiting
Stretch gebied
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Stretch gebied'
- Selecteer met het ‘crossing’ venster de elementen die verplaatst/gestretcht moeten worden
- Versleep de elementen
Samenvoegen Hulpstuk en Kanaal (Alleen Rechthoekig)
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Samenvoegen'
- Selecteer het hulpstuk en het kanaal welke samengevoegd moeten worden. (bijvoorbeeld verlengde bocht)
De geselecteerde onderdelen worden samengevoegd tot één hulpstuk.
Verwijderen kanaalprofiel (Alleen Rechthoekig)
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Verwijder kanaal profiel'
- Selecteer de element(en) waarvan het kanaalprofiel (verbinding) verwijderd moet worden
De geselecteerde onderdelen worden aangepast.
Toekennen kanaalisolatie
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Isolatie (2D)'
- Maak een keuze:
- Toets M en <Enter> voor Meerdere, om meerdere elementen te selecteren (default waarde)
- Toets V en <Enter> voor Verwijderen, om de aangegeven isolatie te verwijderen.
- Toets I en <Enter> voor Inwendig, om inwendige isolatie toe te kennen
- Toets U en <Enter>voor Uitwendig, om uitwendige isolatie toe te kennen
- Indien gekozen voor 'Inwendig' of 'Uitwendig' wordt de selectie vraag herhaald, de mogelijkheid Meerdere is dan niet meer beschikbaar.
- Indien gekozen voor 'Meerdere' dan blijft de keuze Verwijderen, Inwendig en Uitwendig.
- Klik <ESC>om de functie te beëindigen
De isolatie aanduiding is alleen zichtbaar zodra Techline weergave op 2D stand ingesteld staat.
Doorsnede en aanzicht maken
De installatie wordt in 3D getekend. Van het 3D model kunnen aanzichten en doorsneden gegenereerd worden.
Hierbij wordt een vlak loodrecht op het aanzicht geplaatst door het tekenen van een lijn. Deze lijn kan via een keuze-grip ingesteld worden.
Vervolgens kan een aanzicht/doorsnede worden gegenereerd, die als block op de tekening kan worden geplaatst.
Het is ook mogelijk de "section boundary” of “Section Volume” als 3D uitsnede (block) op tekening te plaatsen.
Bij het aanmaken van de aanzichten/doorsneden (2D) worden de 3D-elementen vervangen door de 2D-representatie. Deze zijn verder te bematen.
De standaard AutoCAD functies voor het genereren van doorsneden en aanzichten levert alleen grafische informatie op (lijnen). Hierbij gaat dus veel informatie verloren.
Gegenereerde doorsneden kunnen worden bijgewerkt na wijzigingen in de installatie of wijzigingen in de positionering van de doorsnedelijn.
Maken doorsnede en aanzicht
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Doorsnede'
Als de visual style van de tekening niet op "wireframe" staat, wordt daarvan melding gemaakt.
- Geef begin en eindpunt van de doorsnede op (breedte van de doorsnede)
- Geef punt op voor de kijkrichting en de kijkdiepte van het doorsnede gebied
- Geef het soort doorsnede op
- B en <Enter> voor Begrenzing (default waarde)
- V en <Enter> voor Volume
- L en <Enter>voor Lijn
Het doorsnede vlak wordt getoond.
- Geef op of dat de doorsnede Nu of Later gegenereerd moet worden
- <Enter> om de doorsnede nu te genereren
- <Esc>om de doorsnede later te genereren
Bij <Esc> wordt de functie afgesloten
- Geef op welke elementen mee moeten komen in de te genereren doorsnede
- T en <Enter> voor Techline objecten
- S en <Enter> voor Solids en techline objecten (default waarde)
- X en <Enter>voor solids, techline objecten en Xrefs
De doorsnede wordt gegenereerd en komt aan de kruisdraden te hangen.
- Geef het basispunt op om de doorsnede te plaatsen
Wijzigen / Updaten van aanzicht / doorsnede
De doorsnede/aanzicht wordt niet automatisch bijgewerkt als het 3D-model wordt aangepast. In dat geval zal de doorsnede/aanzicht moeten worden vervangen (geüpdate).
- Wijziging van positie, breedte en kijkdiepte doorsnede
- Klik op de doorsnedelijn en klik op de keuze-grip
- Selecteer in het menu
- Section Plane (Vlak)
- Section Boundary (Vlak een kijkdiepte)
- Section Volume (Blok met lengte, breedte en diepte)
- Verplaats de doorsnedelijn(en) eventueel met grip
- Wijzig de kijkrichting, indien gewenst, met grip
- Selecteer in het menu
- Klik op de doorsnedelijn en klik op de keuze-grip
- Update doorsnede
- Klik met de rechter muistoets op de doorsnedelijn
- Selecteer Techline Doorsnede, en Vervangen in het vervolgmenu
Als de visual style van de tekening niet op "wireframe" staat, wordt daarvan melding gemaakt.
- Geef op welke elementen mee moeten komen in de te genereren doorsnede
- T en <Enter> voor Techline objecten
- S en <Enter> voor Solids en techline objecten (default waarde)
- X en <Enter> voor solids, techline objecten en Xrefs
De doorsnede/aanzicht wordt bijgewerkt.
Materialen toekennen / verwijderen
Bij het tekenen van een leidingstelsel of luchtkanalenstelsel wordt gekozen voor een leiding- en fabrikanttype. Hiermee wordt ook de materiaalkeuze vastgelegd. Voor de duidelijkheid van de tekening worden speciale kleuren toegekend aan de verschillende leidingen. Zo hebben de aanvoer- en retourleidingen een verschillende tint.
Met de functie Materialen toekennen kunnen de werkelijke materiaalkleuren worden toegepast voor bijvoorbeeld het renderen van het systeem. Deze materiaalkleuren kunnen, indien gewenst, ook verwijderd worden zodat de systeemkleuren weer zichtbaar worden.
Toekennen materiaalkleur – verwijderen systeemkleur
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Materialen toekennen'
- Selecteer de elementen waaraan het materiaal moeten worden toegekend.
De geselecteerde elementen krijgen de echte materiaalkleur. De zichtbaarheid van de materialen is afhankelijk van de Visual Style.
Verwijderen materiaalkleur - toekennen systeemkleur
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Bewerk'
- Selecteer 'Materialen verwijderen'
- Selecteer de elementen waarvan het materiaal moet worden vervangen door de systeemkleuren.
De geselecteerde elementen krijgen de systeemkleuren.
Enkellijnig omzetten naar Techline
Een enkellijnig leidingstelsel of (rond) luchtkanalenstelsel, welke getekend is met de Techniek software 9.x, kan omgezet worden naar een 3D tekening met Techline onderdelen.
Het enkellijnige leiding/kanaalsysteem moet voorzien zijn van diametergegevens. Deze gegevens moeten overeenstemmen met de beschikbare afmetingen binnen Techline.
Bij het omzetten moet een leidingsysteem gekozen worden.
Plaats startpunt
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Enkellijnig -> Techline'
- Selecteer 'Plaats startpunt'
- Geef het plaatsingspunt voor begin route (selecteer een leiding/kanaal)
Het venster 'Plaatsen beginpunt' verschijnt.
- Selecteer het gewenste Leidingsysteem
- Klik [ OK ]
- Herhaal dit, indien gewenst, overige leiding/kanaal tracés
Route controle
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Enkellijnig -> Techline'
- Selecteer 'Route controle'
- Geef het plaatsingspunt voor begin route (selecteer een leiding/kanaal)
- Herhaal dit, indien gewenst, overige leiding/kanaal systemen
- Selecteer de te controleren systemen
of
type ALLin op de commandoregelDe gemarkeerde leiding/kanaaltracés zijn gecontroleerd. Indien de markering stopt voordat het systeem beëindigd is, zit op de overgang een nader te onderzoeken / op te lossen knooppunt.
- Om de markering te verwijderen:
Type VKM, indien er een Techniek 10.x W-applicatie geladen is.
Genereer 3d Techline
- Open in Toolpalette Cadac-Techline het tabblad 'Bewerk'
- Open menu 'Enkellijnig -> Techline'
- Selecteer 'Genereer 3d Techline'
Het venster 'Selecteer de te verwerken leidingsystemen' verschijnt.
- Selecteer het gewenste leidingsysteem of selecteer meerdere leidingsystemen
- Klik [ OK ]om de omzetting te starten
Het enkellijnige tracé wordt ‘opnieuw’ getekend met Techline onderdelen. Het enkellijnige tracé blijft in de tekening aanwezig.
Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen.
Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen