• Cadac. Enabling digital starts here.
  • Autodesk Platinum Partner
  • Cadac Loyalty Program: exclusieve voordelen & cashback
  • +31 88 9322 333

Onderlegger -05- Wanden - TheModus Professional (Nordined)

Laatst gewijzigd op: 26 oktober 2022

INHOUDSOPGAVE


Wanden

Wanden algemeen


Algemeen

Diverse soorten wanden kunnen vanuit het menu 'Wanden' worden geplaatst. 

In dialoogvensters kunnen afmetingen en typen worden opgegeven.

Aansluitingen tussen verschillende soorten wanden en aansluitingen op kolommen kunnen in het menu 'Bewerk' worden gemaakt.

De gegevens van een reeds getekende wand kunnen worden ingelezen om daarmee verder te tekenen.

Enkele lijnen en polylijnen kunnen worden omgezet naar 'echte' wanden.

Bij het tekenen van wanden worden t.b.v. het maken van ruimtedefinities hulplijntjes gezet op alle hoekpunten. Deze hulplijntjes kunnen worden 'uit'- en 'aan' gezet.

Foutieve wanddelen kunnen direct verwijderd worden (Herstel), zonder de tekenfunctie te verlaten (=undo-optie).


 

  • (Gevel...)
    Selectie van afmetingen van LINKERBLAD-SPOUW-RECHTERBLAD via standaardwaarden, of eigen opgave
  • (Wand...)
    Selectie van type wand en afmetingen via dialoogvenster:
    • Metselwand: (2 wandlijnen)
    • Betonwand: (2 wandlijnen)
    • Binnenwand: (2 wandlijnen plus hartlijn)
    • Systeemwand: (2 wandlijnen plus hartlijn)
    • Denkbeeldige wand: (enkele lijn)
  • (Selekteer wand)
    Inlezen gegevens getekende wand voor tekenen nieuwe wand.
  • (Standaard wand)
    Inlezen gegevens opgeslagen wand voor tekenen nieuwe wand.
  • (Kopieer wand)
  • (Enkele lijn -> Wand)
    Omzetten lijn of polylijn naar te selecteren wand
  • (Hartlijn)
    Aanbrengen hartlijn in wand
  • Brandwering:
    • (Brandwering)
    • (Brandwering 30min)
    • (Brandwering 60min)
      Aanbrengen brandwering aan een zijde van een wand.


  • (Universele wandaansluiting)
    maakt T-aansluitingen en hoekaansluitingen
  • (Universele wandaansluiting met doorgaande wand)
    maakt T-aansluitingen
  • (Kruising)
    met zowel gelijksoortige als ongelijksoortige wanden
  •   (T-splitsing (enkel))
    één aansluitende wand op één doorgaande wand
  • (T-splitsing (groep))
    meerdere aansluitende wanden op één doorgaande wand
  • (Hoek oplossing)
    tussen twee gelijksoortige wanden
  • (Aansluiten op wand)
    aansluiten wand op bestaande hoekoplossing
  • (Kolomuitsnede)
    De wand wordt ter plaatse van de geselecteerde kolommen onderbroken
  • (Dichten wandkop)
    De kopse kant van de wand wordt dicht gemaakt
  • (Breek wand)
    Wand onderbreken, geen scheiding tussen oorspronkelijke ruimten
  • (Gat in wand)
    Wand onderbreken, hulplijnen geplaatst voor scheiding tussen ruimten
  • (Heel-wand)
    Onderbroken wand sluiten (alle wandlijnen en hartlijn)
  • (Heel-lijn)
    Onderbroken (wand/hart)lijn tot een lijn maken


Terug naar Inhoudsopgave

Opgeven instellingen voor tekenen van wanden


Algemeen

Voor en tijdens het tekenen van wanden kunnen een aantal instellingen worden gedaan.

  • Bij aanvang van het tekenen gebeurt dat in een dialoogvenster;
  • Tijdens het tekenen kunnen de instellingen worden gewijzigd
    • via invoer van Hoofdletter(s) op commandline
    • via selecteren op commandline
    • Via oproepen rechtermuisklik

De instellingen kunnen ook worden uitgelezen uit reeds getekende wanden of uit de standaard wanden.


Opgeven Gevel teken-instellingen

  1. Klik(Gevel...) in:
    • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • in menu 'Wanden'
  2. Geef in venster 'Gevel' de instellingen op:
    1. Kies de 'Standaard waarden' voor de gevel opbouw:
      • 100-70-100
      • 100-70-150
      • 110-70-100
      • 150-100-150
      • 150-70-150
    2. of
      Geef zelf de waarden voor 'Links', 'Spouw' en 'Rechts'
    3. Geef de basislijn op:
      • Links (Linkerzijde wand)
      • Midden
      • Rechts (Rechterzijde wand)
        Let op!
        Links/Rechts is gezien in de tekenrichting
    4. Bepaal hoe wand moet worden begonnen:
      • Open: is Default
      • Dicht: als beginpunt wand in de vrije ruimte komt.
    5. Bepaal of Automatisch T-aansluitingen gemaakt moeten worden
      Default staat deze optie 'uit'
    6. Klik [ OK ]
  3. Geef het beginpunt van de wand op en teken de wand.


Opgeven Wand teken-instellingen

  1. Klik(Wand...) in:
    • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • in menu 'Wanden'
  2. Geef in venster 'Wand' de instellingen op:
    1. Bepaal het wandtype:
      • Metselwand
      • betonwand
      • Binnenwand
      • Systeemwand
      • Denkbeeldige wand
    2. Kies de 'Standaard waarde' voor
      • 50
      • 70
      • 100
      • 110
      • 125
      • 150
      • 200
      • 220
      • 250
    3. of
      Geef zelf de waarde op voor 'Wanddikte'
    4. Geef de basislijn op:
      1. Links (Linkerzijde wand)
      2. Midden
      3. Rechts (Rechterzijde wand)
        Let op!
        Links/Rechts is gezien in de tekenrichting
    5. Bepaal hoe wand moet worden begonnen:
      • Open: is Default
      • Dicht: als beginpunt wand in de vrije ruimte komt.
    6. Bepaal of Automatisch T-aansluitingen gemaakt moeten worden
      Default staat deze optie 'uit'
    7. Klik [ OK ]
  3. Geef het beginpunt van de wand op en teken de wand.


Opvragen tekeninstellingen uit bestaande wand

  1. Klik (Selekteer wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Selecteer de gewenste wand in de tekening
    In het commandoveld worden de opgevraagde instellingen zichtbaar. Deze instellingen kunnen aangepast worden voordat de wand getekend wordt.


Opvragen tekeninstellingen uit standaard wand

  1. Klik (Standaard wand) in:
    •  panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Selecteer gewenste wand uit de lijst met standaard wanden
  3. Klik [ OK ]
    In het commandoveld worden de opgevraagde instellingen zichtbaar. Deze instellingen kunnen aangepast worden voordat de wand getekend wordt.


Opgeven of wijzigen van de teken instellingen

  1. Tijdens het tekenen van een wand:
    • Type de hoofdletter(s) van de gewenste optie op de commandline
      of
    • Selecteer de optie op de commandline
      of
    • Roep met rechter muistoets het pop-up menu op:
  • Bepaal of instelling automatisch T-splitsing moet worden gewijzigd:
    Type <T> of selecteer 'T aan/uit' (UIT is default instelling)
  • Tekenlijn op:
    • Linkerkant wand: Type <L> of selecteer 'Links'
    • Hartlijn wand: Type <M> of selecteer 'Midden'
    • Rechterkant wand: Type <RC> of selecteer 'Rechts'
      Let op: Links/rechts is gezien in de richting van tekenen.
  • Bepaal hoe wand moet worden begonnen:
    • Open: Type <O> of selecteer 'Open' (Open is default instelling)
    • Dicht: Type <D> of selecteer 'Dicht' als beginpunt wand in de vrije ruimte komt


Terug naar Inhoudsopgave

Tekenen rechte wand


Algemeen

Bij het plaatsen van Gevels, Metsel-, Beton-, Binnen- en Systeem-wanden moet de positie t.o.v. de tekenlijn worden opgegeven.

Rechte wanden kunnen aangesloten worden op gebogen of ronde wanden.

Tijdens het tekenen kan de dikte van de wand worden gewijzigd.

Tekenwerk kan worden versneld door wandtype en -afmeting te halen uit reeds getekende wanden of uit opgeslagen standaardwanden.

Met de toetscombinatie RW (Repeat Wand) of knop   wordt direct getekend met de laatste instelling.

Bij het tekenen van wanden worden t.b.v. het maken van ruimtedefinities hulplijntjes gezet op alle hoekpunten. Deze hulplijntjes kunnen worden 'uit'- en 'aan' gezet.


Zie ook:

  • Plaatsen ronde / gebogen wand
  • Kopiëren wand
  • Verplaatsen wand
  • Aanpassen wand/wand-aansluitingen
  • Maken van openingen in wanden
  • Omzetten van enkele lijn naar wand
  • Standaard wanden, opslaan en inlezen
  • Wandinstellingen aanpassen
  • Bestanden met Standaardinstellingen


Wand tekenen

  • Stramienplan getekend
  • Kolommen geplaatst
  1. Selecteer gewenst wandtype
    • Nieuwe opgave
      1. Klik (Gevels) of (Wanden) in:
        • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
          of
        • menu 'Wanden'
      2. Selecteer:
        • Wandtype
        • Wanddikte
        • Basislijn
        • Beginwand
        • Autom. T-splitsing
      3. Klik [ OK ]
    • Uitlezen type en afmetingen uit reeds getekende wand
      1. Klik (Selekteer wand) in:
        • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
          of
        • menu 'Wanden'
      2. Wijs wand van gewenste type en dikte aan.
    • Opgeslagen standaard wand
      1. Klik (Standaard wand) in
        • Panel 'Wanden' in Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
          of
        • menu 'Wanden'
      2. Selecteer opgeslagen wandtype
  2. Controleer en wijzig zo nodig de instellingen:
    • Automatische T-aansluiting:
      Type <T> of selecteer 'T aan/uit' (UIT is default instelling)
    • Positie tekenlijn
      • Linkerkant wand: Type <L> of selecteer 'Links'
      • Hartlijn wand: Type <M> of selecteer 'Midden'
      • Rechterkant wand: Type <RC> of selecteer 'Rechts'
      • Let op: Links/rechts is gezien in de richting van tekenen.
    • Hoe wand moet worden begonnen
    • Open: Type <O> of selecteer 'Open' (Open is default instelling)
    • Dicht: Type <D> of selecteer 'Dicht' als beginpunt wand in de vrije ruimte komt
  3. Bepaal beginpunt wand, d.m.v.
    • ObjectSnap knoppen
    • Ref. met behulp van een referentiepunt
  4. Bepaal volgende punt(en) op dezelfde wijze:
    Geef hoofdletter(s), Selecteer op commandline of Selecteer in rechtermuis menu
    • R voor Ref. (Referentie)
    • L voor Links
    • M voor Midden
    • RC voor Rechts
    • DI voor Dikte
    • BO voor Boog
    • HA voor Halve cirkel
    • K voor Kwartcirkel
    • HE voor Herstel
    • T voor T aan/uit
    • BE voor Bewaar
  5. Eindigen met wand:
    • Svoor Sluit
      • aansluiten op beginpunt: selecteer <Close>
    • D voor Dicht (met "dicht" einde)
    • <Enter> voor Open (Default: "open" einde)
    • Als T-aansluiting 'Aan' staat wordt de wand beëindigt als deze tegen een bestaande wand wordt getekend.


Aanwijzing:

Als twee wanden tegen elkaar moeten staan (evenwijdig) moet de automatische T-oplossing uit staan.

Met de toetscombinatie RW (Repeat Wand) wordt direct getekend met de laatste instelling, zonder dat eerst het dialoogvenster op komt.


Wat kan er fout gaan

  • De wand is te dik: de wandlijn die evenwijdig aan de aangewezen wandlijn loopt staat buiten het zoekgebied van de cursor:
    • Wijs de bijbehorende wandlijn aan.
  • De wandlijn die is aangewezen is een eindbegrenzing en staat loodrecht op de wand.
    • Toets <ESC>
      of
    • Wijs lijn opnieuw aan met optie <ENDpoint>
  • 'Bad argument type' verschijnt als een wand is aangewezen: het programma probeert een onmogelijke hoekoplossing/T-oplossing te maken.
    • Zet 'T aan/uit' op 'uit'


Terug naar Inhoudsopgave

Plaatsen ronde / gebogen wand


Algemeen

Voor elk volgend stuk gebogen wand moet telkens worden opgegeven dat het een gebogen wand betreft; de applicatie tekent anders een rechte wand.

  • Opgave van een gebogen wand kan gebeuren tijdens het tekenen van (rechte) wanden. 
  • Een gebogen wand kan worden getekend aansluitend op een reeds getekende rechte wand
  • Begonnen kan worden met een gebogen wand

Bij het plaatsen van GEVELS en WANDEN (beton-, binnen- en systeemwanden) moet de positie t.o.v. de tekenlijn worden opgegeven.

Gebogen en ronde wanden kunnen aangesloten worden op rechte wanden.

Ronde wanden worden opgebouwd uit rechte delen; het aantal rechte segmenten waaruit de ronde wand moet worden opgebouwd, moet opgegeven worden. Bij een groot aantal segmenten zal het genereren van de ruimtedefinitielijnen veel tijd in beslag nemen.


Beginnen met een ronde wand te tekenen

  1. Keuze:
    • Nieuwe opgave
      1. Klik (Gevels) of (Wanden) in:
        • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
          of
        • menu 'Wanden'
      2. Selecteer:
        • Wandtype
        • Wanddikte
        • Basislijn
        • Beginwand
        • Autom. T-splitsing
      3. Klik [ OK ]
    • Uitlezen type en afmetingen uit reeds getekende wand
      1. Klik (Selekteer wand) in:
        • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
          of
        • menu 'Wanden'
      2. Wijs wand van gewenste type en dikte aan.
    • Opgeslagen standaard wand
      1. Klik (Standaard wand) in
        • Panel 'Wanden' in Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
          of
        • menu 'Wanden'
      2. Selecteer opgeslagen wandtype
  2. Controleer en wijzig zo nodig de instellingen:
    • Automatische T-aansluiting:
      Type <T> of selecteer 'T aan/uit' (UIT is default instelling)
    • Positie tekenlijn
      • Linkerkant wand: Type <L> of selecteer 'Links'
      • Hartlijn wand: Type <M> of selecteer 'Midden'
      • Rechterkant wand: Type <RC> of selecteer 'Rechts'
      • Let op: Links/rechts is gezien in de richting van tekenen.
    • Hoe wand moet worden begonnen
    • Open: Type <O> of selecteer 'Open' (Open is default instelling)
    • Dicht: Type <D> of selecteer 'Dicht' als beginpunt wand in de vrije ruimte komt
  3. Bepaal beginpunt wand, d.m.v.
    • ObjectSnap knoppen
    • Ref. met behulp van een referentiepunt
  4. Type of selecteer:
    • BO of 'Boog'
    • HA of 'Halfc'
    • K of 'Kwrtc'
  5. Geef de richting van de wand op.
    De richting van de raaklijn aan de te plaatsen ronde wand
  6. Geef de maat en richting van de boog/cirkel op
    • Geef bij Halve Cirkel / Kwart cirkel op of de 'Straal' of de 'Diameter' opgegeven moet worden:
      • Straal (standaard instelling)
      • Type <D> of selecteer 'Diameter' voor opgave diameter
        • Grafisch:
          Geef lengte straal/diameter op in tekening door klikken met de muis
          of
        • Via toetsenbord:
          • Type <N> of Selecteer 'Num.waarde'
          • Type lengte straal/diameter (in mm.)
            (positief = in verlengde bestaande wand)
            (negatief = teruglopend)
      • Geef richting boog met cursor (links / rechts van wand)
    • Bij Boog
      1. Geef op 1e boogpunt
      2. Eindpunt van de boog
        Een cirkelboog wordt getekend.
  7. Geef het aantal segmenten op.
    De cirkelboog wordt omgezet in een wand met het aantal opgegeven segmenten.
    Met de optie Herstel wordt telkens het laatst getekende segment of wanddeel verwijderd. Het tekencommando wordt niet verlaten, het volgende wanddeel wordt aansluitend getekend.
  8. Teken de wand verder
    of
    Beëindig de wand:
    1. Type <S> of selecteer 'Sluit' voor sluiten
      aansluiten op beginpunt: selecteer <Sluit>
    2. Type <D> of selecteer 'Dicht'
      met "dicht" einde: selecteer <Dicht>
    3. Toets <Enter> of selecteer 'Open'
      Default: "open" einde

Overgaan van rechte wand op ronde wand

  • Al in het tekencommando, al een recht wanddeel getekend
  1. Controleer en wijzig zo nodig de instellingen:
    • Automatische T-aansluiting:
      Type <T> of selecteer 'T aan/uit' (UIT is default instelling)
    • Positie tekenlijn
      • Linkerkant wand: Type <L> of selecteer 'Links'
      • Hartlijn wand: Type <M> of selecteer 'Midden'
      • Rechterkant wand: Type <RC> of selecteer 'Rechts'
      • Let op: Links/rechts is gezien in de richting van tekenen.
  2. Type of selecteer:
    • BO of 'Boog'
    • HA of 'Halfc'
    • K of 'Kwrtc'
  3. Geef de richting van de wand op.
    De richting van de raaklijn aan de te plaatsen ronde wand
  4. Geef de maat en richting van de boog/cirkel op
    • Geef bij Halve Cirkel / Kwart cirkel op of de 'Straal' of de 'Diameter' opgegeven moet worden:
      • Straal (standaard instelling)
      • Type <D> of selecteer 'Diameter' voor opgave diameter
        • Grafisch:
          Geef lengte straal/diameter op in tekening door klikken met de muis
          of
        • Via toetsenbord:
          • Type <N> of Selecteer 'Num.waarde'
          • Type lengte straal/diameter (in mm.)
            (positief = in verlengde bestaande wand)
            (negatief = teruglopend)
      • Geef richting boog met cursor (links / rechts van wand)
    • Bij Boog
      1. Geef op 1e boogpunt
      2. Eindpunt van de boog
        Een cirkelboog wordt getekend.
  5. Geef het aantal segmenten op.
    De cirkelboog wordt omgezet in een wand met het aantal opgegeven segmenten.
    Met de optie Herstel wordt telkens het laatst getekende segment of wanddeel verwijderd. Het tekencommando wordt niet verlaten, het volgende wanddeel wordt aansluitend getekend.
  6. Teken de wand verder
    of
    Beëindig de wand:
    1. Type <S> of selecteer 'Sluit' voor sluiten
      aansluiten op beginpunt: selecteer <Sluit>
    2. Type <D> of selecteer 'Dicht'
      met "dicht" einde: selecteer <Dicht>
    3. Toets <Enter> of selecteer 'Open'
      Default: "open" einde

Wat kan er fout gaan

  • Als twee wanden tegen elkaar moeten staan (concentrisch) moet de automatische T oplossing op 'uit' staan.
  • De wand is te dik: de wandlijn die evenwijdig aan de aangewezen wandlijn loopt staat buiten het zoekgebied van de cursor:
    • Wijs de bijbehorende wandlijn aan.
  • De wandlijn die is aangewezen is een eindbegrenzing en staat loodrecht op de wand.
    • Toets <Esc>, of
    • Wijs lijn opnieuw aan met optie <ENDpoint>
  • 'Bad argument type' verschijnt als een wand is aangewezen: het programma probeert een onmogelijke hoekoplossing/T-oplossing te maken.
  • Zet 'T aan/uit' op 'uit'


Terug naar Inhoudsopgave

Plaatsen denkbeeldige wand


Algemeen

Ruimten hoeven niet afgesloten te zijn met wanden. Voor het bepalen van ruimtegegevens moeten ruimtes wel als zodanig herkenbaar zijn.

Met de menukeuze 'Wanden' -> 'Wand...' -> 'Denkbeeldige wand' wordt een ruimte ook begrensd.

Een denkbeeldige wand wordt getekend als een enkele lijn.

Ruimten kunnen bepaald worden volgens

  • NEN 2580:
    • Ruimte plus helft van de binnenwanden (bruto ruimteoppervlak)
  • Vloerbedekking oppervlak (netto vloeroppervlak):
    • Ruimten exclusief de constructie

Bij het plaatsen van de denkbeeldige wand op de aansluitende binnenwand wordt daarom gezocht naar de hartlijn van die aansluitende wand. Achteraf kan dan de oppervlaktebepaling nog worden aangegeven/aangepast.


Denkbeeldige wand plaatsen

  1. Klik (Wand...) in:
    • Panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Selecteer 'Denkbeeldige wand' in venster 'Wanden'
  3. Klik [ OK ]
  4. Teken de wand:
    • Rechte wand
      zie Tekenen rechte wand
    • Gebogen wand
      zie Plaatsen ronde / gebogen wand

Als een wand op een kopse kant van een wand moet aansluiten, teken dan de denkbeeldige wand in de richting van de kopse kant; Laat deze dan met het AutoCAD commando <EXTEND> aansluiten.


Terug naar Inhoudsopgave

Kopiëren wand

Algemeen

Wanden kunnen in een aan te geven richting worden gekopieerd. Opgegeven kan worden de h.o.h.-afstand en het aantal keren dat de wand moet worden gekopieerd.

Automatisch worden de benodigde hoekaansluitingen gemaakt, indien die aansluitingen op het scherm zichtbaar zijn.

Gebruik niet de AutoCAD-commando's <COPY>, <ARRAY> of <OFFSET>:

-    de wandaansluitingen en hartlijnen moeten dan daarna bijgewerkt worden.


Wand kopiëren

  • Gedeelte waarheen wand wordt gekopieerd zichtbaar op het scherm
  1. Klik (Kopieer wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Selecteer te kopiëren wand.
  3. Geef richting aan waarin de wand moet worden gekopieerd
  4. Geef de h.o.h.-afstand aan
  5. Geef het aantal kopieën aan


Wat kan er fout gaan

  • Aansluitingen op wanden worden niet gemaakt.
    Het gedeelte waar de wand naar toe wordt gekopieerd was niet zichtbaar zijn in het scherm.


Terug naar Inhoudsopgave

Verplaatsen wand


Algemeen

Wanden kunnen worden verplaatst. U gebruikt hierbij bij voorkeur het AutoCAD commando <STRETCH>. Met het commando <MOVE> moeten aansluitingen nog worden nabewerkt.

Indien de verplaatste wand een ander type wand moet worden (b.v. wijziging van beton naar gemetselde wand) moet de wand ook van laag wijzigen. Dit gebeurt met Rolmenu Lagen menukeuze Wijzig laag.

De benodigde hoekaansluitingen moeten later worden bijgewerkt.

Verplaatsen van wandlijnen <MOVE>

  • AutoCAD commando <MOVE>
  1. Klik in panel 'Modify' op Ribbontab 'Home'
    of
  2. Type <MOVE>
  3. Selecteer de te verplaatsen wand (met <crossing> / <window>)
  4. Geef het basispunt op
  5. Geef het tweede punt op
  6. Werk de nieuwe aansluitingen bij met de opties uit menu 'Bewerk'
  7. Werk de oude aansluitingen bij het 'Heel-lijn' of 'Heel wand' in menu 'Bewerk'


Verplaatsen van wandlijnen <STRETCH>

  • AutoCAD commando <STRETCH>
  1. Klik in panel 'Modify' op Ribbontab 'Home'
    of
  2. Type <STRETCH>
  3. Selecteer de te verplaatsen wand (met <crossing>)
  4. Geef het basispunt op
  5. Geef het tweede punt op


Type wand wijzigen

  • Wand van gewenste type is beschikbaar in tekening.
  1. Selecteer wandlijnen (buitenlijnen)
  2. Selecteer gewenste laag in laagkeuzemenu in:
    • panel 'Layers' op Ribbontab 'Home'
      of
    • Properties Palette in sectie 'General'

Hartlijnen van binnenwanden staan op een andere laag als de binnenwand zelf. 

Eventueel zal een bestaande hartlijn verwijderd moeten worden, of zal een nieuwe hartlijn geplaatst moeten worden.


Terug naar Inhoudsopgave

Aanbrengen brandwering


Algemeen

De brandwering wordt aangeduid met een onderbroken lijn (center). Er zijn drie verschillende aanduidingen mogelijk, die op afzonderlijke lagen worden geplaatst:

  • Algemeen (BL$8E- - -_BRAND_W,  magenta)
  • 30 minuten brandwering (BL$8I- - -_BRAND_W_30,  groen)
  • 60 minuten brandwering (BL$8J- - -_BRAND_W_60,  rood)

De lijnen worden op de tekening geplaatst:

  • Over een wandlijn
  • Op het hart van een wand

De wand hoeft zelf geen hartlijn te hebben.

De kleur en lijntype van de lijnen is in te stellen in configuratiebestand Ol_lay.ini.


Plaatsen aanduiding Brandwering op wandlijn

  1. Klik:
    • (Brandwering)
      of
    • (Brandwering 30min.)
      of
    • (Brandwering 60 min.) in:
      • panel 'Wanden' in Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
        of
      • menu 'Wanden'
  2. Geef beginpunt (op wand)
    • d.m.v. Object Snap functies. (END, INT)
    • Type <W> of selecteer 'Wand' om over te gaan op plaatsen brandwering op hart wand
    • Type <R> of selecteer 'Ref' om via referentiepunt, en daarna met @x,y te tekenen
    • Type <H> of selecteer 'Herstel' om laatste lijnstuk te wissen, en doortekenen
  3. Wijs 2e punt op wand aan
    • d.m.v. Object Snap functies. (END, INT)
    • Type <W> of selecteer 'Wand' om over te gaan op plaatsen brandwering op hart wand
    • Type <R> of selecteer 'Ref' om via referentiepunt, en daarna met @x,y te tekenen
    • Type <H> of selecteer 'Herstel' om laatste lijnstuk te wissen, en doortekenen
  4. Geef volgende punt aan
    of
    Beëindig de functie met <Enter>


Plaatsen aanduiding Brandwering op hart van de wand

  1. Klik:
    • (Brandwering)
      of
    • (Brandwering 30min.)
      of
    • (Brandwering 60 min.) in:
      • panel 'Wanden' in Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
        of
      • menu 'Wanden'
  2. Type <W> of selecteer 'Wand' om over te gaan op plaatsen brandwering op hart wand
  3. Selecteer een wandlijn in de buurt van het einde van de wand
    • Type <P> of selecteer 'Punt' om over te gaan op plaatsen brandwering op wand
    • Type <R> of selecteer 'Ref' om via referentiepunt, en daarna met @x,y te tekenen
    • Type <H> of selecteer 'Herstel' om laatste lijnstuk te wissen, en doortekenen
  4. Selecteer een wandlijn in de buurt van het andere einde van de wand
  5. Selecteer een volgende eindpunt
    of
    Beëindig de functie met <Enter>


Terug naar Inhoudsopgave

Aanpassen wand/wand-aansluitingen

Algemeen

Bij het plaatsen van wanden worden de aansluitingen op wanden onderling niet altijd getekend. Dit hangt af van de instelling van de optie automatische T-splitsing (aan/uit). Wanden die beëindigd worden op een reeds getekende wand worden direct op deze wand aangesloten als de Automatische T-splitsing op 'Aan' staat.

De overige aansluitingen zullen dan nog moeten worden aangepast.

Wanden die in verschillende richtingen (t.o.v. elkaar) lopen kunnen op verschillende manieren worden verbonden

  • Door selecteren van een wandlijn van elke betrokken wand:
    • T-splitsing
      • 1 aansluitende wand op 1 doorgaande wand
      • meerdere aansluitende wanden op 1 doorgaande wand
        Afhankelijk van het wandtype van de wanden wordt een opengewerkte of gesloten wandaansluiting gemaakt.
    • Aansluiten op wand
      Er wordt een gesloten wandaansluiting gemaakt.
    • Hoekoplossing
      Alleen voor wanden van gelijke type
    • Kruising
      Bij wanden van gelijke type wordt de kruising "open" gemaakt
      Bij wanden van ongelijke soort blijft de eerst aangewezen wand doorlopend en wordt de tweede wand onderbroken
  • Door selecteren van alle wandlijnen (en hartlijn)van elke betrokken wand, speciaal bedoeld voor meerdere wanden die ongeveer door hetzelfde punt moeten gaan:
    • Universele wandaansluiting
      Hoekoplossingen en/of T-aansluitingen worden gegenereerd.
    • Universele wandaansluiting met doorgaande wand
      T-aansluitingen worden gegenereerd.


Kruising genereren

  • Bij ongelijksoortige wanden onderbreekt de eerst aangewezen wand de 2e wand.
  1. Klik (Kruising) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Wijs de binnenzijde van de eerste wand aan
  3. Wijs de binnenzijde van de kruisende wand aan


T-aansluiting van 1 wand op een doorgaande wand

  • Eén aansluitende wand op één doorgaande wand.
  • Bij ongelijksoortige wanden wordt de eerst aangewezen wand niet onderbroken.
  1. Klik (T-Splitsing (enkel)) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Wijs een lijn van de doorgaande wand aan
  3. Wijs een lijn van de aansluitende wand aan


T-aansluiting van meerdere wanden op 1 doorgaande wand

  • Meerdere aansluitende wanden op één doorgaande wand.
  • Bij ongelijksoortige wanden wordt de eerst aangewezen wand niet onderbroken.
  1. Klik (T_splitsing (groep)) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Wijs een lijn van de doorgaande wand aan
  3. Wijs alle lijnen van de aansluitende wanden aan (met behulp van <crossing>)
  4. Sluit selectie af met <Enter>


T-aansluiting genereren met selectie alle lijnen

  1. Klik (met doorgaande wand)) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer met de <crossing>-optie alle betrokken wandlijnen van de aansluitende wanden aan en sluit de selectie af met <Enter>
  3. Selecteer alle wandlijnen van de doorgaande wand (met de <crossing>-optie)
  4. Het programma vraagt voor wanden met hartlijnen de bijbehorende wandlijnen opnieuw te selecteren.


Algemene aansluiting genereren

  1. Klik (Universele aansluiting) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer met de <crossing>-optie alle wandlijnen van de betrokken wanden, en sluit de selectie af met <Enter>
    Afhankelijk van de onderlinge positie van de uiteinden van de wanden wordt een hoekoplossing of een T-aansluiting gegenereerd.


Hoekoplossing genereren

  • Alleen bij gelijksoortige wanden mogelijk.
  1. Klik (Hoek oplossing) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Wijs binnenzijde van eerste wand aan
  3. Wijs binnenzijde van tweede wand aan


Aansluiten op wand

  • Voor maken T-aansluiting op moeilijke punten; b.v. op bestaande hoek.
  1. Klik (Aansluiten op wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Wijs binnenzijde van eerste wand aan
  3. Wijs binnenzijde van tweede wand aan


Dichten wandkop

  1. Klik (Dichten wandkop) in:
    • panel 'Wanden'op Ribbontab 'Onderlgger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Wijs te sluiten wand aan.
    Bij gevel-wand worden de spouwlijnen niet apart doorverbonden.


Aansluiten dunne wand op dikke wand

  1. Klik (Aansluiten op wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer een lijn van de wand waarop moet worden aangesloten
  3. Selecteer een lijn van de aansluitende wand
    Het programma probeert de bijbehorende wandlijn te vinden, maar zal die niet kunnen vinden, om dat die wandlijn(en) te ver weg liggen.
  4. Selecteer de wandlijn aan de andere zijde van de doorgaande wand.


Wijzigen wanddikte tijdens de tekenen

  • Bij het tekenen van de wand kan de wanddikte (wijdte) al aangepast worden. 
  • Afhankelijk van de tekeninstelling L, R of M verspringt de wand:
    • Links; aan de rechterkant; linkerzijde blijft gelijk
    • Rechts; aan de linkerkant; rechterzijde blijft gelijk
    • Midden; aan weerszijden


Wat kan er fout gaan

  • Vreemde hoekoplossingen.
    Wanneer lijnen van een wand op het beeldscherm nauwelijks van elkaar zijn te onderscheiden kunnen de verkeerde lijnen worden aangewezen.
    Verdeel het beeldscherm met het AutoCAD commando <VPORTS> in 2, 3 of 4 deelschermen. Zoom in de deelschermen in op de te selecteren wanden, zodat wanden goed kunnen worden aangewezen.
  • Een aangewezen wandlijn wordt gestippeld; het systeem vraagt om selecteren van lijnen waaruit de wand is opgebouwd.
    De tweede wandlijn van de wand die gestippeld is kan niet automatisch gevonden worden:
    • Lijn valt buiten het scherm.
      Zet tweede lijn op scherm met <PAN>, of <ZOOM>
    • Lijn is te ver van aanwijspunt verwijderd.
      Wijs de bijbehorende wandlijn(en) aan met <crossing>
  • Hoekoplossing bij evenwijdige, of in elkaars verlengde liggende wanden niet mogelijk
    1. Maak de betreffende wandlaag <current> 
      • Klik (Aktieve laag) in:
        • panel 'Lagen' op Ribbontab 'Algemeen'
          of
        • menu 'Algemeen' en submenu 'Laag instelling'
      • Selecteer een object op de betreffende laag
    2. Teken de wandlijn met AutoCAD commando <LINE>
      Gebruik hiervoor de standaard vangfuncties
  • Bij wijziging hoekoplossing in T-splitsing blijven lijnen van de oude aansluiting zichtbaar.
    Verwijder foutieve lijn(stukken) met <ERASE>
  • Hoekoplossingen 'lukken' niet.
    Gebruik de AutoCAD commando's <TRIM>, <EXTEND> en/of <FILLET>.
  • Hoekoplossingen, T-splitsingen en kruisingen 'lukken' niet.
    Controleer of de verschillende lijnstukken in hetzelfde vlak liggen (z-waarde=0)
    Gebruik hiervoor het AutoCAD commando <LIST>


Terug naar Inhoudsopgave

Maken kolom-uitsnede in wand


Algemeen

Bij het plaatsen van wanden en kolommen wordt de kolom niet uitgesneden uit de wand. Dit kan na plaatsing gebeuren

  • Indien binnen Onderlegger ook ruimtedefinities gegenereerd gaan worden is het van belang in welke fase (van de tekening) de kolomuitsnedes worden gemaakt: Dit hangt af van de keuze of de kolommen wel of niet worden gebruikt voor oppervlaktebepaling volgens de NEN-2580 of volgens de vloerbedekking.
  • Aangegeven kan worden voor welk type kolommen (in een wand) de kolomuitsnede van toepassing is en of de kolom van belang is voor het genereren van ruimtedefinities.
    • Binnen Onderlegger is de volgende naamgeving gebruikt
      • Ronde kolommen: KOL-<diameter>    KOL-300
      • Rechthoekig: KOL-<lengte>-<breedte>    KOL-250-600
      • HEA, HEB en IPE: <profiel><nummer>    HEA300, IPE240
    • Gebruikers kunnen eigen kolommen aanmaken voor b.v. trapeziumvormige of T-doorsnede

Zie ook:

Genereren ruimtedefinities – alle soorten

Genereren ruimtedefinities (oude methode)


Voor welke kolommen moet kolomuitsnede mogelijk zijn

  1. Klik (Gebruik kolommen) in:
    • panel 'Kolommen' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Klik [ Nieuw ] om een kolom of reeks kolommen toe te voegen aan de lijst
  3. Geef op:
    • De (symbool)naam van de gewenste kolommen.
      Met een wildcard (*) kan een reeks kolomnamen worden opgegeven
    • Of de kolom voor de Kolomuitsnede nodig is.
    • Of de kolom voor het genereren van de ruimtedefinitie nodig is.
  4. Klik [ OK ] in venster 'Wijzig gebruik kolommen'
  5. Klik [ OK ] in venster 'Gebruik kolommen'


Kolomuitsnede maken

  1. Klik (Kolom uitsnede) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    •  menu 'Bewerk'
  2. Selecteer de uit te snijden kolom(men)
    De kolomuitsnede wordt alleen uitgevoerd de wandkolommen als de symboolnaam is opgenomen via de functie 'Gebruik kolommen'


Terug naar Inhoudsopgave

Maken van openingen in wanden


Algemeen

Nadat wanden geplaatst zijn kunnen in de wand openingen worden gemaakt

Bij de functie 'Breek wand' wordt een aan te geven deel van de wand verwijderd; voor de ruimtebegrenzing loopt de wand niet door.

Bij de functie 'Gat in wand' wordt een opening in de wand aangegeven; voor de ruimtebegrenzing loopt de wand wel door.

De uitvoering van deze menukeuze is overeenkomstig het AutoCAD commando <BREAK>.

Onderbreken van een wand (geen ruimtescheiding)

  1. Klik (Breek wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer de op te breken wand.
    Het selectiepunt is het eerste 'breekpunt'
    of
    Type <E> of selecteer 'Eerste punt' om het eerste punt opnieuw op te geven.
    1. Type <R> of selecteer 'Ref' om een referentiepunt op te geven
      Wijs het referentiepunt aan.
      Gebruik hiervoor Objectsnap functies (END, INT)
    2. Geef met coördinaten het 1e punt.
      d.m.v. @X,Y
  3. Selecteer het tweede punt op de wand
    of
    Geef met coördinaten het 2e punt.
    d.m.v. @X,Y


Gat in een wand maken (blijft ruimtescheidend)

  1. Klik (Gat in wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer de op te breken wand.
    Het selectiepunt is het eerste 'breekpunt'
    of
    Type <E> of selecteer 'Eerste punt' om het eerste punt opnieuw op te geven.
    1. Type <R> of selecteer 'Ref' om een referentiepunt op te geven
      Wijs het referentiepunt aan.
      Gebruik hiervoor Objectsnap functies (END, INT)
    2. Geef met coördinaten het 1e punt.
      d.m.v. @X,Y
  3. Selecteer het tweede punt op de wand
    of
    Geef met coördinaten het 2e punt.
    d.m.v. @X,Y


Terug naar Inhoudsopgave

Wand- en lijndelen aaneen maken

Algemeen

Een (wand)lijn of wand kan onderbroken zijn voor het maken van een wandopening, plaatsen van een deur, of het maken van een T-aansluiting of kruising.

Bij wijziging van de tekening (verplaatsen wand of deur) ontstaat een gat in de wand waardoor bijvoorbeeld

  • het genereren van ruimtedefinities fout gaat
    of
  • op de plot gaten in wanden zichtbaar worden.

Met de functie Heel-lijn en Heel-wand kunnen losse lijnstukken die in elkaars verlengde liggen worden omgevormd tot een lijn.


Heel-lijn 

  • Alleen mogelijk bij:
    Sluiten wandlijn waarin eerder openingen zijn gemaakt, of  wanden verbinden die precies in elkaars verlengde liggen
  1. Klik (Heel-lijn) in:
    • panel 'Wanden' in Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer de eerste lijn
  3. Selecteer de tweede lijn (in verlengde 1e lijn)
  4. Alle lijnen wand geheeld?
    • Ja: Ga naar Stap 5.
    • Nee: Toets <Enter> en ga naar stap 2.
      (voor herhalen commando voor andere zijde wand en indien van toepassing voor de hartlijn)
  5. Verwijder overgebleven kopse lijnen van oude wanddelen.

