INHOUDSOPGAVE
- Eigen symbolen
Eigen symbolen
Symbolen, algemeen
Algemeen
Binnen NOR-Afvoeren bestaan verschillende symboolbibliotheken. Deze worden vanuit verschillende menu’s aangeroepen.
Tevens is het mogelijk eigen symbolen aan te maken en te plaatsen.
- Eigen symbolen - hulpstukken
- Het is mogelijk een eigen symbolen bibliotheek op te bouwen en de symbolen als volwaardige NOR-Afvoeren symbolen te gebruiken.
- Voor het plaatsen van deze symbolen op tekening wordt een apart dialoogvenster aangeroepen.
- Eigen symbolen - algemeen
Menu: Usermenu
Om het maken en plaatsen van eigen symbolen mogelijk te maken zijn via het menu 'Afvoeren' en/of 'Usermenu', functies beschikbaar. Deze functies zijn ook via de toolbar AV_Usermenu op te roepen.
Dit onderdeel is werkzaam binnen alle NORDINED-applicaties, maar per applicatie worden de symbolen en menu’s aangemaakt en opgeroepen.
Voor verder handleiding Algemeen Deel of klik op knopvoor help op het scherm.
Voor NOR-Afvoeren is voor het maken en plaatsen van eigen hulpstukken nog een speciaal Usermenu beschikbaar: Usermenu, Afvoer. Deze functies zijn ook via de toolbar AV_AVUsermenu op te roepen:
- Afvoer – Aanmaken
Hiermee wordt een User-symbool gedefinieerd door het selecteren van reeds getekend (groep van) elementen.
De volgende gegevens worden hierbij opgenomen:- Bestandsnaam van het nieuwe symbool
- Aanzicht, soort en type hulpstuk
- Aansluitpunten
- Mof-maten
- Artikelnummer (voor tellen bij de telstaat hulpstukken)
Tijdens het aanmaken wordt tevens een slide aangemaakt. Deze slide wordt getoond in het iconenvenster.
- Afvoer – Plaatsen
Het iconenvenster wordt geactiveerd, waarin per symboolgroep de symbolen staan. Na selectie van een groep en vervolgens een symbool kan het symbool op tekening geplaatst worden. - Afvoer – Verwijderen
Gemaakte usersymbolen kunnen worden verwijderd uit de database en uit het iconenvenster. Hierbij wordt het symbool van schijf verwijderd, en komt daardoor ook niet meer voor in het iconenvenster.
Aanmaken eigen hulpstukken (Afvoer)
Algemeen
U kunt eigen hulpstukken aanmaken, waarbij de voor NOR-Afvoeren noodzakelijke intelligentie aan het symbool wordt toegevoegd. Deze werken dan identiek aan de standaard symbolen van NOR-Afvoer: ze kunnen tijdens het tekenen van afvoeren geselecteerd worden, en kunnen als los hulpstuk worden geplaatst. Deze eigen hulpstukken worden ook op de telstaat meegenomen.
Nadat een hulpstuk is getekend, of een bestaand hulpstuk na exploderen is aangepast, kan het hulpstuk tot afvoer-hulpstuk worden gemaakt.
Het symbool wordt opgenomen voor het fabrikaat dat actief is tijdens het aanmaken van het symbool, en is dus niet afhankelijk van het gekozen symbool.
Let op: Links onder in de statusregel is vermeld welk fabrikaat actief is.
De standaard map voor de user-symbolen is %AppData%\Cadac Group\Techniek 10.x\Av\U. Dit is vastgelegd, of kunt u wijzigen, in C:\Program Files (x86)\Cadac Group\Techniek 10.x\Lib\Norstart.ini.
Bij het aanmaken van een symbool wordt het symbool automatisch in het Usermenu opgenomen.
Symbolen op server
Symbolen kunnen ook op de server worden geplaatst. In de Norstart.ini moet dan de betreffende map worden opgenomen onder het kopje [AV]:
- Bijvoorbeeld: srv_pad=h:\symbolen\av-user\
Op de server moeten de volgende bestanden komen te staan:
- *.dwg
- *.sld
- User.mdb
- Kanttekeningen bij het gebruiken van usersymbolen op de server
- De beheerder moet de symbolen en de database op de server plaatsen. Het ligt voor de hand om één van de gebruikers als beheerder aan te wijzen; bij deze gebruiker wordt in Norstart.ini de verwijzing naar de servermap opgenomen in USR_PAD in plaats van in SRV_PAD
- De andere gebruikers kunnen de usersymbolen niet verwijderen.
- Als het symbool niet in het userdeel zichtbaar wordt
- Is het serverpad niet goed
of
Is de database niet correctEr worden geen foutmeldingen getoond.
- Is het serverpad niet goed
Maken figuur op basis van standaard symbool
- Explodeer bestaand symbool met commando <EXPLODE>
- Pas het figuur aan
Maken nieuw figuur
- Teken het figuur met de AutoCAD-commando’s <LINE>, <CIRCLE>, etc.
- Hulpstuk: op laag 0
- Hartlijn: op laag WL522---_HARTLIJN
- Spie: op laag WL523---_SPIE
Tekenen spie is niet noodzakelijk; bij het definiëren van het symbool moet het type uitgang worden opgegeven: mof / spie / las / manchet/
Aanmaken van het symbool
- Te maken symbool(figuur) reeds getekend
- Klik op knop
of
selecteer 'Afvoeren' in menu 'Usermenu', en 'Maak symbool' in vervolgmenu - Selecteer de objecten die het figuur maken
- Geef de twee tegenoverliggende hoekpunten van de slide op
- Geef het invoegpunt op (bij voorkeur op het snijpunt van de hartlijnen)
- Geef gegevens op in venster 'Aanmaken Usersymbool'
of
lees de gegevens uit een bestaand hulpstuk via knop- Bestandsnaam
Kan worden gegenereerd met knopmaar kan ook zelf worden opgegeven.
- Aanzicht; selecteer type aanzicht
- Hulpstuk; selecteer type hulpstuk
- Type; selecteer type aansluitingen
- Artikelnummer; wordt gebruikt voor telstaten
- Bestandsnaam
- Klik op knop [ OK ]
- Geef voor het aansluitingspunt op:
- Plaats van het aansluitingspunt (meestal midden van aansluiting)
- Richting van de aansluitende buis (van het aansluitpunt weg)
- Ortho AAN, stel eventueel de hoek in met <S> (SNAPANGLE)
- Vul de verdere gegevens in in venster 'Aansluitzijde 1'
- diameter; selecteer de diameter
- Aansluittype; selecteer het type aansluiting
- Mof/spie-lengte; voor lasverbinding lengte=0
met knopeventueel in tekening op te geven
- Klik op knop [ OK ]
- Geef de volgende aansluitpunten volgens Stap 8. - 10.
of
sluit af met <Enter>Maximaal 4 aansluitpunten zijn mogelijk.
Symbool uit het usermenu Afvoer verwijderen
Algemeen
Eigen hulpstukken kunnen uit het usermenu worden verwijderd.
Verwijderen symbool uit het USERMENU
- Klik op knop
of
selecteer menukeuze 'Afvoer' in menu 'Usermenu', en 'Verwijder symbool' in vervolgmenu - Selecteer het te verwijderen symbool
- Klik op knop [ Verwijder ]
U staat op het punt Userhulpstukken te wissen. Wilt u doorgaan?
- Klik op knop [ Ja ]
Plaatsen eigen hulpstukken (Afvoer)
Algemeen
De zelf aangemaakte hulpstukken kunnen op 2 manieren op tekening worden geplaatst:
- vanuit menu 'Usermenu', 'Afvoer' of, als los hulpstuk;
- tijdens het tekenen van de leidingen met toets <E> (Eigen hulpstuk).
Plaatsen eigen hulpstuk, als los hulpstuk, of op bestaande buis of hulpstuk
- Klik op knop
of
selecteer 'Afvoer' in menu 'Usermenu', en 'Plaats symbool' in het vervolgmenu - Geef het invoegpunt op tekening aan
- Selecteer Aanzicht, Soort en Type hulpstuk, en Artikelnummer in het venster.
Afbeelding een maten aansluitpunten worden getoond.
- Klik op knop [ OK ]
- Geef de rotatie op in de tekening
- Plaats het volgende (identieke) hulpstuk
of
toets <Enter> om de functie te beëindigen
Plaatsen eigen hulpstuk tijdens tekenen leiding
- Tijdens tekenen:
Geef vervolgpunt of selecteer hulpstuk
- Toets <E> (van Extra hulpstuk) gevolgd door <Enter>
- Selecteer Aanzicht, Soort en Type hulpstuk, en Artikelnummer in het venster.
- Klik op knop [ OK ]
- Geef richting aftakking of bocht op
Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen.
Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen