INHOUDSOPGAVE
- Ruimtelabel en oppervlak
Ruimtelabel en oppervlak
Algemeen
In de tekening kunnen ruimtelabels worden geplaatst.
Aan deze ruimtelabels kunnen verschillende gegevens worden gekoppeld.
- Ruimtenummer (zichtbaar op de tekening)
- Bedrijfsorgaan, Ruimtesoort en Ruimtegebruik (niet zichtbaar op de tekening)
- Oppervlakten (niet zichtbaar op de tekening)
- Vloerbedekking oppervlak (netto ruimte oppervlak)
- NEN2580 oppervlak (bruto ruimte oppervlak – tot hartlijn binnenwanden en systeemwanden).
Ruimteoppervlakken kunnen berekend worden en polylijnen kunnen worden gegenereerd worden.
Voorwaarde is een goede aansluiting van wanden op elkaar.
De gegenereerde polylijnen kunnen gecontroleerd worden door het omzetten in z.g. splines. Foutieve wandaansluitingen kunnen zo eenvoudig worden opgespoord.
Het is ook mogelijk om de ruimtecontouren handmatig te tekenen.
De gegevens in een ruimtelabel (bedrijfsorgaan, ruimtesoort en ruimtegebruik) kunnen worden overgenomen naar andere ruimtelabels.
De inhoud van de ruimtelabels, ruimtenummer, bedrijfsorgaan, ruimtesoort, ruimtegebruik en de oppervlakken, kan als een lijst op tekening worden geplaatst, naar MS-Excel worden geëxporteerd of worden geprint. Er kan een selectie van te tonen gegevens (kolommen) worden gemaakt.
De ruimten kunnen worden gearceerd (d.m.v. solids) op de gegevens in het ruimtelabel: ruimtesoort, ruimtegebruik of bedrijfsorgaan.
Eventueel kunnen de ruimtedefinities (polylijnen) na berekening automatisch worden verwijderd; het arceren van de ruimten is dan echter niet meer mogelijk.
Ruimtelabels plaatsen en wijzigen
In de tekening kunnen ruimtenummers worden geplaatst.
Aan deze ruimtenummers kunnen verschillende gegevens worden gekoppeld.
Ruimtenummers plaatsen
- Selecteer knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Plaats label'
- Plaats label op tekening
- Vul de gegevens in het venster in klik op knop [ OK ]
- Klik in het commandovenster op knop
- [ Volgend ] om het volgende ruimtelabel te plaatsen
- [ Stoppen ] om de functie te beëindigen
Ruimtenummers wijzigen
- Selecteer knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Wijzig label'
- Selecteer het te wijzigen label
- Wijzig gegevens in venster
- Klik op knop [ OK ]
Ruimtegegevens overnemen
- Selecteer knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Overnemen'
- Selecteer het ruimtelabel waarvan de gegevens moeten worden overgenomen
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster of toets <F11>
- Geef in het venster aan welke gegevens moeten worden overgenomen
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer de ruimtelabels die gecodeerd moeten worden
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster of toets <F11>
- Selecteer het volgende label waarvan de gegevens moeten worden overgenomen,
of
klik op knop [ Stoppen ] of toets <F12>
Ruimtedefinities genereren
Ruimteoppervlakken kunnen berekend worden en polylijnen kunnen geplaatst worden volgens het:
- Vloerbedekking oppervlak (netto ruimte oppervlak – binnen de wandlijnen)
- NEN2580 oppervlak (bruto ruimte oppervlak – tot hartlijnen niet-constructieve wanden: de binnenwanden en systeemwanden).
Voorwaarde is een goede aansluiting van wanden op elkaar.
De gegenereerde polylijnen kunnen gecontroleerd worden door het omzetten in z.g. splines. Foutieve wandaansluitingen kunnen zo eenvoudig worden opgespoord.
Oppervlakken genereren
- Ruimtelabels reeds geplaatst in de ruimten
- Wanden goed aangesloten
- Noodzakelijke denkbeeldige wanden geplaatst
- Klik op knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Open tabblad 'Genereren'
- Selecteer 'Ruimtedefinities genereren' in venster 'Ruimtedefinities'
- Geef aan wat en hoe moet worden gegenereerd
- NEN-2580
Oppervlak tot wandlijn constructieve wand of tot hartlijn systeem/binnenwand - Vloerbedekking
Oppervlak tot wandlijnen constructieve wanden en binnenwand/systeemwand - Opnemen van de omtrek
- Om wandkolommen heen (nodig als wandkolommen zijn uitgesneden uit wand)
- Gegenereerde polylines ruimten na afloop eventueel te verwijderen
indien niet: worden alleen de oppervlakten bijgeschreven in het ruimtelabel
- NEN-2580
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer alle wandlijnen en ruimtelabels van ruimten waarvan het oppervlak moet worden gegenereerd
- Klik op [ OK ]in het commandovenster
In het venster wordt het verloop van het genereren aangegeven.
Daarna worden, als hiervoor was gekozen, de polylijnen getekend.
De ruimtelabels worden voorzien van de oppervlakken.
Gemeld wordt dat de ruimtedefinities zijn gegenereerd. - Klik op knop [ OK ] in het popup venster
- Klik op knop [ Annuleren ] in venster 'Ruimtedefinities',
of
voer de controle uit.
Controleren ruimtedefinities - Polylijnen omzetten in Splines
- Klik op knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Open tabblad 'Genereren'
- Selecteer 'Controle ruimtedefinities' in venster 'Ruimtedefinities'
- Selecteer 'Plines omzetten in Splines'
- Klik op knop [ OK ]
Popup-venster met vraag: Polylines ruimtedefinities omgezetten in splines?
- Klik op knop [ Ja ]
- Selecteer de polylines die moeten worden omgezet in splines
- Klik op knop [ OK ]in het commandovenster
De geselecteerde polylijnen worden omgezet.
- Klik op knop [ OK ] in het popup venster
- Klik op knop [ Annuleren ] in venster 'Ruimtedefinities' om het venster te verlaten
Controleren ruimtedefinities - SPlines terugzetten als Polylijnen
- Ruimtedefinities bij controle omgezet in splines
- Klik op knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Open tabblad 'Genereren'
- Selecteer 'Controle ruimtedefinities' in venster 'Ruimtedefinities'
- Selecteer 'Splines terugzetten naar Plines'
- Klik op knop [ OK ]
Popup-venster met vraag: Splines ruimtedefinities omzetten in polylines?
- Klik op knop [ Ja ]
- Selecteer de splines die moeten worden omgezet in polylines
- Klik op knop [ OK ]in het commandovenster
De geselecteerde splines worden omgezet.
- Klik op knop [ OK ] in het popup venster
- Klik op knop [ Annuleren ] in venster 'Ruimtedefinities' om het venster te verlaten
Ruimtedefinities verwijderen
- Klik op knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Open tabblad 'Genereren'
- Selecteer 'Lagen ruimtedefinities leegmaken' in venster 'Ruimtedefinities'
- Klik op knop [ OK ]
Popup-venster met vraag: Lagen ruimtedefinities geheel leegmaken?
- Klik op knop [ Ja ]
Alles op lagen 00---0--FM-Ruimtedefn en 00---0--FM-Ruimtedefv wordt verwijderd.
De gegevens in de ruimtelabels blijven ongewijzigd.
In popup-venster wordt gemeld: Bewerking voltooid. - Klik op knop [ OK ] in het popup venster
- Klik op knop [ Annuleren ] in venster 'Ruimtedefinities' om het venster te verlaten
Ruimtedefinities tekenen
In tekeningen, die niet gemaakt zijn met NOR-Bouwtechniek LT kunnen ook ruimtedefinities aangebracht worden. Deze zijn niet te genereren, maar moeten worden getekend. Vervolgens kunnen de oppervlaktegegevens wel overgebracht worden naar de ruimtelabels en verzameld worden in de lijst met ruimtegegevens.
Tekenen ruimtedefinities en bepalen oppervlakten
- Tekenen polylijnen
- Klik op knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Open tabblad 'Polylines'
- Selecteer 'Teken polyline' in venster 'Ruimtedefinities'
- Vink aan voor welk soort oppervlak de polyline getekend moet worden
- NEN-2580 (bruto ruimte-oppervlak)
- Vloerbedekking (netto ruimteoppervlak)
- Klik op knop [ OK ]
- Teken de contour van de ruimte
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster
- Teken de contour van de volgende ruimte
of
klik op knop [ Stoppen ] in het commandovenster - Teken eventueel de andere soort oppervlakten
- Ruimtelabels
- Plaats de ruimtelabels: zie hiervoor 'Ruimtenummers plaatsen'
- Overbrengen oppervlakken in ruimtelabels
- Klik op knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Open tabblad 'Polylines'
- Selecteer 'Bepaal oppervlak' in venster 'Ruimtedefinities'
- Vink aan welk soort oppervlak in het ruimtelabel opgenomen moet worden
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer de polylijnen en de ruimtelabels
- Klik op knop [ OK ]in het commandovenster
Melding dat oppervlakken gegenereerd worden. Na afloop verschijnt de melding dat het genereren voltooid is.
- Klik op knop [ OK ]
Arceren en lijst ruimtegegevens
De inhoud van de ruimtelabels, ruimtenummer, bedrijfsorgaan, ruimtesoort, ruimtegebruik en de oppervlakken, kan als een lijst op tekening worden geplaatst, naar MS-Excel worden geëxporteerd of worden geprint. Er kan een selectie van te tonen gegevens (kolommen) worden gemaakt.
De ruimten kunnen worden gearceerd (met solids) op de gegevens in het ruimtelabel: ruimtesoort, ruimtegebruik of bedrijfsorgaan. Na het arceren wordt een legenda van de arceringen geplaatst met het totaal aan m2 en ruimtes per gegeven.
De arceringen worden op verschillende lagen geplaatst; met de functie Lagenbeheer kunnen de afzonderlijke lagen zichtbaar of onzichtbaar gemaakt.
Ruimten arceren
- Ruimtelabels zijn voorzien van gegevens.
- Selecteer knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Ruimtedefinities'
- Selecteer 'Ruimten arceren' in venster 'Ruimtedefinities'
- Selecteer welk oppervlak en welk soort gegevens gearceerd moeten worden
- Ruimtesoort - NEN2580
- Ruimtesoort - Vloerbedekking
- Ruimtegebruik - NEN2580
- Ruimtegebruik - Vloerbedekking
- Bedrijfsorgaan - NEN2580
- Bedrijfsorgaan – Vloerbedekking
- Klik op knop [ OK ]
- Selecteer de te arceren polylijnen met de <crossing>-optie
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster of toets <F11>
- Geef de linker bovenhoek van de legenda op
- Klik op knop [ OK ] in het commandovenster of toets <F11>
De legenda van de toegepaste arceringen wordt geplaatst.
Lijst met ruimtegegevens aanmaken
- Selecteer knop
[ Ruimtenummering ] in Knoppenbalk NOR-Bouwtechniek LT
- Selecteer menukeuze 'Overzicht'
- Selecteer de ruimtelabels op de tekening (met de <window> of <crossing>-optie)
- Klik op knop [ OK ] in het commandoblok of toets <F11>
De lijst met gegevens wordt getoond.
- Vink aan welke gegevens getoond moeten worden
Als eigen attributen aan het ruimtelabel (Fm_rm3.dwg) zijn toegevoegd kunnen deze ook in het overzicht worden getoond: selecteer deze gegevens met knop [ Eigen attributen inlezen ].
- Als niet alle gegevens getoond hoeven te worden, of als een andere selectie gemaakt moet worden:
- Klik op knop [ Opnieuw inlezen ] in venster Ruimtelabels
- Selecteer de ruimtelabels op de tekening (met de <window> of <crossing>-optie)
- Klik op knop [ OK ] in het commandoblok of toets <F11>
- Om de lijst:
- Als bestand te bewaren
- Klik op Knop [ Bestand ]
- Geef de map en bestandsnaam op
- Klik op knop [ Save ]
- Te printen:
- Klik op knop [ Printen ]
- Op tekening te plaatsen
- Klik op knop [ Tekening ]
- Geef op de tekening het linkerbovenpunt van de lijst aan
- Klik op knop [ OK ]
- Te exporteren naar MS-Excel:
- Klik op knop [ Excel ]
- Geef de map en bestandsnaam op
- Klik op knop [ Save ]
Met AutoCAD commando <Insert>, Ole-Object kan een werkblad op tekening worden gezet.
- Als bestand te bewaren
- Als niet alle gegevens getoond hoeven te worden, of als een andere selectie gemaakt moet worden:
- Klik op knop [ Sluiten ] om het venster te verlaten.
Bij Cadac maken we onderscheid tussen Sales, Service & Support. Sales & Service vinden wij vanzelfsprekend. Wij helpen u met de aanschaf van uw product, dienst, training of expert en zorgen ervoor dat u probleemloos aan de slag kunt. Gratis en voor niets. U kunt zorgeloos met uw software starten, wij zorgen ervoor dat u het meeste uit uw software kunt halen.
Loopt u tegen technische softwareproblemen aan? Dan kunt u gebruik maken van Cadac Support. Door de juiste informatie in te dienen kunnen wij u zo snel mogelijk helpen