Aanwijzing

Bij wanden die niet precies in elkaars verlengde liggen moeten de AutoCAD commando's <EXTEND>, <FILLET> of <TRIM> worden gebruikt.


Heel-wand 

  • Alleen mogelijk bij:
    • Sluiten wandlijn waarin eerder openingen zijn gemaakt
    • Wanden verbinden die precies in elkaars verlengde liggen
  1. Klik (Heel-wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Bewerk'
  2. Selecteer alle betrokken wandlijnen (met de <crossing>-optie)
  3. Verwijder eventueel overgebleven kopse lijnen van oude wanddelen.


Terug naar Inhoudsopgave

Omzetten van enkele lijn naar wand


Algemeen

Enkele lijnen kunnen worden omgezet naar wanden. Bij gebogen lijnen moet worden opgegeven uit hoeveel segmenten de wand moet worden opgebouwd, of welke segmentlengte ongeveer aangehouden moet worden.

Ook polylijnen kunnen worden omgezet naar wanden. Hierbij wordt elke boog omgezet naar een vast aantal segmenten, of wordt ongeveer een vaste segmentlengte aangehouden.


Lijn omzetten naar wand

  • Lijnen, bogen en/of polylijnen reeds getekend.
  1. Klik (Enkel lijn -> wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger - Bewerk'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Geef plaatsingsoptie aan: (Hart is default instelling)
    • Type <Z> of selecteer 'Zijkant':
      Bestaande lijn wordt wandlijn, in een van de volgende stappen opgeven aan welke zijde wand komt
    • Type <H> of selecteer 'Hart':
      Wandlijnen komen aan weerszijden van bestaande lijn.
  3. Type <T> of selecteer 'Type'
    • Selecteer gewenste type wand in tekening
  4. Type <D> of selecteer 'Wanddikte'
  5. Geef de wanddikte op:
  6. Selecteer:
    • Lijn (Line):
      Lijn wordt omgezet naar wanddeel
    • Boog (Arc):
      Geef aantal segmenten op.
      Bij gebruik van plaatsingsoptie 'Zijkant'
      • Selecteer een punt aan de wandzijde van de boog
    • Polylijn (Polyline):
      Vraag 'Volledige polyline converteren naar een wand?'
      • Type <J> of selecteer 'Ja'
        De polyline wordt omgezet naar de gekozen wand
      • Type <N> of selecteer 'Nee'
        De polyline blijft behouden

Aanwijzing

Houd bij meerdere aaneensluitende lijnen de lijn-volgorde aan.

Er worden dan automatisch hoekaansluitingen gemaakt.

Als geen aansluitende volgorde wordt gebruikt zullen hoekoplossingen achteraf met 'Hoekoplossing' uit menu 'Bewerk' gemaakt moeten worden.


Terug naar Inhoudsopgave

Aanbrengen hartlijnen


Algemeen

Hartlijnen zijn van belang voor bepaling van oppervlakten volgens de NEN2580. Het betreft dan 'binnenwanden' en 'systeemwanden'.

Indien een wand geen hartlijn heeft, is deze naderhand nog in te tekenen.

De hartlijnen kunnen op 2 manieren worden geplaatst:

  • Tekenen hartlijn
  • Plaatsen hartlijn in wand

Tekenen hartlijn

  1. Klik (Hartlijn) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Geef beginpunt hartlijn
    Bijv. Ref.    voor gebruik referentiepunt
  3. Geef volgende punten hartlijn op.

Na het plaatsen van de hartlijn(en) moeten Hoekoplossingen en T-aansluitingen gegenereerd worden.


Plaatsen hartlijn in wand

  1. Klik (Hartlijn) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Type <W> of selecteer 'Wand'
  3. Selecteer wandlijn
    Het dichtstbijzijnde eindpunt wordt opgezocht.
  4. Selecteer andere uiteinde wand.
    d.m.v. Objectsnap (END, INT)
    De hartlijn is daarmee geplaatst.

Na het plaatsen van de hartlijn(en) moeten Hoekoplossingen en T-aansluitingen gegenereerd worden.


Terug naar Inhoudsopgave

Standaard wanden, opslaan en inlezen

Algemeen

Veel gebruikte wandtypes en -afmetingen kunnen worden vastgelegd. Voor verhoging van de tekensnelheid kan uit de vastgelegde wandtypes gekozen worden voor het tekenen van wanden.

Tijdens het tekenen van een wand kan de betreffende wand worden bewaard.

De aparte teken-opties als Links/Rechts/Midden en T-Aan/Uit worden hierbij niet vastgelegd.

De standaardwanden worden opgeslagen in bestand:
C:\Users\<Gebruiker>\AppData\Roaming\Cadac Group\Techniek 10.x\Ol\I\OLSTND.ini


Opslaan standaard wand

  1. Klik (Selecteer wand) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Selecteer wand van gewenste type en afmeting
  3. Type <BE> of selecteer 'BEwaar'
  4. Geef in venster 'Bewaar wand' de naam voor standaard wand
  5. Klik [ OK ]
  6. Toets <Esc> om het wand tekenen te stoppen.


Inlezen standaard wand

  1. Klik (Standaard wand...) in:
    • panel 'Wanden' op Ribbontab 'Onderlegger/Basis'
      of
    • menu 'Wanden'
  2. Selecteer gewenste wand
  3. Klik [ OK ]
  4. Teken de wand


Terug naar Inhoudsopgave

 

Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen. Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen